Han Renard

De Waalse verkiezingscampagne wordt gedomineerd door het duel tussen PS-voorzitter Elio Di Rupo en minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (MR).

In vergelijking met Vlaanderen biedt het politieke landschap in Wallonië nog een relatief eenvoudige aanblik. Vier partijen mogen er bijna de hele taart onder elkaar verdelen. Naast twee grote spelers, PS en MR (de Franstalige socialisten en liberalen), zijn dat de middelgrote partijen Ecolo (de Franstalige groenen) en het CDH (Centre Démocrate Humaniste), de voormalige christen-democraten van de PSC. Volgens recente opiniepeilingen in de krant La Libre Belgique is de kloof tussen de groten en de middelgroten zich aan het verbreden, terwijl tegelijkertijd ook de afstand tussen de PS en de MR in het voordeel van de socialisten toeneemt. Eind maart stond de PS in de peilingen op 32,5 procent (tegenover 29,2 in 1999), de MR op 26,3 (tegenover 24,7 in 1999). De hoop die de MR bij de aanvang van deze regeerperiode nog koesterde om de PS in Wallonië van de troon te stoten, lijkt op dit moment dan ook niet meer gerechtvaardigd.

Nochtans leed de PS bij de verkiezingen van 1999 een zware nederlaag. Niet alleen de dioxinecrisis, ook de nasleep van de Agusta- en Dassault-schandalen, de affaire-Dutroux en een decennium van strikt bezuinigingsbeleid met de CVP brachten in het rampjaar ’99 de positie van de PS in Wallonië aan het wankelen. De meer dan vier procent die de PS verloor, mocht Ecolo haast volledig in zijn eentje opstrijken. Die neergang lijkt nu gestopt. Meer zelfs, de PS heeft zich onder paars-groen spectaculair hersteld, en weet zich tegenwoordig, onder het voorzitterschap van Elio Di Rupo, als een frisse, vernieuwde partij te presenteren. Al leert een blik op de afdelingen van Luik of Charleroi dat dit in hoofdzaak een kwestie van perceptie is.

Anders dan in Vlaanderen moet de verkiezingscampagne in Wallonië nog echt losbarsten. In afwachting kan Di Rupo alvast met opluchting constateren dat de mediabelangstelling voor de oorlog in Irak aan het luwen is. De dagelijkse televisieverschijningen van de razend populaire Louis Michel begonnen de sterke man uit Bergen danig te verontrusten. Nu de aandacht voor Irak is verslapt, kunnen de binnenlandse onderwerpen opnieuw voorop staan in de campagne. Zo hoort het ook, vindt Di Rupo, die deze verkiezingsstrijd opvat als een klassiek links-rechtsgevecht tussen diegenen die de sociale bescherming in dit land in stand willen houden, en diegenen die de staatskas willen ‘plunderen’ om de burger weliswaar leuke, maar in tijden van economische schaarste, asociale belastingkortingen toe te kennen. De MR van haar kant houdt niet zo van dat links-rechtsscenario, omdat de Franstalige liberalen niet uitsluitend voor een belastingpartij willen doorgaan.

VOORAKKOORD

Sommigen geloven dat de MR en de PS slechts een schijngevecht opvoeren. Zo is het CDH van Joëlle Milquet ervan overtuigd dat liberalen en socialisten het al op een akkoordje hebben gegooid. Daarbij wordt verwezen naar het onderhandse voorakkoord tussen Louis Michel en toenmalig PS-voorzitter Philippe Busquin uit 1997. Maar ook al gold dat paarse akkoord in de ogen van de ondertekenaars voor twee bestuursperiodes, het is lang niet zeker of Elio Di Rupo zich door de handtekening van zijn voorganger gebonden voelt. Duidelijk is wel dat MR en PS nogal te vinden zijn voor een nieuw rondje paars-groen. Tot dusver deden beide partijen geen slechte zaak aan het samen regeren. Rood en blauw zitten in Wallonië immers zelden of nooit in elkaars electorale vaarwater.

Voor de toekomst van paars-groen zijn de ogen van de Walen echter in de eerste plaats op Vlaanderen gericht. Daar wordt, luidens de heersende politieke overtuiging in het zuiden van het land, op 18 mei over het politieke lot van Verhofstadt-II beslist. Indien de VLD na 18 mei opnieuw als grootste partij uit de bus komt, is een heruitgave van paars-groen erg waarschijnlijk. Wint daarentegen de CD&V, dan ligt alles opnieuw open. Hoewel, open. Als CD&V-voorzitter Stefaan De Clerck bij zijn standpunt blijft dat er met de groenen niet te regeren valt, kan dat het aantal mogelijke coalities sterk beperken.

Een klassieke tripartite met socialisten, liberalen en (gewezen) christen-democraten is in dat geval een optie, maar voor de Franstaligen is die weinig aantrekkelijk. Op grond van eerdere ervaringen staat een tripartite voor de PS gelijk met een bijna-zekere verkiezingsnederlaag. Het CDH weet dat de PS en de MR aan Franstalige kant voor een meerderheid rekenkundig geen derde partij nodig hebben, en de partij staat niet bepaald te springen om als quantité négligeable mee aan boord te gaan. CDH-parlementslid Jean-Jacques Viseur voorziet in die omstandigheden zelfs ‘de zekere dood’ van zijn partij. Anderen vrezen dan weer dat de Vlamingen een tripartite op de been willen brengen om met een ruime meerderheid drastische wijzigingen van de staatsstructuren te kunnen doordrukken.

