‘Ik blijf erin geloven dat je met theater en muziek de angst en het conservatisme kunt doorbreken’, zegt Gerard Mortier. Maar moeilijk wordt het wel.

Het waren hectische dagen en weken voor Gerard Mortier. Hij werd ook op de korrel genomen omdat hij van mening veranderde. Eerst kondigde hij aan dat hij wegens Jörg Haider Salzburg nog deze zomer zou verlaten en twee weken later volgde het bericht dat hij toch zijn contract uitdoet. Zo’n bocht schaadt de geloofwaardigheid en voedt columns over Mortiers… stropdassen. Ook in Vlaanderen wekt de vrijmoedigheid van Mortier allang ergernis, want hij zwijgt nooit over politiek. Zelfs niet wanneer het over ‘wereldvreemde’ opera gaat. Acht jaar lang was hij zowat de enige die vanuit Oostenrijk voor Haider, het extremisme en de traditionele cultuurpolitiek waarschuwde. Tot voor kort werden ze als praatjes van een mediageile intendant weggewuifd. Zeer ten onrechte, zo blijkt vandaag. Mortier had te vlug gelijk.

Wordt u er als cultuurprofeet niet wanhopig van? Uitgerekend in het land waar kunst en cultuur er toe doen, komt uiterst rechts in de regering.

Gerard Mortier: Het Oostenrijk zoals het in het hoofd van Jörg Haider bestaat, is allerminst een Kulturnation. Hij ontkent de essentie zelf van de uitzonderlijke culturele rijkdom van het land. Die heeft het vooral aan het Habsburgse rijk te danken, dat een heuse multiculturele samenleving was en waarin de meest diverse culturen zich konden ontwikkelen. Haider en de FPÖ bestrijden echter het multiculturele, bijgevolg negeren ze het wezenlijke van Oostenrijk. Daarnaast was er natuurlijk de aantrekkingskracht van Wenen, waar op het einde van de 19de eeuw het laboratorium van de moderniteit ontstond. In de muziek was er Gustav Mahler, nadien Arnold Schönberg en Alban Berg. In de wetenschap Sigmund Freud, in de architectuur Otto Wagner, in de schilderkunst Gustav Klimt en Oskar Kokoschka. Zo ontstond de Wiener Secession of de breuk met het keizerlijke, verburgerlijkte Oostenrijk.

Het bewijst dat kunst in Oostenrijk altijd een staatszaak was. Om te overleven, moest ze haast uit de samenleving emigreren.

Mortier: De kunst kwam in opstand tegen de verstikkende samenleving, zoals Robert Musil die in De man zonder eigenschappen beschreef. Veel van wat Oostenrijk tot een grote cultuurnatie heeft gemaakt, wordt nog steeds door een groot deel van de ÖVP van Wolfgang Schüssel, de partij die Haider aan de macht bracht, afgewezen. Het is toch veelbetekenend dat Lulu van Alban Berg in Salzburg pas zeventig jaar na de wereldcreatie werd opgevoerd. Het is niet omdat de taxichauffeur weet dat De blauwe Donau een wals van Johann Strauss is dat je een cultuurnatie bent. Ze typeert wel de Oostenrijkse schizofrenie. De brede bevolkingslagen schermen zich voor de moderniteit af en klampen zich vast aan de negentiende eeuw. Als deze regering aan de macht is gekomen, is het onder meer omdat een groot deel van de bevolking de twintigste eeuw aan zich voorbij liet gaan. Pas na zijn dood werd Heldenplatz van Thomas Bernard door Claus Peymann opgevoerd. En toen nog was er wekenlang kabaal in de tabloidpers.

Kent u een land waar de kunst zoveel polemieken losweekt?

