In West-Vlaanderen waren de christendemocraten altijd al onklopbaar, en daar lijkt op 7 juni geen verandering in te zullen komen. Wel ligt de strijd om de tweede plaats er open, en die wordt uitgevochten op de rechterflank.

Een derde van de stemmen. Zoveel behaalde het kartel CD&V/N-VA bij de vorige Vlaamse verkiezingen in West-Vlaanderen. Met tientallen lokale stemmentrekkers en nationale boegbeelden als Stefaan De Clerck en Yves Leterme zit de partij er nog altijd gebeiteld. Dat de christendemocraten op 7 juni als grote overwinnaars uit de West-Vlaamse kiesstrijd zullen komen, lijkt dan ook een uitgemaakte zaak. Om te beginnen wordt de lijst getrokken door Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur Hilde Crevits, die de afgelopen twee jaar een mooi parcours heeft gelopen in de Vlaamse regering. Maar belangrijker is dat West-Vlaanderen de thuisprovincie is van voormalig premier Yves Leterme, die als lijstduwer bij de Vlaamse verkiezingen zijn comeback in de nationale politiek voorbereidt.

Zoals gebruikelijk was het Leterme die de West-Vlaamse CD&V-lijst naar eigen goeddunken in elkaar knutselde. Doodnormaal vonden de plaatselijke kandidaten dat. Tot hij zichzelf als lijstduwer aanwees. Dat was even slikken voor senator Pol Van Den Driessche en gedeputeerde Dirk De fauw, twee Bruggelingen die allebei op die plek hadden gehoopt. Ook Crevits moet zich in haar koffie hebben verslikt toen ze te horen kreeg dat Leterme haar lijst actief zou steunen. Zij mag dan populair zijn in de regio, de score van Leterme uit 2004 en 2007 kan ze nooit evenaren. En nu Leterme zelf op de lijst staat, is de kans reëel dat hij op 7 juni veel meer voorkeurstemmen zal binnenhalen dan de lijsttrekster. Een slechte zaak voor Crevits’ gewicht binnen én buiten CD&V. Nu mag Crevits eigenlijk niet klagen. De zelfverklaarde poulain van Leterme heeft haar ministerschap immers helemaal aan hem te danken. Tot grote frustratie van West-Vlaamse partijgenoten die in 2004 betere verkiezingsresultaten hadden behaald, loodste Leterme haar twee jaar geleden de Vlaamse regering binnen toen hijzelf de wijk nam naar het federale niveau. Maar ondertussen heeft Crevits laten zien wat ze waard is, en kan ze de rechtstreekse concurrentie van haar politieke vader missen als kiespijn.

En dat die concurrentie overweldigend zal zijn, staat buiten kijf. In de wijde omgeving van Ieper wordt Yves Leterme nog altijd op handen gedragen. Gaat hij ergens in de Westhoek spreken, dan wordt hij steevast op een staande ovatie getrakteerd. Loopt hij door de straten van Veurne of Roeselare, dan moet hij constant halt houden om schouderklopjes in ontvangst te nemen. Want de West-Vlamingen hebben met hem te doen. Heeft hij niet geprobeerd het land te redden? En werd dat hem niet onmogelijk gemaakt door Franstalige intriganten en andere politieke vijanden? Zijn thuisbasis gunt hem een triomfantelijke comeback, want die deelt zijn overtuiging dat hij in Brussel onrechtvaardig is behandeld. De vraag is nu in hoeverre dat gevoel zich tot de rest van de provincie zal uitbreiden. In elk geval ziet het ernaar uit dat Leterme het straks weer opvallend goed zal doen. In 2007 behaalde hij als lijsttrekker op de Senaatslijst 212.684 voorkeurstemmen in West-Vlaanderen. Zelfs als die score op 7 juni wordt gehalveerd, is dat nog altijd een uitmuntend resultaat.

Het derde zwaargewicht op de West-Vlaamse CD&V-lijst is federaal minister van Justitie Stefaan De Clerck, die de laatste plaats bij de effectieve kandidaten inneemt. Zijn deelname is meer dan symbolisch. Zowel de meeste aftredende parlementsleden als Crevits en Leterme hebben immers een centrumlinks profiel. Daardoor is De Clerck de enige electorale hoogvlieger die weerwerk kan bieden op de rechterflank. En laat dat nu netde achilleshiel zijn waar onder meer deN-VA en de LDD hun pijlen op richten.

