‘Vluchtelingen bepalen 0,2 procent van het armoedecijfer’

LIESBETH HOMANS 'Er zitten contradicties in haar uitleg.' © BelgaImage
Simon Demeulemeester

Bedreigen de financiële crisis en de asielcrisis Liesbeth Homans’ ambitie om de armoede te halveren? Het zou Wim Van Lancker verbazen.

‘Homans lijkt de instrumenten waarmee ze haar beleid moet ondersteunen niet goed te begrijpen.’

In haar voorwoord bij de Armoedemonitor verwijst Vlaams minister van Armoedebestrijding Liesbeth Homans (N-VA) naar ‘de wereldwijde financiële crisis en meer recent de asielcrisis’ als externe factoren die ‘het welvaren van iedereen die in Vlaanderen woont en leeft’ beïnvloeden. Het is opmerkelijk dat de minister de asielcrisis aanhaalt, want in de 110 pagina’s tellende Armoedemonitor komen de woorden ‘vluchteling’ of ‘asiel’ verder niet één keer voor. Niet verwonderlijk, meent Wim Van Lancker, armoede-expert bij het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck (Universiteit Antwerpen), want de impact van vluchtelingen op de armoedecijfers is nihil. ‘Er zijn in ons land nooit meer dan 51.000 vluchtelingen tegelijk geweest. Zelfs als die allemaal arm zouden zijn – wat niet zo is -, is dat nog te weinig om impact te hebben.’ Van Lancker illustreert dat met cijfers uit 2016: ‘Toen waren er in Vlaanderen 11.299 erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden. Zij zijn in principe de enigen die in de armoedestatistieken kunnen terechtkomen, en zouden als ze allemaal arm zijn de volle 0,2 procent van het armoedecijfer bepalen.’

Ook de financiële crisis, die in 2008 uitbrak, maakt weinig indruk als verklaring waarom de armoedecijfers stagneren in plaats van richting halvering te gaan – een ambitie waarop Homans afgerekend mocht worden, zei ze bij haar aantreden. Van Lancker: ‘België is die crisis goed doorgekomen. De gemiddelde noch de mediaaninkomens zijn gedaald, en op die laatste zijn de armoedecijfers gebaseerd. Homans krijgt wel gelijk in het onderzoek naar de manier waarop mensen hun financiële situatie aanvoelen. Daarin wordt bijvoorbeeld gevraagd of mensen vinden dat ze makkelijk rondkomen, en of ze op korte termijn 1000 euro kunnen uitgeven. In 2015 zag je wel degelijk een invloed van de financiële crisis.’

Niet onbelangrijk in deze discussie: in 2015 was Homans wél al bevoegd minister. Dat is van tel. Want toen Homans in februari melding maakte dat het algemene armoederisico in Vlaanderen gedaald was van 11,1 procent naar 10,3 procent (‘Een trendbreuk’, dixit Homans) bleek dat de pluim eigenlijk haar voorgangster Ingrid Lieten (SP.A) toekwam. Van Lancker ziet een tegenstrijdigheid: ‘De cijfers die haar bewering staven over de impact van de financiële crisis tonen een – alvast subjectief – groeiende armoede. Als we dan Homans’ logica toepassen, haalt dat haar hoeraberichten uit februari onderuit.’

Het is niet de enige contradictie in het discours van de minister, zegt Van Lancker: ‘Vandaag trekt ze een andere conclusie uit dezelfde cijfers: nu is er plots geen trendbreuk meer maar een stagnering van de armoedecijfers. En dat zou dan onder meer aan de vluchtelingen liggen? Vreemd.’

Dit is een rode draad in het beleid van minister Homans, besluit Van Lancker. ‘Ze lijkt de instrumenten waarmee ze haar beleid moet ondersteunen niet goed te begrijpen. Daarbij komt haar ideologische visie, die haar belet om een goede diagnose van het armoedeprobleem te stellen. Dat resulteert in weinig effectief beleid.’

In een eerdere versie van dit artikel sloop een tikfout: waar 0,002 procent stond, moest dat 0,2 procent zijn. Onze excuses.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content