Daarnaast behoort ook een asymmetrische coalitie tot de mogelijkheden. Dat is dan het idee waarmee Louis Michel – en nu blijkbaar ook Stefaan De Clerck – een tijdlang rondliep, namelijk een regering samengesteld uit de sterkste partijen aan weerskanten van de taalgrens. PS en MR bij de Franstaligen, VLD en CD&V bij de Vlamingen. Maar bij Ecolo en PS dromen sommigen, gesterkt door hun positieve ervaringen in een aantal Brusselse gemeenten, van een centrumlinkse meerderheid met het CDH. Alleen impliceert dit ook de terugkeer van CD&V, iets waar links Wallonië niet bepaald op zit te wachten.

Naast de onbeslistheid in Vlaanderen kan ook het verkiezingsresultaat van de Franstalige groenen de toekomst van paars-groen in gevaar brengen. In 1999 behaalde Ecolo in Wallonië de historische score van 18 procent. De kans dat de Franstalige groenen die krachttoer kunnen overdoen, wordt klein geacht. Ook Ecolo zelf rekent daar niet op. Door haar regeringsdeelname heeft de Franstalige protestpartij bij uitstek haar politieke maagdelijkheid verloren. Bovendien hebben de groenen zich met sommige standpunten niet erg geliefd gemaakt. In de provincie Luik werden zelfs affiches verspreid met de eis dat bepaalde groenen zouden worden opgeknoopt, als straf voor hun verzet tegen tabaksreclame op het circuit van Francorchamps.

De paarse lobbyisten hebben verlies van de groenen daarom al ingecalculeerd. Maar het moet wel enigszins binnen de perken blijven. Worden de groenen echt weggespoeld – je weet maar nooit -, dan zal de PS moeten dulden dat haar concurrent op links, ondanks het samenwerkingsakkoord tussen socialisten en groenen, toch voor de oppositie kiest.

Was het in de aanloop naar de verkiezingen van 1999 duidelijk Louis Michel die de regels van het politieke spel in Wallonië dicteerde, dan ligt dat nu toch enigszins anders. Daniel Ducarme, Michels opvolger aan het hoofd van de MR, lijkt niet over het politieke instinct en de arrangeertalenten van big Loulou te beschikken. Hij werd bovendien de loef afgestoken door Elio Di Rupo, wiens samenwerkingsakkoord met de Franstalige groenen algemeen beschouwd wordt als een geslaagd manoeuvre om de liberalen het politieke initiatief te ontnemen. Een linkse krachtenbundeling waarmee de PS op termijn ook het resultaat van de groenen tot ‘aanvaardbare proporties’ – 8 à 10 procent – hoopt te doen dalen.

OUDE DROOM

Spannender dan het duel tussen PS en MR – de PS lijkt in Wallonië onklopbaar – is de vraag wie zich na 18 mei de derde Waalse partij mag noemen. Voor het CDH is het symbolisch van groot belang die derde plaats opnieuw op Ecolo te veroveren. Recente opiniepeilingen geven het CDH 15,2 en Ecolo 15 procent. De voormalige christen-democraten mogen dus redelijkerwijs hopen op een vorm van eerherstel, al kan de conservatief-christelijke scheurpartij CDF ( Chrétiens Démocrates Francopho- nes) nog roet in het eten komen gooien.

Voeg daarbij dat de partij van Joëlle Milquet een op zijn zachtst gezegd vaag profiel heeft. Behalve dat het CDH ‘de mens’ opnieuw centraal wil stellen, weet niemand waar de partij nu eigenlijk voor staat. De grotere, provinciale kieskringen zijn ook al geen cadeau voor het CDH. In Luik moet een onervaren nieuwlichter als Melchior Wathelet junior in het strijdperk tegen klassebak Didier Reynders (MR). In Henegouwen mag kamerlid Jean-Jacques Viseur het eens tegen Di Ru- po proberen. Een status quo ten opzichte van het verkiezingsresultaat van 1999 zal het CDH dan ook als winst bezien.

Het blijft dus een vraagteken of het CDH, toch de enige echte Franstalige oppositiepartij, een deel van de proteststemmen die in 1999 naar de groenen zijn gegaan, zal weten te recupereren. Die kunnen even zo goed bij extreem-rechts belanden, bij de diverse scheurlijsten, bij Vivant of wie weet, bij de rattachisten van Paul-Henry Gendebien. Als het CDH opnieuw zetels verliest, wordt de positie van voorzitster Joëlle Milquet onhoudbaar, en zullen sommigen binnen haar partij ongetwijfeld de oude droom van Gérard Deprez, een anti-PS-kartel met de MR, nieuw leven proberen in te blazen. Zeker met de regionale verkiezingen van 2004 in het achterhoofd. Want net als CD&V-voorzitter Stefaan De Clerck geloven heel wat Franstalige christen-democraten dat de moeilijke begrotingssituatie almaar duidelijker de ongerijmdheid van een paars-groen verbond zal aantonen.

Han Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content