Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge, Erik Suy, Monika Van Paemel en Etienne Vermeersch.

Mevrouw Van Paemel, de Antwerpse Boekenbeurs heeft alweer een recordaantal bezoekers over de vloer gekregen. Stemt dat u tevreden?

Monika Van Paemel: Vanuit commercieel oogpunt is dat een succes, en het is toe te juichen dat het boek tien dagen lang uitgebreid onder de aandacht wordt gebracht. Bij mijn weten bestaat een dergelijke organisatie in Nederland niet, misschien is het daar ook niet nodig omdat de distributie en de uitgeverijen er beter floreren. De Boekenbeurs trekt ongetwijfeld mensen aan die anders nooit de drempel van een boekhandel overschrijden. Jammer genoeg krijgt dat geen verlengstuk tijdens de rest van het jaar. Het succes is te weinig gespreid. Bovendien wordt steeds meer gefocust op enkele titels, die kort voordien om welke reden ook uitgebreide aandacht in de pers hebben gekregen. Die vliegen de deur uit, maar dat is geen bewijs van een grotere verspreiding van de literatuur. Het is het verschil tussen commercie en cultuur.

Het thema was de Franstalige en Duitstalige Belgische literatuur. Zal die nu populairder worden in Vlaanderen?

Van Paemel: Ik betwijfel het. Daarvoor is er te weinig voor- en nawerking. Ik vrees dat de Boekenbeurs en het gewone boekhandelcircuit te weinig samenwerken om gedurende een langere periode bepaalde onderwerpen in de spots te zetten, en om daarrond iets te organiseren. De kennis van de literatuur in de andere gemeenschappen is bijzonder klein. De debatten daarover kregen wel een behoorlijke belangstelling, maar misschien was dat vooral uit nieuwsgierigheid om auteurs in levende lijve te zien, alsof het entertainers zijn, meer dan dat men hun boeken wil gaan lezen. Nu, dat is een algemeen fenomeen op de Boekenbeurs.

De grootste attractie op deze beurs was Regina Louf. Vindt u dat jammer?

Van Paemel: Ik ben niet afgunstig, maar het fenomeen is verontrustend. Deze mevrouw is door de media gemaakt en wordt inderdaad als een attractie gezien door het grote publiek. Dat wordt geprikkeld door de vraag “waar of niet waar”, en door een bijna pornografisch getinte nieuwsgierigheid naar de details die men in dat boek hoopt aan te treffen. Ik vrees dat velen van diezelfde mensen klaar staan met huichelachtige morele verwijten aan politiek en justitie, en aan machthebbers in het algemeen die per definitie niet deugen. Ze schreeuwen hun afschuw over kinderpornografie uit, maar staan likkebaardend in de rij voor het boek van mevrouw Louf. Kranten die de aanstootgevende details hebben gepubliceerd, zagen hun verkoop de hoogte in schieten. Van die hypocrisie word ik langzamerhand ziek.

De sfeer rond mevrouw Louf en haar boek heeft iets goors. Iets dat zich ook heeft ontwikkeld rond de ouders van de vermoorde en ontvoerde kinderen. Eerst wordt de pers gebruikt om de aandacht op een bepaald onrecht te vestigen, met recht en reden vaak. Dat levert sommige mensen plots een gigantische media-aandacht op, waarvan ze geen afstand meer kunnen nemen. Velen proberen daarom die aandacht met nieuwe initiatieven gaande te houden en gaan uit de bocht. Het immense leed dat hen is aangedaan, verleent hen nog geen onfeilbaarheid. Verdriet heiligt niet en is geen vrijbrief om om het even wat uit te kramen of te doen. Het mag niet zo ver komen dat men de overledenen gaat misbruiken.

Moet het boek van Regina Louf verboden worden?

Van Paemel: Zowel wie dit uitgeeft als wie dit koopt, draagt een grote verantwoordelijkheid. Maar boeken verbieden opent de deur voor andere vormen van censuur, die een minder eerzaam doel dienen. Het recht op vrije meningsuiting is een van de grootste kostbaarheden van de democratie. Zet dat dus niet op de helling voor hier en daar een ontsporing. Ook al ben ik het niet met u eens, ik zal er altijd voor vechten dat u het recht hebt uw mening te uiten. Maar wie dat recht voor commerciële doeleinden misbruikt, zoals de jongste tijd in de media is gebeurd, effent een gevaarlijk pad. Met enkele hoogst betwistbare publicaties is de pers zelf het recht op een vrije pers in het gedrang aan het brengen. Getuige de reactie van het gerecht, dat te pas en te onpas met huiszoekingen op redacties uitpakt, en dat de geheimhouding van de bron aanvecht.

