“Judith” van Barker in Arca.

De Engelse toneelschrijver Howard Barker blijkt nu eindelijk ook op het vasteland bekend te worden. In het KunstenFESTIVALDesArts in Brussel zijn twee stukken van hem te zien. Hij komt ze zelf toelichten en er is een extra nummer van Alternatives Théâtrales aan hem gewijd. Maar Arca in Gent creëert het eerst een stuk van Barker in het Nederlands: “Judith”. Het was in 1966 kort in Nederland te zien in een realisatie van The Wrestling School, een groep acteurs die zich, soms in een regie van Barker, engageren om diens teksten te bestuderen en wereldwijd te spelen.

Uitgangspunt voor “Judith” is het bekende Bijbelverhaal. Zoals altijd bij Barker zijn mythes of historische achtergronden enkel aanleiding tot het blootleggen van politieke en sociale dubbelzinnigheden, verpakt in vervreemdende vormen. Ondertitel van “Judith” is “Een scheiding van het lichaam” en dit is letterlijk te nemen. De vrome en aantrekkelijke Judith wil haar stad van de ondergang redden en gaat de wrede Holofernes tegemoet. Ze verleidt hem en hakt in zijn slaap zijn hoofd af. Verstand en gevoel zijn nu gescheiden, de kwade geest is dood en de baan is vrij voor ongeremde lust. Judith vrijt met het zielloze lichaam van de bruut die alleen maar genoot bij het ombrengen van mensen. Maar ook bij Judith liggen lust en dood dicht bij elkaar.

Wat Barker met “Judith” bedoelt, is niet duidelijk in de voorstelling van Arca. Regisseur Ernst Löw neemt het stuk en de vertaling van Annelies Eulen duchtig onder handen, zonder er evenwel een meerwaarde aan toe te voegen.

Op een kale scène staan 4 micro’s opgesteld en Löw, Aafke Bruining (Judith) en Viktor Peeters vertellen afwisselend en fragmentarisch wat voor vreselijks er allemaal gebeurt. Löw maakte zelfs van het eerste deel een berijmde versie en heeft kennelijk genoeg aan het micro-effect ervan. Deze vrijpostige en zogezegd epische benadering zou te verdedigen zijn indien ze bijdroeg tot enige verheldering. Maar het blijft donker omtrent wezen en motivatie van de personages. Af en toe duikt iets op dat naar het joods-Arabisch conflict verwijst of dat de man-vrouwrelatie parodieert. Maar verder dan een knipoogje naar het publiek gaat het niet.

“Kunstenaars zijn niet aan de macht, maar hebben de macht van de verbeelding”, heet het in de inleiding tot een van de stukken van Barker. In de “Judith” van Arca is beelding noch verbeelding te bespeuren.

In Arca tot 30.5 en op reis. Info: (09) 225.18.60.

Roger Arteel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content