Hubert van Humbeeck

Het was vast louter toeval dat de Volksunie ooit zijn intrek nam in een pand aan het Barricadenplein. De Vlaamse leeuw wapperde er ongegeneerd op een plek in Brussel die met veel Belgische symboliek is beladen. De Congreskolom staat bij manier van spreken om de hoek, aan de rue Royale die de kerk, het kapitaal van de Société Générale en het paleis van de koning met elkaar verbindt.

De leeuwenvlag heeft daar vandaag iets van een overjaars rebels gebaar, op het moment dat de rol van de partij als politieke factor van belang is uitgespeeld. Dat kwam alvast pijnlijk tot uiting in de manier waarop de Vlaamse coalitiepartners van de VU verbaal met elkaar op de vuist gingen om de opbrengst van Lambermont te verdelen – nog voor dat akkoord met de Franstaligen in het parlement goed en wel was aangenomen. Ze stoorden er zich in ieder geval niet aan dat dit akkoord de doodsteek gaf aan de partij van de VU-collega’s, met wie ze nog altijd in de regering zitten. Ze hadden misschien beleefdheidshalve kunnen wachten tot de begrafenis was geregeld.

Zoals de Amerikaan Paul Auster schreef in zijn ‘In the Country of Last Things’: we zijn allemaal getuige van ons eigen kleine drama. In september beslissen de leden van de VU welke groep welke brok uit het Vlaams-nationale huishouden krijgt en daarna is het elk voor zich. Het wordt trouwens nog afwachten hoe die ledenstemming uitpakt: vooral oudere VU’ers hebben vaak een sterk emotionele band met hun partij, met de strijd voor respect, met de Vlaamse groei naar volwassenheid. Maar het lot dat de Volksunie beschoren is, kan ook voor hen niet meer als een verrassing komen. Er werd twee jaar geleden al bijna hardop gefluisterd dat de VU met het paarse avontuur aan zijn laatste reis begon.

Politieke partijen hebben het eeuwige leven niet. Maar het is zeldzaam dat een partij zichzelf ontbindt onder de ogen van wie wil toekijken. Omdat datgene wat de delen scheidt belangrijker is geworden dan datgene wat hen zou kunnen samenhouden. Er leefden in de Volksunie altijd scherpe maatschappelijke tegenstellingen. De strijd tussen links en rechts stamt van diep in de jaren zeventig. Het was de partij van Maurits Coppieters en Nelly Maes, maar tegelijk ook van Jef Valkeniers en Wim Jorissen. Alleen vond de VU nu al jaren geen project meer dat de verschillen kon overbruggen, op het moment dat het communautaire programma daartoe niet meer bij machte was. Het ID21-speeltje van Bert Anciaux slaagde er niet in om bruikbare gedachten te sprokkelen, maar het rafelde de partij ondertussen wel vakkundig uit elkaar. De minister van Cultuur zal straks ondervinden dat de andere partijen wel tuk zijn op zijn kiezers, maar dat zijn grillen van hemzelf voor iedereen een permanent politiek risico maken.

Het bloed dat de voorbije maanden op en om het Barricadenplein is gevloeid, de bittere scheldpartijen, de dolksteken in de rug, het stemt allemaal niet vrolijk. Vooral de christen-democratie zou er goed aan doen om niet van al te veel leedvermaak blijk te geven. Sinds ze in de oppositie is verzeild, is ze al net zo verscheurd als de VU. Het lijkt alsof de CVP er geen idee van heeft wat ze moet aanvangen met het menselijke kapitaal waarover ze nog beschikt. Hoe past een partij zoals de CVP in deze tijd? Bovendien dreigt ze met de club rond Johan Van Hecke haar eigen ID21 in haar schoot te koesteren.

Bij de organisaties die van oudsher bij de CVP aanleunen, rijzen grote vragen. De leiding van de christelijke arbeidersbeweging ACW werd tien dagen geleden op zijn algemene raad als het ware verplicht om binnen afzienbare tijd toch weer een congres te organiseren over de relatie tussen de beweging en de politiek. Versta: de CVP. In afwachting daarvan zullen bij de volgende verkiezingen, bij wijze van experiment, ook andere dan CVP-kandidaten worden gesteund.

Maar misschien schrok de ACW-leiding nog wel meer van de onverschilligheid die uit de enquête onder zijn leden sprak: terwijl de hele christen-democratie wankelt van twijfelzucht, halen de ondervraagde ACW’ers de schouders op. Het lot van de CVP gaat hen op dit moment niet ter harte. Het zou interessant zijn te vernemen bij welke formatie ze zich nu eventueel wél betrokken zouden voelen – als die partij al bestaat.

Want Agalev hoopt op ACW-steun, maar dat is – zie wat de CVP overkomt – geen verzekering van blijvend succes. De VLD bluft zich vooralsnog een weg door het politieke leven. De SP hoopt dat er ook buiten het wereldje mensen zijn die merken dat haar ministers paars boven water houden. Als het de VU in deze barre tijden een troost kan zijn: ook de anderen kunnen eigenlijk geen van allen rustig slapen. De herverkavelingsmachine zal dit najaar op volle toeren draaien.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content