Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Het Forum: plein in Rome, tussen Capitool en Palatijn, waar burgers samenkwamen om publieke zaken te bespreken en recht te doen.

Mijnheer Rogge, u hebt eind juni het zesde seizoen van Het Forum afgesloten en u trekt het zevende op gang. Maar dit is tegelijkertijd, tot onze grote spijt, uw afscheid.

Jacques Rogge: Ook tot mijn spijt, want ik heb met veel genoegen zes jaar lang meegewerkt. Ik hoop tot tevredenheid van uw lezers. Maar een mens is voor een deel wat zijn functie is, en als IOC-voorzitter moet ik met mijn uitspraken nu eenmaal voorzichtiger zijn dan als Forumlid. Daarom lijkt het mij aangewezen er na deze aflevering een punt achter te zetten. Maar ik zal in elk geval met veel belangstelling de gesprekken met mijn collega’s in deze rubriek blijven lezen.

U hebt hier zes jaar lang de internationale politiek becommentarieerd. Kunt u haar nu, vanuit uw nieuwe functie, mee beïnvloeden?

Rogge: Ach nee, laten we nederig blijven. Als ik een onderhoud heb met Vladimir Poetin of Jang Zemin blijft dat binnen de sfeer van de sport. Wij beheren met het IOC een belangrijke sociale factor, die in alle landen populair is en een inbreng van de regeringen vergt. Als ik in China ben, praat ik over de organisatie van de Spelen. Als ik binnenkort Romano Prodi ontmoet, zal ik weer ijveren voor de inlassing van een artikel over de sport in het Europees Verdrag. Er zijn raakvlakken, maar op de politiek zelf invloed uitoefenen, kan ik niet, en dat is ook niet mijn taak. De kruisbestuiving is wel iets intenser in het kader van grote manifestaties als de Olympische Spelen. De politiek speelt dan een belangrijke rol bij de praktische organisatie. En het IOC begeeft zich op het politieke terrein, zo men wil, door ervoor te zorgen dat alle landen aanwezig kunnen zijn, dat boycots vermeden worden, en dat de pers vrij kan werken.

Het IOC zou in tal van internationale geschillen kunnen bemiddelen.

Rogge: Daarvoor bestaan andere instanties. Wij kennen wel de traditie van de olympische vrede: we vragen uitdrukkelijk dat bij gelegenheid van de Spelen geen gewapende conflicten worden uitgevochten. Dat is in het algemeen goed gelukt en die politiek zullen we voortzetten. Maar zodra de Spelen voorbij zijn, is onze rol uitgespeeld. Wat we wel doen, is een vorm van ontwikkelingshulp aanbieden. Wij herinvesteren 93 procent van onze inkomsten in steun aan de basis. Het meest in de ontwikkelingslanden, waar we nauw samenwerken met de plaatselijke regeringen. En we blijven er bij internationale instanties als de Verenigde Naties of de Europese Unie op aandringen om de maatschappelijke betekenis en verdiensten van de sport juist in te schatten en te steunen.

Met de keuze van Peking voor de Spelen van 2008 zit u hoe dan ook in politiek vaarwater.

Rogge: Een boycot is, net als een terroristische aanslag, een permanente bedreiging voor alle Olympische Spelen. We zijn daarvoor alert, maar voor 2008 maak ik me geen grote zorgen. Ik geloof dat Peking op organisatorisch gebied geen enkel probleem zal stellen. Het is misschien een politiek controversiële keuze, maar dat waren in het recente verleden Moskou en Seoul ook. Die twee organisaties waren niet makkelijk, maar uiteindelijk zijn alle hindernissen overwonnen. Het standpunt van het IOC in verband met Peking is duidelijk: men mag niet verwachten dat wij de interne problemen in China zullen oplossen. We zijn tenslotte slechts te gast in een soeverein land, dat geeft beperkingen. En ik herhaal: het is niet onze roeping om interne strubbelingen in welk land ook op te lossen, of om tussenbeide te komen in een controverse zoals die tussen Peking en Taipeh. Wat we wél doen, is vragen dat binnen de sfeer van onze Spelen en onze sport, de mensenrechten en de persvrijheid gerespecteerd worden. Dat is ook aan de Chinese organisatoren klaar en duidelijk gezegd, en ik verwacht geen moeilijkheden.