Mortier: Je mag je daar niet op miskijken. Als de kunst in Oostenrijk zoveel discussie uitlokt, is het omdat er zoveel deviezen mee gemoeid zijn. Dit is belangrijke business en jaarlijks komen er tienduizenden toeristen voor naar Wenen en Salzburg. Steeds opnieuw probeert men het gemoedelijke beeld van Oostenrijk – de walsen en de Alpen – in het uitstalraam te zetten. Vernieuwende kunst krijgt er nauwelijks een kans en moderne auteurs als Werner Schwab worden haast niet opgevoerd. De Oostenrijkse society baalt van schrijvers als Ödön von Horvath, Arthur Schnitzler, Berg, Schwab, Thomas Bernard en Elfriede Jelinek, die de idylle doorprikken. Bij die lui gaat er niets boven Strauss – en ze vergeten dan maar dat hij uit Beieren kwam.

Alsof dat enig verschil uitmaakt.

Mortier: Toch wel. Zonder het keizerlijke Wenen was er geen Oostenrijkse identiteit, waren er geen walsen en was er geen sprake van Sissi. Dat is voor Haider Oostenrijkse cultuur. Het feit dat Wenen vooral een smeltkroes van culturen was – zonder het joodse denken was er geen Mahler – wil hij niet horen. Als Oostenrijk voor mij een cultuurnatie is, is het om redenen waar Haider het totaal mee oneens is. Kunst moet dogma’s onderuithalen en het denken stimuleren, voor Haider moet kunst gemoedelijk en sussend zijn.

Als politicus doet Haider net het tegendeel. Hij lokt agressie uit.

Mortier: Uiteraard, je kunt hem een James Bond in de politiek noemen. Zijn taal is even grof en brutaal.

Een ontgoochelde Jelinek wil Oostenrijk verlaten, omdat precies het tegendeel gebeurde van wat ze met haar geschriften probeerde te verhinderen. Herkent u zich in de desillusie van Jelinek? U wou ook vertrekken.

Mortier: In Oostenrijk hebben ze van de kunst een relikwie gemaakt. Iets wat vereerd moest worden en vooral geen tegenspraak of controverse mag uitlokken. Na de Grote Oorlog zat Oostenrijk met een immens identiteitsprobleem. De vroegere grootmacht werd tot een rompstaat gedegradeerd. Door het culturele erfgoed probeerde de burgerij zich verder in het luisterrijke verleden te koesteren. Het was een balsem op de vernedering. Terwijl het erfgoed als een schrijn werd vereerd, sloten ze zich voor de modernen af. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd Mahler in het repertoire van de Wiener Philharmoniker opgenomen. Voor het Oostenrijks establishment moest kunst conserveren. Herinner u de toespraak van president Thomas Klestil vorig jaar bij de opening van de Salzburger Festspiele. Hoewel Klestil niet de minste sympathie heeft voor de Freiheitlichen van Haider, citeerde hij haast hun partijprogramma: daarin staat letterlijk dat we de traditie eerbied en ontzag verschuldigd zijn. Haider heeft het over Ehrfurcht, waarin zowel bewondering als angst doorklinken. In één adem wordt eraan toegevoegd dat elk uiting van multiculturaliteit bekampt moet worden. Omdat de Oostenrijkse burgerij het daar in de grond mee eens is, effende zij de weg voor de opkomst van Haider en verhinderde ze dat kunst een bewustmakingsproces op gang bracht.

Evenmin als Jelinek en Claus Peymann, die Wenen al voor Berlijn inruilde, bent u erin geslaagd het tij te doen keren. Wou u daarom vertrekken?

Mortier: Hoewel de globale kaartenverkoop in Salzburg niet daalde, komt de Weense burgerij nu minder talrijk naar het festival. Ze is het niet eens met mijn programmering. Ik geloof dat we er een beetje toe bijgedragen hebben dat er nu zo massaal op de zwart-blauwe coalitie wordt gereageerd. Dit protest kwam niet uit de hemel vallen en was evenmin door de partijapparaten georganiseerd. Het buitenland onderschat het verzet. Er was niet alleen de betoging van 19 februari – de grootste sinds de Tweede Wereldoorlog – er zijn ook de ontelbare lokale initiatieven. Ik krijg onwaarschijnlijk veel faxen en telefoons van mensen die iets tegen de regering willen ondernemen. De kunstenaars hebben dat mee mogelijk gemaakt. Als de zweer nu openbarst en er zich een politiek bewustzijn aftekent, is het ook door hen. Sinds ik heb bekendgemaakt dat ik toch in Salzburg blijf, kreeg ik wel honderd brieven. Daarbij zaten er nogal wat negatieve en dat is goed. De meningsverschillen die in Oostenrijk meestal onder het tapijt werden geveegd, worden nu openbaar.

