De Australische mensenrechtenactivist Grant Mitchell pleit voor een intensieve begeleiding van asielzoekers, zeker ook wanneer ze zijn uitgeprocedeerd.

De vorige keer dat Grant Mitchell België bezocht, stond het land in rep en roer over de opsluiting van kinderen in gesloten opvangcentra. Naar aanleiding van dat bezoek, in juli 2008, kondigde toenmalig minister van Asiel en Migratie Annemie Turtelboom (Open VLD) aan dat er in de toekomst geen kinderen meer zouden worden opgesloten. Grant Mitchell is de directeur van de International Detention Coalition (IDC), een wereldwijd netwerk van meer dan 200 ngo’s, religieuze en academische organisaties dat ijvert voor de mensenrechten van vluchtelingen en asielzoekers. De IDC pleit in het kader van het asielbeleid ook voor alternatieven voor opsluiting.

Hoewel België voor het Europees Hof van de Rechten van de Mens intussen een veroordeling opliep wegens de opsluiting van kinderen, heeft Mitchell tijdens zijn driedaagse bezoek op uitnodiging van Vluchtelingenwerk vorige week kunnen vaststellen dat het de goede kant opgaat. Gezinnen met kinderen die ons land moeten verlaten, worden voortaan ondergebracht in een open ‘woonunit’ onder begeleiding van coaches van de Dienst Vreemdelingenzaken. Zo hoeven de gezinnen niet meer in gesloten centra te worden geplaatst. ‘België is samen met Canada, Australië en Zweden een van de weinige landen die experimenteren met zulke alternatieven’, zegt Mitchell. ‘De volgende stap is nu om die proefprojecten om te zetten in wetgeving. Dat is belangrijk om de continuïteit te verzekeren, los van wie de politieke verantwoordelijkheid draagt. Een wettelijk kader moet ook garanderen dat opsluiting slechts gebruikt wordt als ultieme maatregel.’

België kampt nog steeds met een gigantische opvangcrisis. Is daar in Australië ook een oplossing voor gevonden?

Grant Mitchell: Vluchtelingen komen altijd in golven. Nu eens is het rustig, dan weer arriveren ze met duizenden tegelijk. Elk land wordt daarmee geconfronteerd en als overheid heb je daar geen vat op. Wat je als regering wel kunt veranderen, is de kwaliteit van de procedure. In Australië kampten we enkele jaren geleden met hetzelfde probleem als hier: de overheid slaagde er niet in om de asielzoekers in een relatief korte periode uitsluitsel te geven. Dan krijg je dus toestanden waarbij sommige gezinnen meer dan vijf jaar in een land verblijven maar nog steeds geen duidelijke uitkomst hebben. Het probleem is dat er in het traject dat de asielaanvragers hier moeten doorlopen op verschillende plaatsen lacunes zijn. In Australië hebben we dat opgelost door het principe van ‘case management’ in te voeren. De ‘case managers’ begeleiden de asielzoeker van bij zijn aankomst. Samen stellen ze een case plan op. Zo worden de asielzoekers ook zelf geactiveerd. Van dan af is het diezelfde persoon die ervoor zorgt dat de hele procedure correct verloopt en dat de asielzoeker altijd weet bij wie hij terechtkan.

Waar loopt het verkeerd in de Belgische asielprocedure?

Mitchell: Een zwakke schakel in het Belgische systeem zit vlak na de uitwijzing. Ik heb begrepen dat de wet werd gewijzigd onder invloed van de crisis in de opvang. Uitgeprocedeerde asielzoekers kunnen nu snel op straat worden gezet. Als de overheid asielzoekers op dat kwetsbare moment aan hun lot overlaat, komen ze vaak in de illegaliteit terecht. Om dat te vermijden is er ook dan nog een intensieve begeleiding nodig. In Australië versterkt de case manager dan de dialoog met de uitgeprocedeerde asielzoeker, om samen alle opties te bekijken. De periode om het land te verlaten is flexibel, maar ze werken wel naar een uitkomst. Dat systeem heeft ervoor gezorgd dat slechts zes procent van de afgewezen asielzoekers geen contact meer opneemt met hun case manager en dat ongeveer 70 procent vrijwillig naar het land van herkomst terugkeert. Bovendien merken we dat niet alleen de overheid en de bevolking tevreden zijn met het systeem, maar ook de asielzoekers zelf. Dankzij hun case manager weten die immers veel beter dan vroeger waar ze aan toe zijn.’

DOOR HANNES CATTEBEKE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content