Hoe heeft u de eerste anderhalve maand in uw nieuwe job beleefd?

Rogge: Ik ben er noodgedwongen onmiddellijk ingevlogen en heb zeer veel gereisd, omdat in de zomermaanden in tal van sporttakken grote internationale competities worden gehouden. Ik ben onder meer in Japan, de VS, Canada en China geweest. Dat was een zwaar reisschema, maar het ging om belangrijke vergaderingen die in de marge van allerlei kampioenschappen plaatsvinden. Daarnaast heb ik de dossiers in eigen IOC-huis moeten instuderen. Het is dus zeer druk geweest.

U bent niet de enige Belgische voorzitter van een internationale federatie, de Belgische regering is voorzitter van de Europese Unie. Eenderde van de termijn is inmiddels al achter de rug. Hoe evalueert men in internationale kringen het Belgische voorzitterschap?

Rogge: Het is te vroeg voor een beoordeling omdat in juli en augustus de politieke activiteit op een laag pitje staat. Het echte werk moet nu beginnen. Wat ik de voorbije weken in het buitenland gemerkt heb, is de internationale profilering van Louis Michel (PRL), nu als voorzitter van de Europese ministers van Buitenlandse Zaken. Zijn tochtje op een Harley-Davidson door Havana is de wereld rond gegaan en was als mediatieke zet een voltreffer. Maar het Belgische voorzitterschap zal worden beoordeeld aan de hand van de top van Laken, en om daarvan een succes te maken, zal de komende maanden erg hard gewerkt moeten worden. Hopelijk worden de ambities die premier Guy Verhofstadt (VLD) heeft geformuleerd waargemaakt. Europa heeft de voorbije jaren een vertraging opgelopen bij de hervorming van de instellingen, en bij het integreren van nieuwe leden. Het is hoog tijd dat in die twee met elkaar verbonden processen opnieuw een dynamiek op gang komt. De top van Nice eind vorig jaar en die van Göteborg in juni jongstleden waren in dat opzicht niet echt een succes. Het is belangrijk dat die trend gekeerd wordt in Laken. Maar eens te meer gaat het in feite over de eeuwige kwestie van het afstaan van soevereiniteit, wat voor bepaalde landen een te ver gaande stap is. Het gaat ook over de overgang van een rijk en bemiddeld Europa naar een veel groter Europa, dat politiek misschien meer gewicht krijgt, maar anderzijds geconfronteerd zal worden met nieuwe economische, monetaire en budgettaire problemen. Eigen bevoegdheden afstaan om het financieel minder goed te hebben, dat is niet evident.

De voorbije maanden is de antiglobaliseringsbeweging een van de meest besproken elementen in de internationale politiek geworden.

Rogge: Het feit alleen dat die beweging tot stand komt, wijst op een reële vrees die bij de bevolking leeft. Onder abstractie van de agitatoren die geweld uitlokken of plegen, gaat het om een zo brede beweging dat ze niet genegeerd kan worden. Seattle, Melbourne, Quebec, Genua… dergelijke protestbetogingen kan je niet voeden als er geen steun is in ruime lagen van de bevolking. Of de angst voor de globalisering gegrond is, valt op dit moment niet te zeggen, al zullen de antiglobalisten op bepaalde punten best gelijk hebben. Maar wat wel al duidelijk is, is dat de politieke leiders gefaald hebben in hun communicatie. Ze hebben de antiglobaliseringsbeweging onderschat en hebben in deze en aanverwante materies te weinig rekening gehouden met het voorbehoud van hun bevolking. De economische globalisering holt intussen verder, maar de politiek kan nog altijd een belangrijke rol spelen door buffers in te bouwen en limieten te stellen. Dat is niet hetzelfde als vervallen in protectionisme.

In Durban is de VN-conferentie tegen racisme van start gegaan. Verwacht u daar iets van?

Rogge: Grote internationale conferenties, zoals over de vrouw of over het milieu, zijn vaak een doorbraakmoment geweest voor een kentering op langere termijn. De conferentie over het racisme behandelt een evenwaardig thema, maar dreigt te verzanden in allerlei emotionele politieke afrekeningen, wat veel minder het geval was met die over milieu of vrouwenrechten. Die boden een blik op de toekomst, Durban houdt zich te veel bezig met het verleden, wat geen zoden aan de dijk zet. Als VN-commissaris Mary Robinson iedereen overtuigt dat de lessen van het verleden, hoewel ze niet vergeten mogen worden, toch vooral moeten dienen om een actie voor de toekomst te ontwikkelen, kan de conferentie een positief resultaat boeken.