Bent u het ermee eens dat Jelinek haar stukken niet langer in Oostenrijk laat opvoeren?

Mortier: Het is een terechte beslissing, want anders wordt ze toch gerecupereerd. Zie maar hoe ze in de negentiende eeuw de alcoholist, homoseksueel en pseudo-anarchist Franz Schubert ‘ongevaarlijk’ maakten. Er is in Oostenrijk zoveel verstokt conservatisme en zo weinig openheid omdat de Franse Revolutie compleet aan het land voorbijging. Ze hebben alleen Metternich en de restauratie gekend. Ik heb naar eer en geweten uitgemaakt dat ik blijf, maar ik vind dat Jelinek gelijk heeft. Het Haider-publiek gaat niet naar haar stukken kijken.

Dat publiek komt evenmin naar uw festival. Zult u niet gerecupereerd worden?

Mortier: Ik wil een fonds creëren waarin alle kunstenaars een deel van hun inkomsten afstaan. Daarmee kunnen we zonodig projecten financieren die van hogerhand worden afgevoerd en een ander publiek naar Salzburg halen. Het publiek dat momenteel naar het festival komt, is niet het publiek dat ik absoluut wil. Daar zit nogal wat gegoede burgerij tussen die in stilte met Haider sympathiseert. Door dat fonds wil ik andere en kritischer mensen de kans geven om het festival te bezoeken. Salzburg is meer dan zomaar een festival. Het heeft een belangrijke signaalfunctie. Voor mij was die regering een slag in het gezicht en dat verklaart mijn emotionele reactie. Ook neem ik het Schüssel bijzonder kwalijk dat uitgerekend hij de FPÖ in de regering haalde. Hij heeft mij bedrogen en belogen. Dezelfde man die mij vroeg een Europa-symposium te organiseren, gooide het nu op een akkoordje met Haider. Als je dat kunt, ben je geen humanist. Ik heb hem dat trouwens met zoveel woorden geschreven.

In de mate dat de Oostenrijkse kunst een eerbetoon aan de traditie is, ondersteunt ze het retrograde. Onder meer in de politiek. Zal de regering-Schüssel u niet als een schaamlapje gebruiken?

Mortier: In die val mag ik niet trappen.

De beleidsstructuren hebben u goed in de tang.

Mortier: In het directorium zit ik met een presidente die door Schüssel wordt gesteund en mijn beleid altijd heeft gedwarsboomd. Nu ze met de socialisten geen rekening meer hoeft te houden, zal ze er nog feller tegenaan gaan. Daarnaast is er het ‘curatorium’, dat met eenparigheid van stemmen beslist en nu ook een vertegenwoordiger van de FPÖ telt. Hij treedt er namens het ministerie van Financiën op dat in handen is van Haider. Voor het eerst komt er dus een rechtstreekse confrontatie met de extremisten.

Alle argumenten waarmee u uw ontslag motiveerde, blijven dus overeind.

Mortier: Zo is het. Het wordt bijzonder moeilijk. Men verwacht van mij een wonder, terwijl ik nu minder mogelijkheden dan vroeger heb. Het wordt alles of niets.

U kondigde uw ontslag aan, omdat u geen compromissen wou sluiten. Bent u daar nu wel toe bereid?

Mortier: Er is wel iets veranderd. Ik zal op meer steun van buitenstaanders kunnen rekenen, want de bevolking is zich nu scherper van de inzet bewust. Ook mensen die niet naar het festival komen, beseffen sinds kort dat ik Haider en vooral zijn cultuurpolitiek viseer. Ook de internationale belangstelling neemt toe. Als mijn programma onderuit wordt gehaald, kan ik de internationale media alarmeren en krijgt de regering opnieuw slechte publiciteit. Zelf hoef ik niet te veel meer over tactiek te piekeren. Omdat ik volgend jaar sowieso weg ben, kan ik alles op alles zetten, ik heb niets meer te verliezen. Er zijn er natuurlijk die het vuil zullen spelen. Toen ik mijn ontslag aankondigde, beschuldigde festivalpresidente Helga Rable-Stadler me van vaandelvlucht. Volgens haar vertrok ik omdat er een deficit was. Een leugen en een bewijs dat ze zelfs niet voor fascistische methodes terugschrikt.

