De huidige financiële crisis zorgt voor grote ongerustheid bij vele spaarders. Die vrees is begrijpelijk gezien de klappen die onze grote banken krijgen, maar daarom nog niet terecht. Uw spaarcenten worden wel degelijk beschermd door de overheid.

Voor uw geld op zicht- en spaarrekeningen bestaat een garantieregeling. Wettelijk wordt sowieso bij een faillissement van uw bank 20.000 euro per rekening gegarandeerd. Europese richtlijnen hebben ervoor gezorgd dat daarvoor in 1998 het beschermingsfonds (www.beschermingsfonds.be) is opgericht, dat door de banken jaarlijks gevuld wordt. Deze week kwamen de Europese ministers van Financiën bijeen in Luxemburg voor overleg over de kredietcrisis, en onder meer het verhogen van die ‘depositogarantie’ lag daarbij op tafel. Tot een gezamenlijke wettelijke wijziging kwam het niet, maar de lidstaten spraken wel af om ten minste een jaar lang zeker 50.000 euro per rekening te garanderen. Elk land heeft bovendien de vrijheid om meer te waarborgen, en de Belgische regering heeft intussen al laten weten dat ze de spaardeposi-to’s zeker tot 100.000 euro beschermt. In de wet is dat nog niet vastgelegd. Het is bedoeld als geruststelling, en minister van Financiën Didier Reynders (MR) voegde er meteen aan toe dat de maat-regel eigenlijk overbodig is, omdat de Belgische regering geen enkele bank over de kop zal laten gaan, getuige de ingrepen bij Dexia en Fortis van de laatste dagen.

Een andere rustbrenger die de regering eerder lanceerde, was dat ook uw geld van de populaire Tak21-producten (bv. de First-rekening van Ethias of de Crest-rekening van Axa), levensverzekeringen die niet onder het beschermingsfonds vallen, door de staat gewaarborgd wordt. ‘Maar dat was een puur politieke uitspraak om de gemoederen te bedaren’, klinkt het bij Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen. ‘Die belofte heeft geen enkele uitwerking gekregen’, aldus woordvoerder François de Clippele. ‘Er is namelijk al een soort onrechtstreekse staatsgarantie voor die levensverzekeringen Tak21 (met gegarandeerd rendement, nvdr) of Tak23 (gelinkt aan een beleggingsfonds, nvdr). De controlewetgeving voor de verzekeringen legt de verzekeraars op om technische reserves aan te leggen. Ze leggen dus middelen opzij voor uitbetalingen. Die mogen ze enkel investeren in zeer verschillende segmenten, waarvan het grootste deel in staatsobligaties.’ Bij een eventueel faillissement van een verzekeraar zijn die technische reserves de fundamentele garantie van de verzekerden. ‘Die reserves behoren hen toe, dat ligt vast in het contract dat je bij een levensverzekering afsluit’, zegt De Clippele. Rond de reserves ligt ook nog een solvabiliteitsmarge, als knipperlicht. Als die wordt aangevreten, reageert de Controledienst voor de Verzekeringen (CDV) meteen. ‘Momenteel is die marge zelfs tweemaal zo groot als het minimum dat de wet oplegt, omdat het de voorbije jaren goed ging in de sector en men dus voor wat extra marge heeft kunnen zorgen.’ Assuralia maakt zich sterk dat die controlewetgeving faillissementen voorkomt. ‘Het heeft tot nu goed gewerkt. De Belgische markt heeft sinds het invoeren van de controlewetgeving geen faillissementen meer gekend. Bovendien zijn de verzekeraars op dit moment nog steeds fundamenteel gezond’, besluit De Clippele.

in samenwerking met Moneytalk

Thomas Verbeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content