De Zuid-Afrikaanse president Thabo Mbeki heeft al gesteld: de grens tussen rijk en arm is de grens tussen blank en zwart. En de Afrikanen willen excuses voor slavernij en kolonialisme.

Rogge: We kunnen niet vooruitlopen op wat de uiteindelijke resoluties zullen vertellen, maar je merkt bij dit soort vergaderingen steeds vaker dat de ontwikkelingslanden zich affirmeren en niet langer bereid zijn de dictaten van het rijke noorden zomaar te slikken. Dat was al duidelijk te merken op de milieuconferentie. Het is een terechte en bemoedigende evolutie, die doet terugdenken aan de oprichting door Pandit Nehru van de Vereniging van Nietgebonden Landen, die plotseling ook een ander geluid liet horen.

Tijdens de zomermaanden is het conflict tussen Israël en de Palestijnen geëscaleerd. Valt dat ooit op te lossen?

Rogge: Ik durf niets te voorspellen. Het duurt al zestig jaar, dat in Noord-Ierland gaat al negentig jaar mee en daarvoor is een oplossing ook weer een stuk verder weg. De Balkan is een andere broeihaard waar de brand met regelmatige tussenpozen uitslaat, zelfs na tien of twintig jaar afkoeling. Ik ben niet optimistisch voor die diepgewortelde conflicten.

De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer wil bemiddelen tussen Israëli’s en Palestijnen. De Duitsers willen hun positie in de wereldpolitiek wat meer kleur geven.

Rogge: Dat is hun goed recht en de bemiddelingspoging van Fischer is positief, zeker gezien de last van de Duitse geschiedenis in deze problematiek. Duitsland is een groot land, heeft meer dan tachtig miljoen inwoners, is de economische koploper van Europa, en heeft met zin voor verantwoordelijkheid en sereniteit afgerekend met zijn verleden, zonder dat te willen vergeten.

De Duitsers nemen ook deel aan Essential Harvest, de NAVO-macht die in Macedonië de wapens van de Albanese rebellen inzamelt.

Rogge: Deze keer is de NAVO vrij snel tussenbeide gekomen, en hopelijk kan dat een verdere uitbreiding van de vijandelijkheden stoppen. Macedonië is maar een klein land en de strijdende partijen zijn niet zo goed uitgerust als in Bosnië of Kosovo, dat maakt een interventie makkelijker. Niettemin was ze dringend nodig, want het politieke belang van Macedonië is even groot als dat van de andere ex-Joegoslavische republieken: een interne oorlog daar kan net zo goed de hele Balkan weer doen ontploffen.

In Den Haag is de Servische ex-president Slobodan Milosevic nu officieel van genocide beschuldigd. Maar hij blijft de bevoegdheid van het Joegoslavië-tribunaal aanvechten.

Rogge: Iedereen is het erover eens dat dat tribunaal een belangrijke plaats zal innemen in de geschiedenis van de internationale rechtspraak. Er bestaat geen straffeloosheid meer voor misdaden tegen de menselijkheid. De arrestatie van Milosevic zal potentiële dictators hopelijk tot nadenken stemmen. Hij noemt het Joegoslavië-tribunaal een politiek instrument, maar je kan elke instelling die door een regering in het leven is geroepen politiek gekleurd noemen. Niemand twijfelt aan de integriteit van het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, al is ook dat opgericht en betaald door regeringen. Dat geldt voor zo goed als alle rechtbanken, maar de scheiding der machten moet de onafhankelijkheid van de rechters garanderen. De goede werking van het Joegoslavië-tribunaal mag een stimulans zijn om het idee van een permanent internationaal strafgerechtshof niet op te geven. In Rome is daarover twee jaar geleden een akkoord bereikt, maar niet alle landen zijn even happig om het ook daadwerkelijk te doen functioneren. Ik vermoed dat dat een kwestie van tijd is, maar te lang zou het best niet duren.

Jacques Rogge is voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité.

JACQUES ROGGE

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content