Sommige sponsors kondigden al aan dat ze Salzburg niet langer steunen.

Mortier: Deze week kreeg ik van al de sponsors de garantie dat ze, zolang ik er ben, niet afhaken. Ook de kunstenaars verzekerden me dat ze blijven. Wat de reactie van het publiek wordt, is minder duidelijk. Zeker in het buitenland zijn er nogal wat mensen die afzeggen. Ik vind dat fout. De regering moet je isoleren, maar het is onverstandig om de intellectuele en artistieke contacten te stoppen. Integendeel, ze moeten geïntensifieerd worden.

Toen u aankondigde dat u opstapte, ging het gerucht dat u elders een contract had. Toen u zei dat u bleef, werd verteld dat u móést blijven wegens mogelijke schadevergoedingen.

Mortier: Het een noch het ander is waar. In een open brief verweet het Vlaams Blok me oneerlijkheid. Ik verliet Salzburg om onmiddellijk in het Muziekforum in Gent aan de slag te gaan. Dat is dus ontkracht. In het Forum is er momenteel geen budget, bovendien werk ik er al meer dan een jaar voor, tijdens de weekends en gratis. In Salzburg mag ik ontslag nemen als ik mijn artistieke doelstellingen niet kan realiseren. Ik moet dan wel een opzeggingstermijn van drie maanden respecteren. Van een schadevergoeding is geen sprake. De Festspiele kan mij dan niets vragen en ik hen niets. De FPÖ verspreidde trouwens het gerucht dat ik opstapte omdat het mij alleen om de schadevergoeding te doen was.

Zoals Oostenrijk schuwt Vlaanderen vaak het debat en heb je hier een gespierd uiterst rechts. Zijn er meer gelijkenissen?

Mortier: Als er hier weinig debatcultuur bestaat, hangt dat ongetwijfeld samen met de zeer lange dominantie van de katholieke kerk. Het protestantse Nederland durft wel voor zijn mening uitkomen. Het is toch symptomatisch dat een boek als de De teleurgang van de Waterhoek van Stijn Streuvels op de index kwam. De manier waarop de boeken van Jelinek in Oostenrijk worden ontvangen, verschilt niet grondig van de wijze waarop Het verdriet van België van Hugo Claus werd onthaald.

Krijgt het Gentse Forum een plaats in de strijd tegen extreem-rechts?

Mortier: Het komt erop aan de Vlaamse stedelijke cultuur nieuw leven in te blazen. Daarom heb je centra, theaters en fora nodig waar de mensen samenkomen en met eigentijdse kunst en cultuur worden geconfronteerd. In Antwerpen heeft Eric Antonis al prachtig werk geleverd.

Is ook de Vlaamse bevolking niet vooral in de traditionele cultuur geïnteresseerd? Het succes van Helmut Lotti zegt iets over de populaire smaak.

Mortier: Dat heeft veel met opleiding en gewoonte te maken. Ik heb niets tegen Lotti, maar op zijn eentje speelt hij de rol van de Wiener Sängerknaben. Hij incorporeert een cultuur waar je bij indommelt en niet langer nadenkt. Neem nu zijn ‘zeemzoete’ show over Afrika. Op een moment dat het continent aan burgeroorlogen en aids ten onder gaat, komt hij – ik neem aan dat het onbewust is – met platte romantiek aandragen. Daar lust het Vlaams Blok wel pap van, want zoiets past perfect in zijn cultuurpolitiek. Net zoals Haider ijvert het voor een devoot respect voor de eigen tradities. Terwijl kunst al eeuwen de dogma’s hoort te slopen, wil het Blok net het tegendeel. En als dat niet helpt, zijn er nog altijd brood en spelen. De Romeinse keizers wisten al dat je daarmee de kunst onschadelijk maakt en de macht behoudt.

