Op 11 en 12 juni loopt in Brussel een internationale conferentie over de aanpak van vrouwelijke asielzoekers. Een gesprek met Europees commissaris Anita Gradin.

W e waren met vier; mijn twee kinderen van twee en vier jaar, onze gids en ikzelf. Ik was vijf maanden zwanger. Onderweg werden we aangehouden door twee mannen. Een van hen trok me opzij, en zei: ‘Geen veilige doorgang zonder seks.’ Hij duwde me met geweld op de grond, schopte me in mijn maag en verkrachtte me in het bijzijn van mijn kinderen. Hij wist dat ik zwanger was, maar dat maakte hem niets uit.”

Amnesty International noteerde deze getuigenis uit de mond van een Ethiopische vrouw.

Vrouwelijke vluchtelingen bevinden zich in een kwetsbare positie. Daarover houdt het Hoog Commissariaat voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties, in samenwerking met de Nederlandstalige Vrouwenraad en het Humanistisch Overleg Mensenrechten, de volgende dagen een conferentie in Brussel. De organisatoren van de conferentie willen een Europees asielbeleid met richtlijnen, die rekening houden met die kwetsbare positie van vrouwen.

Anita Gradin, voormalig minister van Migratie in Zweden en momenteel Europees commissaris voor Immigratie, Binnenlandse Zaken en Justitie, is de drijvende kracht achter het actieplan van de Europese Gemeenschap tegen vrouwenhandel, en achter voorstellen tot een tijdelijk en structureel beschermingsstatuut voor bepaalde bevolkingsgroepen die niet terugkunnen naar hun eigen land. Op de opening van de conferentie zal zij zich uitspreken voor een vrouwgevoelig asielbeleid.

Is het Europese asielbeleid dan bevooroordeeld tegenover mannen?

ANITA GRADIN: Concrete asieldossiers worden anders bekeken wanneer het een man of vrouw betreft. Hoe komt het, bijvoorbeeld, dat foltering voor een man een reden tot asiel is, en verkrachting voor een vrouw niet zo’n duidelijke reden is? Denk aan de talloze verkrachtingen bij conflicten: dat zijn oorlogsmisdaden. Maar dan bewijst, bijvoorbeeld, het Nürnbergtribunaal dat er maar zeer weinig consideratie bestaat voor de manier waarop vrouwen in tijden van oorlog worden behandeld. Pas onlangs is de internationale gemeenschap wakker geschoten door de massale schendingen in Joegoslavië. We moeten verder werken aan dit bewustzijn.

Met welke specifieke noden van vrouwelijke vluchtelingen wordt te weinig rekening gehouden?

GRADIN: Er viel de voorbije decennia een stijgende vervrouwelijking van de vluchtelingenpopulatie vast te stellen. Het merendeel van de vluchtelingen zijn tegenwoordig vrouwen en kinderen. Het volstaat niet om hen voedsel en onderdak te geven. Ze hebben ook nood aan training, aan opleiding. We moeten hen voorbereiden op het leven na het vluchtelingenkamp of na het tijdelijk verblijf. Of ze nu terug kunnen naar hun thuisland of elders naartoe moeten, beroepsvaardigheden zijn van cruciaal belang. Momenteel beperkt het aanbod zich traditioneel tot naaien en weven – als er al een aanbod is. Geef hen een breder palet van mogelijkheden, aangepast aan de vereisten van de tijd.

Dat veronderstelt dat de betrokken vrouwen weten dat ze minstens een aantal maanden op een bepaalde plaats kunnen blijven. Vaak is dat nu niet het geval.

GRADIN: Precies. Deze onzekerheid zou voor een aantal volkeren alleszins verholpen kunnen worden door hen een statuut van “tijdelijke bescherming” te geven, een terrein bij uitstek voor samenwerking tussen de Europese lidstaten. Als maar één staat aan een bepaalde bevolkingsgroep een tijdelijk beschermingsstatuut geeft, wordt dat land waarschijnlijk een magneet voor die populatie. Om tot een evenredige verdeling van de verantwoordelijkheid te komen, zouden de Europese lidstaten hun aanpak met elkaar in overeenstemming moeten brengen. Dat impliceert ook een overleg over een gemeenschappelijk tijdstip om dat tijdelijk beschermingsstatuut op te heffen als de nood daaraan verdwijnt.

Dekt de Conventie van Genève met haar definitie van vluchtelingen voldoende de redenen waarvoor vrouwen willen vluchten?

