Albie Sachs was vroeger anti-apartheidsstrijder en is nu rechter bij het grondwettelijk Hof. Het is een bijzondere ervaring om alles waarnaar je hebt verlangd uiteindelijk werkelijkheid te zien worden, zegt hij.

Wij, het volk van Zuid-Afrika,

Erkennen de onrechtvaardigheden van ons verleden;

Eren diegenen die geleden hebben voor rechtvaardigheid en vrijheid in ons land;

Respecteren diegenen die zich hebben ingezet om ons land op te bouwen en te ontwikkelen;

En geloven dat Zuid-Afrika behoort tot iedereen die er woont, verenigd als we zijn in onze verschillendheid (…)

Nkosi Sikelel’ iAfrika. God seën Suid-Afrika. God bless South Africa.

De aanhef van de tekst bewijst al dat de Zuid-Afrikaanse jurist en voormalige anti-apartheidsstrijder Albie Sachs gelijk heeft: de nieuwe Zuid-Afrikaanse grondwet, die in 1996 werd goedgekeurd, is veel meer dan een verzameling droge wetsartikelen die rechten verleent en bevoegdheden vastlegt. Sachs, die nu rechter is bij het Grondwettelijk Hof van Zuid-Afrika, heeft het over de specifieke toonzetting van de tekst die de regenboognatie een wettelijke grondslag geeft. Een toonzetting die de Zuid-Afrikaan de waardigheid en het zelfrespect teruggeeft, die hem in de jaren van apartheid zo vaak ontnomen zijn.

De Zuid-Afrikaanse grondwet is een van de modernste en vooruitstrevendste van de wereld. Waaruit blijkt dat?

Sachs: De Bill of Rights, die de fundamentele rechten van de Zuid-Afrikaanse burger opsomt, is bijzonder uitgebreid. Hij verbiedt bijvoorbeeld niet alleen discriminatie op grond van ras, huidkleur, taal, geloof, zoals in alle grondwetten staat. Ook discriminatie tegenover gehandicapten en tegenover mensen met een andere seksuele geaardheid wordt expliciet verboden. De Zuid-Afrikaanse grondwet is de eerste ter wereld die homoseksuelen expliciet bescherming biedt. Het is trouwens ook de eerste constitutie ter wereld die expliciet vermeldt dat de staat niet racistisch én niet seksistisch zal zijn.

Volgens de nieuwe grondwet is iedereen gelijk voor de wet. Maar dat wil niet zeggen dat de rijke man in zijn kasteel en de arme man onder de brug exact op dezelfde manier moeten worden behandeld. De grondwet staat affirmative action toe, om degenen die in het verleden structureel achteruitgesteld werden, nu vooruit te helpen. Volgens het Amerikaanse rechtssysteem is zulke “positieve discriminatie” onwettelijk.

In de Bill of Rights worden ook sociale en economische rechten geformuleerd. De regering en het parlement hebben de plicht om met de middelen waarover ze beschikken, de mensen te helpen hun recht op huisvesting en onderwijs te realiseren, de werkloosheid terug te dringen en sociale zekerheid te verlenen. Vrijheid mag geen abstract begrip zijn. Vrijheid moet ook waardigheid brengen. Sociale en economische rechten zijn in een land als Zuid-Afrika, waar de verschillen in levensstandaard zo groot zijn, een zeer concrete maatregel om mensen echt gelijke kansen te geven.

De voormalige president Nelson Mandela betaalde 60 koeien als lobola, bruidsschat, voor zijn vrouw Graça. Hoe kun je de oude gewoonten en tradities die in Zuid-Afrika nog sterk leven verzoenen met een moderne staat?

Sachs: Mandela leek daar weinig moeite mee te hebben. Hij heeft eerst twee jaar gewoon samengewoond met Graça. Maar aartsbisschop Desmond Tutu vond dat hij een slecht voorbeeld gaf. Als hij de koeien betaalde, was dat om aan de oudere generaties duidelijk te maken dat hij hun tradities respecteerde, dat hij aanvaardde dat ze deel uitmaken van de Zuid-Afrikaanse cultuur. Het was een heel mooi gebaar.

Zijn die tradities verenigbaar met de rechtsstaat?

Sachs: Ik wil beklemtonen dat veel van de Afrikaanse cultuur prachtig is. Een typisch Zuid-Afrikaans begrip is bijvoorbeeld ubuntu. Het betekent zoveel als menselijkheid door in relatie te staan met andere mensen: ik ben een mens omdat jij een mens bent, mijn waardigheid hangt af van jouw waardigheid. De Afrikaanse samenleving kent nog heel wat waarden die in de individualistische geïndustrialiseerde wereld verloren zijn gegaan.