Vergeten Brugge

De CD&V-lijst vertoont nog een zwakke plek: Brugge, veruit de grootste stad van de provincie, is amper vertegenwoordigd. De populaire Brugse burgemeester Patrick Moenaert deed in 2004 nog een gooi naar een zitje in het Vlaams Parlement maar viel buiten de prijzen. Moenaert had geen zin in een tweede poging en staat dit keer dan ook niet op de lijst. Het valt trouwens op dat wel meer partijen Brugge hebben verwaarloosd bij de lijstvorming. Zo wordt de SP.A-lijst getrokken door de nog onbekende Oostendenaar John Crombez, een beschermeling van oud-partijvoorzitter Johan Vande Lanotte, en niet door voormalig Vlaams en federaal minister Renaat Landuyt uit Brugge. Landuyt staat electoraal nochtans sterk en liep onlangs wekenlang in de kijker door zijn geslaagde optreden in de Fortiscommissie. Maar Vande Lanotte heeft Landuyt altijd als een concurrent beschouwd, en wil nu het koste wat het kost een Oostendse opvolger naar voren schuiven. Volgens aanhoudende geruchten zou Vande Lanotte graag burgemeester worden in Oostende, en dan is een vertrouweling in de Vlaamse regering natuurlijk meer dan welkom.

Iedereen lijkt het erover eens te zijn dat Crombez goed op zijn plaats zou zijn in een Vlaamse regering. Als lijsttrekker is hij echter minder goed gecast. Een klein jaar nadat hij van Deinze naar Oostende is verhuisd, kennen de kiezers in zijn nieuwe thuisstad de voormalige kabinets-chef van Vande Lanotte en Freya Van den Bossche amper. Laat staan dat hij de rest van de provincie al zou hebben veroverd. ‘John Crombez is een gok’, zei Renaat Landuyt onlangs in Knack. ‘Maar ikneem aan dat Vande Lanotte weet wat hij doet.’ De Brugse SP.A moet het nu stellen met Vlaams Parlementslid André Van Nieuwkerke als lijstduwer en Lan-duyt op de voorlaatste plaats bij de opvolgers.

Naast het Vlaams Belang, waar de lijst traditioneel wordt getrokken door Bruggeling Frank Vanhecke, is de Open VLD de enige partij die haar Brugse flank goed heeft afgedekt. Ondanks aanhoudend gemor in eigen rangen positioneerde lijsttrekker Bart Tommelein de Brugse schepen Mercedes Van Volcem op de tweede plaats. Uit frustratie weigerde Van Volcem in 2007 nog koppig om een strijdplaats op de lijst voor de federale verkiezingen te aanvaarden, en dat heeft nog lang niet iedereen in de plaatselijke afdeling haar vergeven. Bovendien hadden nog meer liberale kandidates dit keer hun zinnen op de tweede plaats gezet. Onder anderen Vlaams Parlementslid Stern Demeulenaere, die er woedend de brui aan gaf toen ze een minder prominente plaats toegewezen kreeg. Tommelein gaf echter geen krimp, want Van Volcem moest en zou als eerste vrouw op de lijst staan. Zowel bij de Open VLD als bij de concurrentie wordt dan ook verwacht dat ze bijzonder goed zal scoren. In Brugge loopt Van Volcem al een paar jaar lang in de kijker doordat ze burgemeester Moenaert geregeld zwaar tackelt in het schepencollege. Ze is inhoudelijk sterk, heeft lef en laat zich naar verluidt door niets of niemand tegenhouden. De perfecte sidekick dus voor Oostendenaar Bart Tommelein, die een veel zachter imago heeft.

Zelf was Tommelein begin dit jaar niet uit het nieuws weg te branden toen hij de omstreden Fortiscommissie voorzat. Zijn halfslachtige optreden leverde hem bakkenvol kritiek op, maar in West-Vlaanderen heeft het grote publiek toch vooral onthouden dat Tommeleins ster in Brussel aan het rijzen is. Hoe meer wordt herhaald dat hij een goede kans maakt om Vlaams minister te worden, hoe meer zijn electorale potentieel stijgt. Toch was de Oostendenaar niet de eerste keuze van de Open VLD-top om de lijst in West-Vlaanderen aan te voeren. Die had liever federaal minister van Economie en Administratieve Vereenvoudiging Vincent Van Quickenborne naar het Vlaamse niveau zien verkassen. Pas toen die hardnekkig bleef weigeren, aanvaardde Tommelein het lijsttrekkerschap.