Gaat het recht op vrije meningsuiting zo ver dat Regina Louf haar ouders valselijk mag beschuldigen?

Van Paemel: Met die vraag zitten we nu jammer genoeg opgescheept. Je bent geneigd nee te zeggen, mochten de consequenties niet zo verstrekkend zijn. Daarom zeg ik dat wie dit verhaal publiceert, een grote verantwoordelijkheid draagt. Je laat niet iemand van zulke gruwelijke feiten beschuldigen, als je niet honderd procent zeker bent dat die beschuldigingen juist zijn. Het minste wat je in het geval van Regina Louf kan zeggen, is dat er twijfel heerst over het waarheidsgehalte van haar verklaringen of herinneringen. Als het niet waar is wat zij haar ouders aanwrijft, is die mensen schade toegebracht die nooit meer kan hersteld worden. Het is al te schrijnend te suggereren dat ze dan maar naar de burgerlijke rechtbank moeten stappen. Om daar hun eigen kind aan te klagen? Mag ik er even op wijzen dat dit ook ouders zijn. Ze kunnen zich, mede door de sociale klasse waartoe ze behoren, misschien minder goed verdedigen dan de ouders uit de Witte Mars. Maar dezelfden die schande spraken over wat de ouders van de vermoorde kinderen is aangedaan, zitten blijkbaar veel minder in met het leven en de reputatie van de ouders Louf. Ze moeten me dat eens proberen uit te leggen.

De communautaire spanningen zijn weer gevoed door het verbieden van het Vlaams Blok-congres in Brussel, de rel rond het niet uitnodigen van Luc Van den Brande op de 11-novemberviering in Ieper, en de oproep van het Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingen om een Vlaamse staat op te richten.

Van Paemel: Ik sta er verbaasd op te kijken, hoe het idee van een Belgische staat door allerlei op zich onbeduidende incidenten steeds moeilijker houdbaar wordt. Er wordt ons zo vaak voorgehouden dat we beter af zijn zonder de Walen, dat je dat willens nillens ook zo gaat aanvoelen. Wie zich daartegen wil verzetten, krijgt weinig bruikbare argumenten van Franstalige kant, waar men misschien met afgunst naar Vlaanderen kijkt, maar zeker niet met respect. De Walen zitten gevangen tussen klagen en aanklagen. Ze moeten beseffen dat op die manier een federale staat, waarin ze nota bene de minderheid vormen, niet kan overleven. En wie met het idee flirt van een aanhechting bij Frankrijk, moet inzien dat Parijs enkel geïnteresseerd is in Brussel. Aan een nieuw armlastig departement in het noorden, heeft het geen behoefte.

De incidenten rond het Blok en Van den Brande illustreren het steeds verder uiteengroeien van Vlamingen en Franstaligen. Door het Vlaams Blok-congres te verbieden heeft dat meer belangstelling gekregen dan het verdiende, en oogst het Blok bij veel Vlamingen sympathie. Je zou bijna denken dat de Franstaligen het met kwaad opzet doen. Met het niet uitnodigen van Van den Brande ben ik voorzichtiger, omdat ik niet weet of dat bewust is gebeurd. Gezien de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog is het evident dat de Vlaamse regering vertegenwoordigd is bij een herdenking. Als het een vergetelheid was, had ze discreter en efficiënter rechtgezet kunnen worden. Als het geen vergetelheid was, gaat het om een ernstige belediging. In beide gevallen is deze plechtigheid, waar de vrede centraal zou moeten staan, misbruikt voor communautaire brandjes.

De bisschoppen hebben de christelijke gemeenschappen gevraagd opvangplaatsen voor illegalen te voorzien.