GRADIN: De Conventie van Genève is achterhaald, en niet alleen voor vrouwen. De definitie beantwoordt niet meer aan de actuele situatie in de wereld. Bij talloze conflicten is het niet de staat die achtervolgt, maar zijn er derde partijen in het spel. De Conventie van Genève gaat ervan uit dat de overheid de bedreigende partij is. Dat stemt dus niet overeen met de werkelijkheid van aanslagen en geweld op veel plaatsen.

Het “behoren tot een bepaalde sociale groep” wordt in de praktijk van de Europese lidstaten wel ingeroepen, wanneer vrouwen omwille van hun vrouwzijn niet of onvoldoende beschermd worden tegen schendingen. Dat er met specifieke, bedreigende situaties, die vrouwen kunnen overkomen, rekening wordt gehouden, heeft in het interpreteren van de Conventie van Genève al wel ingang gevonden bij heel wat instanties. Maar het is nog steeds geen evidentie. Daarom is het nodig aan het bewustzijn van de noodzaak daarvan te blijven timmeren.

Wat zijn zoal goede praktijken in de Europese lidstaten op het vlak van onthaal en bejegening van vrouwelijke asielzoekers?

GRADIN: Ik wil me in mijn functie niet uitlaten over specifieke praktijken van deze of gene lidstaat. Waar ik persoonlijk sterk in geloof, zijn inspanningen om de integratie van vrouwelijke vluchtelingen te bevorderen in onze cultuur. We mogen daarbij niet vergeten, dat een aantal van deze vrouwen uit culturen komt waar hun man wil dat ze thuis blijven. Daarmee moeten we rekening houden, als we iets willen bereiken.

Deze vrouwen komen vlug in een sociaal isolement terecht. Ze kennen de taal niet, en vinden hun weg niet in de supermarkt of in de school van hun kinderen. In Zweden heb ik vluchtelingenfamilies samengebracht om de noodzaak aan integratie van de vrouwen te bespreken. Jullie vrouwen moeten de taal snel leren om jullie kinderen te helpen op school en om inkopen te kunnen doen, heb ik toen gezegd. Dat waren namelijk argumenten die de mannen ook konden overtuigen om hun vrouwen les te laten volgen, op voorwaarde dat de vrouwen op tijd thuis waren om het avondeten te serveren. Met die voorwaarden hebben we rekening gehouden, anders was het niet gelukt.

Taallessen waren een eerste stap. Daarna werd verder gekeken naar opleidingen voor vrouwen, waarmee ze in het land van opvang of bij een eventuele terugkeer naar hun land van oorsprong aan het werk konden. Zo kan je het isolement en de machteloosheid van vluchtelingenvrouwen doorbreken.

Is er een specifieke werkwijze nodig voor het ondervragen van vrouwen op asieldiensten?

GRADIN: Asielbeleid is in essentie een mensenrechtenkwestie. Een essentiële vraag is: krijgen vrouwen dezelfde kansen als mannen? Worden ze gelijk behandeld in de procedures? Om dat te garanderen, heb je interviewers nodig die op een bepaalde manier weten om te gaan met mensen. Dat vrouwelijke asielaanvragers door vrouwen ondervraagd worden, is mijns inziens minder belangrijk dan de houding van wie hen ondervraagt. Een gevoeligheid voor delicate materies kan even goed door mannen als door vrouwen aan de dag gelegd worden, maar ze moet er wel zijn. Dat is een kwestie van zowel humanitaire ingesteldheid als van vorming van de ondervragers.

Voor medische onderzoeken geldt wel dat dit best gebeurt door iemand van hetzelfde geslacht.

Wat verwacht u van deze conferentie?

GRADIN: Ik denk dat het feit dat deze conferentie plaatsvindt, en dat het asielbeleid uitdrukkelijk bekeken wordt vanuit het standpunt van vrouwen, op zich zeer waardevol is. De vraag naar een vrouwgevoelige aanpak dient gesteld, temeer gezien het stijgend aantal vrouwelijke asielzoeksters.

Verder denk ik dat het zeer relevant is dat vertegenwoordigers uit verschillende landen hun praktijkervaringen met elkaar uitwisselen, zodat samen gezocht kan worden naar wat al dan niet werkt. Ik hoop dat de resultaten hiervan de verschillende administraties en niet-gouvernementele organisaties in de lidstaten zullen bereiken, want zij krijgen natuurlijk in eerste instantie met deze vrouwen te maken.

Ria Goris

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content