Volgens scientias.nl, een website met nieuws over wetenschap en technologie, blijkt uit een Zweedse studie dat het leren van een vreemde taal ons brein doet groeien. Dat concluderen onderzoekers van de Universiteit van Lund in het wetenschappelijke tijdschrift NeuroImage uit een vergelijking van hersen-scans van twee groepen mensen. Hun experimentele groep bestond uit veertien studenten die een extreem intensieve talenstudie volgden om in tien maanden vloeiend Russisch, Arabisch of Dari (een soort Perzisch) te leren spreken, en hun controlegroep uit zeventien studenten van een opleiding medicijnen of cognitieve wetenschappen. ‘Die studeerden minstens even hard’, schrijft scientias.nl. ‘Maar na drie maanden bleek hun hersenstructuur niet veranderd, en die van de taalstudenten wel. Hele specifieke delen van het brein bleken groter geworden. Het ging om de hippocampus (betrokken bij onder meer het leren van nieuwe dingen) en drie gebieden in de hersenschors.’

Om te beginnen zegt de grootte van een brein niet noodzakelijk iets over intelligentie. De hersenen van een man zijn gemiddeld groter dan die van een vrouw, en die van een olifant (5 kilo) zijn veel zwaarder dan die van een gemiddelde volwassen mens (1,2 kilo).

Maar stel dat we functionaliteit belangrijker vinden dan ontspanning. Nemen we dan volgens dit onderzoek beter een woordenboekje mee op reis dan een Nederlandstalige roman of non-fictie?

Niet per se. Hoewel de ene wetenschapper de studie robuuster vindt dan de andere – neuroloog Rik Vandenberghe (KU Leuven) relativeert het bewijs voor de toename van het hersenvolume quasi weg – bevestigen vier geraadpleegde experts dat intensief talen studeren (delen van) het brein en de scherpte ervan kunnen vergroten. Maar dat effect heeft studeren tout court, zeggen ze eensgezind. Ze verwijzen daarbij naar ander onderzoek, bij Londense taxichauffeurs bijvoorbeeld, die na het memoriseren van het wegennetwerk een meer gezwollen hippocampus bleken te hebben.

Wat telt is dus niet de aard van wat je leert, maar de intensiteit waarmee je dat doet. ‘Dat je de hersenaanwas bij die taalstudenten makkelijker ziet dan bij studenten geneeskunde komt doordat die laatste groep hersengebieden aanspreekt die veel verspreider liggen’, zegt Miet De Letter (UGent). Zij is doctor in de logopedie en is gespecialiseerd in neurolinguïstiek, de wetenschap die de relatie tussen taal en onze hersenen bestudeert. ‘Het aantal zenuwcellen in onze hersenen ligt van bij de geboorte vast. Maar de verbindingen ertussen, die maken dat we leren stappen, spreken of pianospelen, worden pas nadien gevormd. Die kunnen sterker of zwakker worden, en in aantal toe- of afnemen.’

Taalwetenschapper en neurolinguïst Piet Van De Craen (VUB) leest in het Zweedse onderzoek een argument pro immersieonderwijs, waarbij leerkrachten vakken zoals wiskunde, aardrijkskunde en geschiedenis geven in een andere taal dan het Nederlands. ‘Uit eigen onderzoek blijkt dat die leerlingen betere resultaten behalen op taal én rekenen’, zegt hij. Maar geldt dat voor alle leerlingen? Miet De Letter betwijfelt dat. ‘Een kind dat geen talent heeft voor talen, raakt gefrustreerd. Immersieonderwijs stimuleert dan niet, maar remt het leren veeleer af.’

Conclusie

Vreemde talen houden je geheugen in vorm. Maar omdat niet de aard van wat je leert maar de intensiteit waarmee je dat doet de breinwinst bepaalt, beoordeelt Knack de stelling dat vreemde talen je brein sterker stimuleren dan andere leerstof als grotendeels onwaar.

GROTENDEELS ONWAAR

Jan Jagers

‘Vreemde talen stimuleren je brein sterker dan andere leerstof’ Scientias.nl, naar onderzoek van de Universiteit van Lund

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content