Het Waalse label Ricercar viert zijn 30e verjaardag met een prachtig naslagwerk.

De oude muziek, of beter gezegd de ‘historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk’ heeft sinds decennia een hoge vlucht genomen. Merkwaardig dus dat pas nu iemand op het idee is gekomen om een catalogus te maken van de vele typische instrumenten en proto-instrumenten die daaraan te pas komen. Jérôme Lejeune is stichter en directeur van Ricercar, het Waalse label dat het hebbeding onlangs uitbracht: een encyclopedie van bijna alle oude instrumenten van middeleeuwen tot classicisme, met daarbij acht cd’s met zeer goede luistervoorbeelden waarnaar in de tekst systematisch wordt verwezen. Het is voor Lejeune niets minder dan een levenswerk.

Merkwaardig dat niemand eerder heeft gedacht aan zo’n muzikaal geïllustreerd naslagwerk.

JÉRÔME LEJEUNE: Het idee voor de catalogus is haast dertig jaar oud. Sinds 1980 hebben we zo’n 300 opnamen uitgegeven – voor een klein, onafhankelijk label als Ricercar is dat een prestatie op zich. Maar het was al die tijd al de bedoeling om zo’n overzichtswerk te maken. Destijds doceerde ik muziekgeschiedenis aan het conservatorium en maakte ik uitzendingen voor Musique 3. Toen ik het over de Duitse barok had, wilde ik iets van Nikolaus Bruhns, leerling van Buxtehude en leraar van Bach, laten horen. Maar ik vond niks van hem. Te oordelen naar de partituur was het nochtans fantastische muziek. Zo is stukje bij beetje het idee voor dit project ontstaan. Vandaar ook de naam Ricercar: naar het Italiaans voor ‘opzoeken’.

Het is Ricercars handelsmerk, miskende of anderszins onbekende componisten een postuum forum te bieden. Hoe maakt u het onderscheid tussen miskend en gewoon niet goed genoeg?

LEJEUNE: Over dat onderscheid op zich gaat het niet. Concertorganisatoren zijn jammer genoeg vooral in volle zalen geïnteresseerd. Zij brengen grote namen, ook omdat het publiek een beetje lui is, van nature niet echt nieuwsgierig. Wat doet dan een musicus of organisator om zijn terrein wat uit te breiden en toch een goede recette te draaien? Hij maakt een programma met één onbekend stuk, omringd door bekende muziek. Maar in platenland kun je niet op die manier werken. Je kunt niet consequent bloemlezingen en allegaartjes uitgeven. Bovendien wilde ik me hoe dan ook concentreren op onuitgegeven werken.

Hoe hebt u de catalogus opgezet? Hoe begin je aan een lijst van ‘alle’ instrumenten?

LEJEUNE: Het was zoals gezegd geen bevlieging, er zijn decennia over gegaan. Er waren voorbereidende projecten: een barokgids in ’93, een renaissancegids in ’95. Bovendien was er mijn cursus organologie (instrumentkunde) waaraan ik voortdurend werkte. De catalogus is systematisch. Ik vertrek van de klassieke instrumentenfamilies: gestreken snaren, geplukte snaren, houtblazers, koperblazers… Ik heb overlegd met bevriende musici en bouwers, die ook goede aanspreekpunten waren om voor exotische instrumenten de juiste uitvoerder te vinden. Bovendien: volledig ben je nooit. Zelfs voor een organoloog zijn er nog ontdekkingen te doen. Wat is een ‘ oboe di selva’ (woudhobo)? Waarom heeft Bach nooit voor chalumeau (voorloper van de klarinet, nvdr) geschreven, terwijl zijn naburige collega’s dat wel deden? Er blijven genoeg vragen over.

Een hele opluchting. Het gedrukte deel van de catalogus doet qua bladspiegel een beetje denken aan de oude Kleine Winkler Prins: netjes, overzichtelijk geïllustreerd, de typische geur van kwaliteitspapier, en in het internettijdperk op een ontwapenende manier belegen.

LEJEUNE: Als ik informatie moet opzoeken, loop ik naar mijn bureau en pluk bijvoorbeeld een volume van de Groves (legendarische, Engelse muziekencyclopedie, nvdr). Geen google voor mij, dat werkt op mijn zenuwen. Ik sta op, zet mijn bril op en open een goedgemaakt boekdeel. Heerlijk. Daarom wilde ik voor deze catalogus een voorwerp dat aangenaam is om vast te nemen en te doorbladeren, en dat een plezier verschaft dat het turen naar een scherm ver overstijgt.

Het is geen toeval dat de catalogus net voor de feesten verschijnt. Wat is voor u de beste reden om hem aan te schaffen of cadeau te geven?

LEJEUNE: Ik moet denken aan wat Carl Philipp Emanuel Bach boven zijn sonates schreef: ‘ für Kenner und Liebhaber’. Voor kenners en liefhebbers. Mensen die met kennis van zaken een wijn drinken, of aan tafel een gesprek kunnen opzetten over cuisson of saus. Kennen en liefhebben, is dat reden genoeg?

DE GUIDE DES INSTRUMENTS ANCIENS IS UITGEGEVEN BIJ RICERCAR (RIC 100) http://www.ricercar.be

door rudy tambuyser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content