Wat het rechtssysteem aangaat: op het platteland heb je nog patriarchale systemen, waar vrouwen zonder man naar hun zonen moeten luisteren. Maar in de praktijk zie je dat twee derde van de plattelandshuishoudens geleid wordt door een vrouw. De grondwet bepaalt dat inheemse wetten erkend worden maar dat de evolutie van deze wetten in de richting van de principes vervat in de Bill of Rights zal worden bevorderd.

België heeft drie officiële talen, drie gewesten en drie gemeenschappen. Dat is al erg ingewikkeld. Hoe kan een land functioneren met elf officiële talen?

Sachs: Zuid-Afrika heeft “de Belgische optie” verworpen. Wij hebben ook even overwogen om in onze staatsstructuur rekening te houden met territoriaal zelfbeschikkingsrecht. Maar onze volkeren leven zo door elkaar dat er bijna nergens sprake is van een duidelijke meerderheidsgroep. Na al die jaren van apartheid vinden de meeste Zuid-Afrikanen het ook een schrikwekkende gedachte om mensen rechten te verlenen op basis van hun etniciteit.

Maar Zuid-Afrika is wel een federale staat.

Sachs: Wat de staatsstructuur betreft, hebben we veel van Duitsland overgenomen. Met grote federale bevoegdheden, om de grote problemen – onderwijs, gezondheidszorg, criminaliteit – efficiënt te kunnen aanpakken. Toch hebben de negen provincies ook redelijk veel macht. Bij ons liggen de bevoegdheden niet per se of op het nationale niveau of op het regionale niveau, zoals dat in België en ook in de Verenigde Staten en Canada het geval is. Op een aantal terreinen is de nationale overheid bevoegd voor de basisfilosofie, de planning, de financiering. De provincies staan in voor de uitvoering en zorgen ervoor dat bijzondere lokale kenmerken in rekening worden gebracht.

Streven de conservatieve Afrikaners nog naar een eigen autonome Volksstaat?

Sachs: De partij die voor de oprichting van zo’n volksstaat opkwam, het Vrijheidsfront van Constant Viljoen, heeft bij de verkiezingen eerder dit jaar flinke klappen gekregen. Ze spitst haar actie nu meer toe op culturele autonomie. Daarbij wordt wel eens verwezen naar de positie niet van Vlamingen of Walen, maar van de Duitstalige minderheid in België. De grondwet laat de oprichting van een volksstaat toe, op voorwaarde dat daarvoor in de betreffende regio een ruime steun bestaat. Dat blijkt nergens het geval te zijn. Veel Afrikaners zeggen nu ook dat ze helemaal geen aparte staat hoeven.

In hoeverre neemt de blanke minderheid in Zuid-Afrika deel aan de “African renaissance”, het nieuwe Afrikaanse zelfbewustzijn dat door president Thabo Mbeki wordt gepromoot?

Sachs: De gevoelens zijn gemengd in de blanke gemeenschap. Velen hebben het nog altijd moeilijk om zich aan te passen aan het nieuwe Zuid-Afrika. Maar de grote angst voor het nieuwe regime is verdwenen. De figuur van Nelson Mandela heeft meer gedaan om het racisme te vernietigen dan honderd sensitiveringscampagnes zouden kunnen. Dat Mandela prachtig Engels praatte en altijd mooi gekleed gaat, heeft daarbij zeker geholpen. Maar het ging wel dieper: plotseling groeide het besef dat zo veel talent zo lang opgesloten was geweest. Hoeveel andere Mandela’s zijn er in Zuid-Afrika?

Om in het reine te komen met het verleden van de apartheid, is de Waarheids- en Verzoeningscommissie opgericht. Waarom heeft men niet een soort proces van Neurenberg verkozen?

Sachs: De Europeanen houden van de Neurenberg-aanpak, ik vraag me af waarom. De Amerikanen ook. Er moet blijkbaar een slachtoffer zijn en een schuldige. Die moet boeten door de bak in te gaan of door geld te betalen. Wij wilden iets veel diepgaanders dan dat. Want Neurenberg heeft Duitsland niet veranderd. Neurenberg was voor de geallieerden. De Duitsers identificeerden zich niet met het proces, ze werden er niet bij betrokken. Ze accepteerden het zelfs niet helemaal.

Wij hadden een proces voor de natie nodig. Het was een zelfonderzoek. Het moest constructief en helend zijn, wij moesten daarna samen verder. Het moest fundamenteel fair zijn. Dus wat wij deden was in wezen amnestie ruilen tegen de waarheid. We verleenden geen algemene amnestie, wat de veiligheidsdiensten wilden, ieder individu moest naar voren komen en als hij de waarheid vertelde, kreeg hij amnestie. Naar mijn idee was de Waarheidscommisie een groot succes, maar ik weet dat ze erg omstreden is.

Niet iedereen is in staat tot de vergevingsgezindheid die de Waarheidscommissie van de de slachtoffers verwacht.