Is het artistieke leven in Vlaanderen niet toleranter, creatiever en rebelser dan in Oostenrijk?

Mortier: In tegenstelling tot Oostenrijk heeft Vlaanderen zich sinds de jaren ’60 van veel katholieke taboes bevrijd. Bovendien hadden we minder last van verstikkende tradities. Terwijl Oostenrijk door de luister van de negentiende eeuw werd verpletterd, was dat bij ons niet het geval. Omdat onze gouden eeuw al enkele honderden jaren achter ons lag, konden we met een nieuwe lei beginnen.

Als u het Forum een remedie tegen racisme noemt, kan het de inzet van electorale strijd worden. Vreest u niet dat het in de verkiezingscampagne wordt neergehaald?

Mortier: Het gevaar bestaat ongetwijfeld. Daarom moeten we de discussie met de bevolking aangaan en uitleggen wat het belang van het Forum is. Als we dat niet aandurven, kapituleren we voor het extremisme en valt niet uit te sluiten dat het in alle grote steden een duurzame machtspositie verwerft. We moeten de steden opnieuw leefbaar maken, zoniet dreigen ze broeihaarden van onverdraagzame radicalen te worden. Ik blijf geloven – soms tegen beter weten in – dat je met theater en muziek de angst en het conservatisme kunt doorbreken.

Vreest u niet dat de vele beloftes die u kreeg tijdens de verkiezingscampagne worden ingeslikt?

Mortier: Het Forum is het mooiste geschenk dat Gent en Oost-Vlaanderen in jaren kregen. Zelf zal ik er me tot het uiterste voor inzetten. Natuurlijk kunnen we vrijwel zeker de boeken sluiten indien het Blok in het stadsbestuur komt.

In nauwelijks twee weken bent u compleet van standpunt veranderd. Zoiets schaadt de geloofwaardigheid. Stoort het u dat sommige kranten, zoals de Süddeutsche Zeitung, u ongewoon hard aanpakten?

Mortier: De Süddeutsche bezondigt zich steeds meer aan Beierse logica. Toen ik mijn vertrek aankondigde, gaf ze mij de goede raad om door te zetten. Toen ik zei dat ik bleef, verweet ze mij dat ik een windhaan was. Wat moet je daarmee? Het was geen gemakkelijke beslissing. Ik heb ze echter wel naar eer en geweten genomen en in mijn diepste binnenste meen ik dat het de juiste beslissing is. Vier dagen ben ik met niets anders bezig geweest en ik heb er tientallen mensen over gesproken. Hoewel je voorzichtig moet zijn met de interpretatie van betogingen, maakte de manifestatie van 19 februari een grote indruk op mij. Het bracht me echt aan het twijfelen of ik wel mocht vertrekken. Ik begrijp dat veel mensen nu aan mijn geloofwaardigheid twijfelen, maar zelf ben ik heel rustig. Ik ben met mezelf in het reine en blij dat ik van mening ben veranderd. Daar is toch niets fout aan. Dit is geen simpele zaak en in de strijd tegen extreem-rechts zullen we regelmatig onze tactiek moeten bijsturen. Als sommigen dit aangrijpen om met mij af te rekenen, doen ze dat maar. Ik kom dit wel te boven.

Komt u hier wel zonder kleerscheuren uit? De redenen waarmee u uw vertrek motiveerde, zijn nog altijd actueel.

Mortier: Hoewel de omstandigheden waarin ik nu moet werken, aanzienlijk moeilijker zijn, verwacht men van mij nog een veel radicalere programmering. Verbranden doe ik me sowieso. Er zijn er die me het werken onmogelijk willen maken, maar ze moeten opletten. De Festspiele zijn een enorme inkomstenbron en als ze mij te veel boycotten, kan het publiek afhaken. Dan dreigt voor het festival en Salzburg een enorme financiële kater. We zijn dus aan elkaar gewaagd. Ik zit in een weinig comfortabele positie, maar zij moeten eveneens uitkijken.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content