De N-VA wil de functies en de financiën van de ziekenfondsen en de gezondheidszorg drastisch bijsturen. De toplui van de CM en de Socialistische Mutualiteiten bekijken de plannen met arugsogen. ‘We hebben het blijkbaar nog te goed in ons land. Een samenleving heeft solidariteit nodig, én mechanismen die de solidariteit organiseren.’

Als het van de N-VA afhangt, doen ziekenfondsen en vakbonden straks geen uitbetalingen meer van doktersrekeningen en werkloosheidsuitkeringen. Dat zou hen volgens analisten voor een existentieel probleem stellen: wat hebben die organisaties hun leden dan nog te bieden? De grootste partij van Vlaanderen zet daarmee de aanval in op het middenveld, heet het.

Hoe kijken Marc Justaert (Christelijke Mutualiteit) en Paul Callewaert (Socialistische Mutualiteiten) daartegen aan? ‘De vaagheid domineert in het N-VA-programma’, zegt Callewaert. ‘Ik zie vooral plannen die je op verschillende manieren kunt interpreteren.’ De christelijke topman blijft voorzichtiger. ‘Ik lees in geen enkel partijprogramma een aanval op de ziekenfondsen of de vakbonden. Men bekijkt onze werking wel kritisch, maar niemand wil ons afschaffen.’

Heren, de N-VA wil de derdebetalersregeling veralgemenen. Dat betekent: de patiënt gaat naar de arts, betaalt alleen het remgeld en de arts krijgt zijn geld rechtstreeks van het Riziv. Een wezenlijke aanval op de ziekenfondsen, want die verliezen hun rol als uitbetaler.

MARC JUSTAERT: Ik zie het verband niet. Ziekenhuizen hanteren die derdebetalersregeling nu al, maar de controle die wij doen verdwijnt niet, hè. Wij gaan nog altijd elke factuur na. Dit raakt niet aan onze existentiële opdracht.

PAUL CALLEWAERT: Ziekenfondsen doen zo veel meer dan doktersbriefjes uitbetalen. Ik zie dit ook niet als een directe aanval. Die veralgemening van de derdebetalersregeling kan op lange termijn zelfs het einddoel zijn. Maar dat is een proces in fasen. De facturatie moet eerst volledig geautomatiseerd zijn. En de ziekenfondsen moeten voldoende hefbomen in handen hebben om overconsumptie en fraude te bestrijden. Dan kan het. De zorg zal zelfs efficiënter zijn. Het verlaagt ook de drempel om naar een arts te stappen. En voor ons komt er tijd vrij om andere diensten te versterken.

JUSTAERT: Ik heb daar toch mijn twijfels bij. We komen al van ver. Op 1 januari wordt de derdebetalersregeling zelfs een recht voor sociale categorieën. Daar ben ik voorstander van. Maar het is niet evident dat verder uit te breiden. De artsen zijn er alvast niet voor. De derdebetalersregeling geeft ook aanleiding tot meer misbruik, overconsumptie en zelfs fraude, zo blijkt uit rapporten. Ik pleit voor voorzichtigheid.

Hoe zien jullie de rol van ziekenfondsen dan evolueren?

JUSTAERT: Onze eerste functie is het beheer van de ziekteverzekering voor onze leden. Maar wij evolueren van loketbediende naar consulent. Onze leden kunnen bij ons terecht met al hun vragen en problemen. Dat gaat niet alleen over de betaalbaarheid van de zorg, maar ook over de kwaliteit. Waar het tien jaar geleden taboe was te zeggen in welk ziekenhuis je terecht kon voor een gespecialiseerde ingreep, willen wij dat nu open communiceren. Wij doen ook aan preventie, bijvoorbeeld over beweging en gezonde voeding. Daar worden we te weinig voor gehonoreerd.

CALLEWAERT: (knikt) Adviseren én begeleiden, daar draait het om. Wij maken de mensen wegwijs in het zorgaanbod. Bestaat er een alternatief voor ons? Nee. De ziekenfondsen hebben een fundamentele rol te spelen in de ziekteverzekering. Wij liggen aan de basis ervan, en we zullen altijd essentieel blijven. Ook al wordt die derdebetalersregeling ingevoerd.

Een tweede heikel punt: de N-VA wil af van de ‘leuke dingetjes’ die ziekenfondsen terugbetalen, zoals saunabezoeken. De partij wil de verplichte aanvullende ziekteverzekering schrappen (die dekt voordelen en diensten – elk ziekenfonds kiest ze zelf – die niet in de gewone ziekteverzekering zitten). Een goede zaak?

