De toestand bij Financiën vraagt om een noodplan en een minister die eindelijk omkijkt naar zijn departement.

Op het departement Financiën heerst rampzalige chaos. De artikelenreeks in Knack over het stuurloze departement leest als één dik blunderboek. De interne problemen bij Financiën dateren nochtans niet van gisteren. Vóór de federale verkiezingen vroegen verschillende politieke partijen al om een noodplan voor deze logge tanker op drift. Waar wacht men op? Het is bijzonder pijnlijk dat de armlastige federale regering een kerntaak als het innen van belastingen veronachtzaamt. Het geknoei bij Financiën straalt bovendien af op heel het staatsapparaat en zadelt de federale ambtenarij op met een groot imagoprobleem. Maar dat raakt de Italiaanse maatpakken van minister van Financiën Didier Reynders (MR) kennelijk niet. Die blijft de problemen bij Financiën minimaliseren en de goede werking van zijn departement aan zijn laars lappen.

Het zal volgend jaar tien jaar geleden zijn dat de Copernicushervorming, het Paarse moderniseringsplan voor de federale ambtenarij, met veel bombarie in gang werd gezet. Spijtig genoeg zijn die ambitieuze voornemens ergens halverwege blijven steken. Sommige diensten, zoals de FOD Sociale Zekerheid of het Federale Voedselagentschap, werken vandaag beter dan in 1999. Maar andere, waaronder het departement Financiën en in mindere mate Justitie, lijken soms nog in de middeleeuwen te verkeren. Ook de beloofde afslanking van de ministeriële kabinetten is er nooit gekomen. Gemiddeld telt een kabinet nog altijd 50 à 60 medewerkers. Die kunnen ervoor kiezen om met de top van de ambtenarij samen te werken, maar niet zelden werken kabinet en administratie naast of tegen elkaar. Bovendien kosten die ministeriële hofhoudingen tientallen miljoenen euro’s per jaar. Politieke pleidooien voor een slankere overheid en minder ambtenaren, zoals die dezer dagen geregeld te horen zijn, klinken in dat licht toch wat ongepast. De reële belangstelling van heel wat ministers voor het eigen departement beperkt zich bovendien vaak tot de mate waarin ze er hun eigen mannetjes kunnen plaatsen. ‘De politieke invloed via de kabinetten op de administratie is van alle OESO-landen het sterkst in België’, staat te lezen in de lijvige studie over de noodzakelijke modernisering van ons overheidsapparaat waarmee hoogleraar economie Jean Hindriks (UCL) vorige week namens de onafhankelijke denktank Itinera naar buiten kwam. De politieke benoemingen aan de top van Financiën en de daaropvolgende guerre des chefs hebben het departement in elk geval volledig verlamd. En met een voogdijminister die de zaken nu al bijna een decennium op hun beloop laat, valt te vrezen dat daarin op korte termijn weinig of geen beterschap komt.

door Han Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content