Van Paemel: Men moet absoluut een onderscheid maken tussen migranten, illegalen en asielzoekers. Met die laatste categorie ben ik, vanuit mijn betrokkenheid bij ex-Joegoslavië, te goed vertrouwd om mij te lenen voor goedkope en emotionele kretologie. Asiel betekent: bescherming verlenen aan personen die elders in gevaar zijn. Dat begrip is niet noodzakelijk van toepassing op iedereen die hier in de illegaliteit leeft. Er zijn mensen die zich zonder toestemming gevestigd hebben, vaak steun krijgen van het OCMW, en tegelijkertijd een flinke cent bijverdienen in het zwarte circuit. Van het poetsen van huizen, over het onderhouden van tuinen, tot het prostitutie- en drugsmilieu. Naar onze normen leven ze hier vaak in weinig comfortabele omstandigheden, maar voor hen is het hier een stuk beter dan in eigen land. De overheid moet deze “sans papiers” geval per geval herbekijken.

Wat het asielbeleid in zijn echte betekenis betreft, zet ik mij af tegen wie open grenzen wil, en zo een oncontroleerbare stroom vluchtelingen aantrekt. Ik pleit voor asielcontracten: mensen in nood krijgen verzorging, onderdak, fysieke bescherming en emotionele steun, maar verbinden zich ertoe naar hun eigen land terug te keren als de toestand daar geregulariseerd is. En een goede politiek moet er dan op gericht zijn om die mensen bij hun terugkeer te begeleiden, en te helpen bij de wederopbouw van hun eigen infrastructuur en leefgemeenschap. Als het kan met ngo’s, als het moet met soldaten. Men onderschat die factor op meerdere plaatsen. Het Daytonakkoord over Bosnië zal nooit functioneren, zolang de terugkeer van de vluchtelingen niet geregeld is. Hetzelfde geldt voor de Palestijnse vluchtelingen in Israël.

In het buitenland is de militaire dreiging tegen Irak weer afgenomen.

Van Paemel: Ik luister met scepsis naar de Amerikaanse argumenten. Is Saddam Hoessein werkelijk zo listig dat hij in het geniep voortwerkt aan massavernietigingswapens, onder de neus van de VN-inspecteurs en bespioneerd door een vloot satellieten? Tegen staten als Israël, Cyprus of Turkije worden minder ultimata gesteld. De toegeving van Saddam wordt voorgesteld als een overwinning voor Washington, maar de internationale politiek van de Amerikanen maakt weinig indruk. In Afghanistan hebben ze de verkeerde partij met wapens bevoorraad, in Centraal-Afrika idem, om van Israël maar te zwijgen. Tussen Irak en Iran hebben ze ook nooit kunnen kiezen.

Ondanks alles wat tegen Saddam kan worden aangevoerd, was Irak een land dat een zekere ontwikkeling doormaakte. Er was een opvoedingssysteem opgebouwd, vrouwen hadden er rechten waar ze in omringende Arabische landen niet eens van dromen. De Amerikanen steunen allesbehalve democratische staten als Saudi-Arabië en Koeweit, maar voor Irak kennen ze geen genade. En ondanks alles blijft Saddam rustig buiten schot, en worden in de hele moslimwereld anti-Amerikaanse gevoelens opgewekt. Sta ons bij voor nieuwe precisiebombardementen. Dat zal ongetwijfeld duizenden burgerslachtoffers maken, wat extremisten bijna de toelating geeft om Amerikaanse ambassades of vliegtuigen op te blazen. Eén gifbommetje richting Jeruzalem en de Palestijnse zaak is voorgoed verloren.

De Israëlische regering heeft, zonder een echte meerderheid, het akkoord van Wye Plantation goedgekeurd. Maar intussen is in Har Homa de aanbesteding voor de bouw van duizend nieuwe woningen uitgeschreven.

Van Paemel: Wye Plantation is een doekje voor het bloeden, dat Israël niet belet om nog meer grond van de Palestijnen in te pikken, en zo het gezag van Yasser Arafat over extremistische Palestijnse groepen verder te verzwakken. Waarna Israël in het terrorisme een excuus vindt om verder te gaan met zijn verovering. De hypocrisie rond de vredesakkoorden voor het Nabije Oosten is ondraaglijk. Israël heeft maar van één ding spijt: dat de laatste Palestijn niet verjaagd is. Men wil geen vrede. De Palestijnen krijgen keer op keer eerst een aai over de bol, en daarna een trap onder hun achterste. Het zou me niet verbazen als Israël zelf Palestijnse bomaanslagen uitlokt of organiseert, om de schroeven weer wat strakker te kunnen aandraaien.

MONIKA VAN PAEMEL

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content