JUSTAERT: Ik ben het volledig eens met het eerste deel: sommige ziekenfondsen gebruiken die gadgets, die prullaria, om deloyaal concurrentie te voeren en andere ziekenfondsen leden af te snoepen. Die gadgets moesten al lang verboden zijn.

CALLEWAERT: Toch een nuancering: voor de terugbetaling van die leuke dingetjes die de N-VA opsomt, gebruiken wij geen enkele cent van onze leden. Dat gaat over kortingen die partners ons aanbieden, zoals saunazaken. Máár: als men die verplichte aanvullende ziekteverzekering gaat afschaffen, dan snijdt men in het vlees van kankerpatiënten, van mensen met nierinsufficiëntie en van vele anderen. Die verzekering is de perfecte aanvulling op de gewone ziekteverzekering. Als je die afschaft, zet je veel mensen in de kou. Wie zoiets voorstelt, weet niet waarover hij spreekt.

JUSTAERT: Klopt. Dat afschaffen zou dom zijn. Met die beperkte aanvullende bijdrage kunnen wij zaken die niet in de ziekteverzekering zitten toch betaalbaar aanbieden, zoals ziekenvervoer. Als men dat afschaft, schrapt men een stuk solidariteit. (fel) En wie zal daar voordeel bij hebben? De rijken, zij die sowieso alles kunnen betalen. Is dat de maatschappij waar we naartoe willen? Nu goed, ik heb geen zin om elke maatregel van één bepaalde politieke partij te analyseren. Wij doen niet aan partijpolitiek. Er is trouwens een groot verschil tussen wat er in de partijprogramma’s staat en wat er na verkiezingen uitgevoerd wordt.

CALLEWAERT: Het zou bijvoorbeeld veel slimmer en socialer zijn om alle private ziekteverzekeringen overbodig te maken. Want die zijn niet solidair. Ze bieden de patiënt duurdere verzekeringen aan, en sluiten zo mensen uit. Als we de weg van de private verzekeringen verder opgaan, ondermijnen we het statuut van de ziekenfondsen, die wél nadenken over solidariteit.

Volgens de N-VA slorpen de ziekenfondsen te veel geld op. Ze wil onder meer knippen in de administratiekosten.

JUSTAERT: (schudt het hoofd) Onze administratiekosten bedragen zowat 3,5 procent van het totaal. Vergelijk dat maar eens met andere organisaties. Nergens zal het zo weinig zijn. Wij moeten hard werken om rond te komen. We worden ook streng gecontroleerd.

CALLEWAERT: Het plaatje is simpel. Van elke 100 euro in een private verzekering gaat 15 euro naar administratie. Bij ons is dat een kleine 4 euro. Dat is een groot verschil. De N-VA wil dat nu verminderen naar 3 procent, naar analogie met de kinderbijslagfondsen. Maar dat is een onzinnige vergelijking. Dat is appels met peren vergelijken.

N-VA-senator Louis Ide schreef begin deze maand in een opiniestuk: ‘Ondanks de astronomische budgetten (voor gezondheidszorg, nvdr.) blijven de belangrijkste kwaliteitsindicatoren erg negatief.’ Akkoord?

JUSTAERT: België scoort in internationale rankings heel goed op betaalbaarheid en toegankelijkheid, maar minder goed op kwaliteit. Is de kwaliteit slecht? Nee. Maar ze wordt niet genoeg gemeten, men publiceert geen cijfers. Daarom zullen we in Vlaanderen kwaliteitsindicatoren opstellen, en die zullen we doorgeven aan ziekenhuizen. Zij moeten die invullen en publiceren op hun websites. Ik ben ervan overtuigd dat de kwaliteit van onze gezondheidszorg recht evenredig is met de beschikbare budgetten. Enquêtes tonen ook aan dat de mensen tevreden zijn.

CALLEWAERT: Alles kan beter, maarzeggen dat wij niet aan de kwaliteitsvereisten voldoen, is bij de haren getrokken. Als het hier zo slecht zou zijn, waarom staan de parkeerplaatsen van de ziekenhuizen aan de grens dan vol met Nederlandse wagen? De indicatoren die Ide in zijn stuk aanhaalt, zijn geen kwaliteitsindicatoren. Hij misbruikt een aantal gegevens.