Sachs: Ik begrijp de gevoelens van degenen die boos zijn en die zich willen wreken. Iedereen heeft het recht om het verleden op zijn eigen manier te verwerken. Voor vele slachtoffers is de publieke erkenning van het leed dat zij geleden hebben, wel erg heilzaam geweest. Ik weet dat het rapport van de Waarheidscommissie van alle kanten is bekritiseerd, maar dat rapport was misschien wel het minst belangrijk. Het ging om het proces, dat langdurige proces van de waarheid bovenhalen, in het openbaar, met uitgebreide berichtgeving erover in de media. Dat is enorm waardevol geweest voor Zuid-Afrika.

U heeft ooit gezegd: Wij hebben een leven van passie geleid opdat Zuid-Afrika een saai land zou kunnen worden. Is Zuid-Afrika vandaag al saai?

Sachs: Het gevaar van een raciale oorlog en van een totale desintegratie van het land is verdwenen. De samenleving is normaler geworden. Maar vervelen doe ik mij niet. Er is zoveel in beweging. Zowel op rechtsgebied als in het culturele leven als op andere terreinen van de samenleving.

Zijn de Zuid-Afrikanen sinds het einde van de struggle tegen het apartheidsregime materialistischer geworden?

Sachs: Het lijdt geen twijfel dat een deel van het vroegere idealisme, van de offerbereidheid verdwenen is. Maar zo hoort het ook. Het mag niet van je gevraagd worden dat je je leven wilt geven voor een beetje sociale vooruitgang. Dat is aberrant. Het materialisme van de Zuid-Afrikanen is meestal terecht. Want stemrecht en democratie hebben een grote symbolische waarde, maar ze scheppen nog geen gelijkheid in het dagelijkse leven: ze verschaffen geen huisvesting, geen onderwijs, geen gezondheidszorg, geen culturele ontplooiing.

Volgens sommigen is het Mandela-tijdperk, de periode van de transitie en van de verwerking van het verleden nu afgesloten. De eerste prioriteit is nu de economie. Want de komende jaren zijn op dat gebied beslissend voor Zuid-Afrika.

Sachs: Dat klopt in grote lijnen. We hebben het uur van de strijder gehad, het uur van vredemaker en het uur van de wettenmaker. En nu is het het uur van de ondernemer en de econoom. Maar je kunt dat niet abstract bekijken. De economie kan alleen maar werken als er voldoende vertrouwen is in het hele staatsbestel. Maar ik denk dat er gunstige signalen zijn, dat we op de rand van de economische doorbraak staan.

Eind jaren tachtig, toen u in ballingschap was in Mozambique, werd u het slachtoffer van een bomaanslag. U hebt daarbij een arm verloren. Onlangs hebt u de man ontmoet die verantwoordelijk was voor de aanslag. Hoe moeilijk was dat?

Sachs: Ik ben blij dat ik hem heb gezien. Het was een zeer intens moment. Maar het was wellicht makkelijker voor mij dan voor hem. Ik ben nu een rechter, hij moest een moordpoging bekennen. Het was een vorm van wat ik mijn “zachte wraak” noem: weten dat de waarden waarvoor ik al die jaren heb gestreden, overwonnen hebben.

U noemde het een cultuurschok om na zovele jaren van verzet opeens deel uit te maken van het establishment. Bent u het al gewend?

Sachs: Sommige schokken zijn wel prettig, hoor. Maar inderdaad, het was bevreemdend. Wij hadden het altijd over the bloody government, dat was bijna een vaste uitdrukking. Nu kunnen we dat niet meer zeggen. Wat voor mij belangrijk is, is dat ik als lid van het Grondwettelijk Hof geen macht uitoefen, maar de macht van anderen begrens. Ik moet over niemand bazen, ik moet niemand achter de tralies gooien. Ik moet alleen onze prachtige grondwet, die ik zelf heb helpen schrijven en waarin ik zeer geloof, doen respecteren. De prijs die ik moet betalen voor mijn functie is alleen dat ik over gevoelige maatschappelijke kwesties niet zomaar mijn mening mag ventileren. En dat ik mij in het openbaar moet “gedragen”. Ik draag bijvoorbeeld niet graag dassen. Maar heel veel heb ik mijn levensstijl niet aangepast. Mogen mensen in mijn positie soms niet op straat lopen met een boodschappentas?

Vanwaar haalt u de kracht om, na het leven dat u hebt gehad, zo sereen te zijn?

Sachs: Mijn kracht komt voort uit het leven dat ik heb geleid, de mensen die ik heb gesproken, de liefde die ik heb gekend. Het is ook een bijzondere ervaring om mee te maken dat alles waarnaar je hebt verlangd, waarin je hebt geloofd terwijl iedereen je gek verklaarde, uiteindelijk werkelijkheid is geworden. Dat geeft je sterkte.

Christine Albers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content