Vlaamse inborst

Met mediagenieke figuren als Bart Tommelein, Yves Leterme en Jean-Marie Dedecker zullen de Vlaamse verkiezingen in West-Vlaanderen hoofdzakelijk rond de persoonlijkheid en het imago van de kandidaten draaien. Ook al omdat de lijsttrekkers van de grote partijen stuk voor stuk een goede kans maken om minister te worden. Bovendien is de provincie niet in de ban van het een of andere netelige dossier. Natuurlijk worden allerlei plannen gelanceerd om de noodlijdende textielsector te helpen, de grenscriminaliteit te bestrijden of de aanhoudende braindrain in de provincie tegen te gaan. En her en der liggen wat kiezers wakker van de nieuwe verbindingsweg tussen Ieper en Veurne of de verbreding van het Schipdonkkanaal. Maar echt prominente dossiers zijn dat op dit moment niet. Zelfs de commotie rond het Brugse voetbalstadion is geluwd sinds de Vlaamse regering akkoord is gegaan met het voorstel om een multifunctioneel stadion te bouwen in de zuidrand van Brugge. ‘Eigenlijk is er op dit moment geen enkel lokaal dossier waar de West-Vlamingen warm of koud van worden’, zegt een CD&V’er. ‘Wel is er een beperkte groep die zijn stem zal laten bepalen door de Vlaamse inborst van de kandidaten.’

De jacht op die Vlaamsgezinde, vaak rechtse kiezers is dan ook open. Zowel de N-VA, het Vlaams Belang als de LDD hopen rechtgeaarde Vlamingen over de streep te kunnen trekken. Maar lijsttrekker Geert Bourgeois van de N-VA maakt zich niet al te veel zorgen over die concurrentie. ‘Wat het Vlaamse thema betreft, zijn wij nog altijd marktleider’, zegt hij. In West-Vlaanderen, waar ook de Volksunie traditioneel sterk stond, behaalde de N-VA al in zijn beginjaren goede resultaten. Bij de federale verkiezingen van 2003 was het zelfs de enige provincie waar de partij een Kamerzetel wist te veroveren. Ook toen al voerde Bourgeois de lijst aan. Destijds werd hij nog beschouwd als de meest principiële Vlaams-nationalist van het land, en was hij de baarlijke duivel in de ogen van de Franstaligen. Maar ondertussen heeftN-VA-voorzitter Bart De Wever die rol van hem overgenomen, en de laatste jaren verweten sommige Vlaamsgezinden Bour-geois zelfs dat hij te verknocht was aan zijn ministerschap. Daar kwam echter verandering in toen hij in september van vorig jaar uit de Vlaamse regering stapte omdat er volgens hem niet genoeg garanties waren voor het slagen van de communautaire dialoog. Dat werd door zijn achterban bijzonder gewaardeerd, en sindsdien heeft Bourgeois weer een groot stuk van zijn onbuigzame reputatie herwonnen. Nu de N-VA in heel Vlaanderen in de lift lijkt te zitten, zou lijsttrekker Bourgeois in West-Vlaanderen wel eens een zeer goede score kunnen behalen.

Al is er natuurlijk een kaper op de kust: stormram Jean-Marie Dedecker, die in de provincie zelf de LDD-lijst trekt. Ondanks alle recente commotie rond de Oostendenaar worden zijn franke mond en zijn al dan niet legitieme kruistochten tegen het politieke establishment nog altijd door veel West-Vlamingen gesmaakt. Maar zijn lijsttrekkerschap is dit keer louter symbolisch, want Dedecker lijkt niet van plan om naar het Vlaams Parlement over te stappen. Hij laat zich zelfs ronduit neerbuigend over die assemblee uit. ‘Het Vlaams Parlement is een veredeld schepencollege’, beweert hij.

Dat neemt niet weg dat Dedecker wellicht een heel goed resultaat zal behalen in zijn electorale achtertuin. De kans is groot dat hij daarbij vooral het Vlaams Belang ernstige schade zal toebrengen. Die partij krijgt meer concurrentie te verduren dan ooit tevoren en verloor zichzelf het afgelopen jaar in intern gekissebis. Bovendien heeft de reputatie van lijsttrekker Frank Vanhecke een ernstige knauw gekregen.

In West-Vlaanderen is de vraag dus niet zozeer wie de Vlaamse verkiezingen op 7 juni zal verliezen en wie die zal winnen. Maar wel hoe groot de zege zal zijn en hoe diep het dal. Of zoals een plaatselijke christendemocraat het zegt: ‘Misschien zakt de SP.A nog wat verder weg en wint de Open VLD terrein. Misschien worden zowel de LDD als de N-VA sterker dan het VB. Ons zal het worst wezen. Wij blijven toch de grootste. Want in West-Vlaanderen is Yves Leterme nog altijd een beetje God.’

DOOR ANN PEUTEMAN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content