JUSTAERT: Ter illustratie, Paul, jaarlijks komen er 20.000 à 25.000 Nederlanders naar België om zich te laten verzorgen, voornamelijk voor hartoperaties en knie- en heupprothesen. Ze doen dat omdat de wachtlijsten hier minder lang zijn, en de zorg goedkoper en van betere kwaliteit is.

Ook Vlaams Parlementslid Mieke Vogels (Groen) haalt in haar onlangs verschenen boek scherp uit naar de ziekenfondsen.

JUSTAERT: Toen Mieke Vogels Vlaams minister was, zei ze net het omgekeerde. Ze bezong toen de lof van de ziekenfondsen, onder meer omdat ze de zorgverzekering mee op de sporen zetten. (fijntjes) Ik denk trouwens dat Mieke Vogels in haar eigen partij niet veel applaus heeft gekregen voor dat boek. Zij spreekt namens zichzelf.

CALLEWAERT: Vogels is duidelijk: zij wou de zorgverzekering aan de privésector geven, aan DKV. Zoiets verwacht ik van een groentje in de politiek, maar niet van iemand als zij. Ik vind haar uitspraken niet zo onschuldig. Het toont aan hoe bepaalde strekkingen denken. Had zij die zorgverzekering toen aan de privésector gegeven, dan zouden er veel mensen uitgesloten zijn. Was dat dan beter geweest?

Hoe verklaren jullie die aanvallen op ziekenfondsen en vakbonden?

JUSTAERT: Soms denk ik dat we het nog te goed hebben in ons land. De politieke verantwoordelijken hanteren een individualistische filosofie die op termijn niet houdbaar is. Een samenleving heeft solidariteit nodig, én mechanismen die de solidariteit organiseren. Gelukkig zien we onder onze leden wel een grote tevredenheid. De politiek vertolkt in dezen niet wat de burger wil. De kloof blijft bestaan.

CALLEWAERT: Ik denk dat er ook een strategie achter zit. Ziekenfondsen en vakbonden hebben een belangrijke rol gespeeld bij de opbouw van de welvaartsstaat. Wij vertalen de noden van de burger aan het beleid, en dat hebben sommige partijen niet graag. Zij willen andere zaken realiseren dan de noden van de burger. Voor hen zijn wij de grote hinderpaal.

Als u één tip mag geven aan de volgende regering, wat is die dan?

CALLEWAERT: Hou de fundamenten van de verzorgingsstaat in stand: de sociale zekerheid, voldoende middelen voor uitkeringen en gezondheidszorg, en de herverdeling. Dat is mijn grootste maatschappelijke bezorgdheid.

JUSTAERT: Ik zou ook zeggen: geef ons meer verantwoordelijkheid, en wij zullen – binnen de contouren die de regering uittekent – onze dienstverlening verbeteren en meedenken over efficiëntie.

Is er dan nog ruimte om te besparen in de gezondheidszorg?

JUSTAERT: Ja.Nu voeren te veel ziekenhuizen te veel complexe ingrepen uit. Ze moeten meer specialiseren. Longkanker, bijvoorbeeld, zou alleen uitgevoerd mogen worden in de ziekenhuizen met de meeste ervaring. Dat is goed voor de kwaliteit van de zorg, en het levert een flinke besparing op. We moeten weer wat meer naar echelonnering: regionale ziekenhuizen, algemene ziekenhuizen en gespecialiseerde centra. Dat zou een verstandige besparing zijn.

CALLEWAERT: Juist. En we moeten onze zorg zo inzetten dat we minder hoeven uit te geven. Denk maar aan de overconsumptie van geneesmiddelen.

JUSTAERT: Met andere woorden: het voorschrijfgedrag van artsen moet overeenkomen met de noden van de patiënt. Er kan inderdaad nog veel bespaard worden op dat vlak.

CALLEWAERT: De sector kan dat zelf controleren. Welke arts heeft een slecht voorschrijfgedrag? Wij hebben die gegevens. Geneesmiddelen afleveren per eenheid, per pilletje dus en niet langer per doos, zou een tweede besparing zijn. Pas op, ik vind dat het geld dat zo vrijkomt onmiddellijk weer in de gezondheidszorg geïnjecteerd moet worden. Er zijn nog zo veel noden die vandaag te weinig of niet aangepakt worden, zoals psychotherapie of bepaalde implantaten die te duur zijn. Helaas lees ik in al die partijprogramma’s weinig of niets over nieuwe investeringen.

DOOR PAUL COBBAERT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content