Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Op de ‘subjectieve tijdsdrukthermometer’ duwt de hoogopgeleide Vlaming met partner en kind het kwik tot boven de 42 graden.

INFO : www.vub.ac.be/tor

Wordt er meer van u verwacht dan u aankunt? Komt u er nooit toe de dingen te doen die u eigenlijk wilt doen? En vindt u dat u nooit tijd hebt voor uzelf? Dan bent u niet alleen. Volgens het grootschalige tijdsbestedingsonderzoek door de onderzoeksgroep TOR van de Vrije Universiteit Brussel ervaart 60 procent van de Vlamingen tussen de 18 en de 75 jaar op een gewone weekdag drukte of stress, en een manifest gevoel van tijdstekort. In ’99 was dat nog maar 44 procent. Wat zorgt er nu voor dat we ons allemaal zo opgejaagd voelen? In de eerste plaats ons drukke werk, dat de afgelopen jaren nog een stuk drukker geworden is. ‘Van iedere demografische subgroep die we onderzochten, wordt nu op arbeidsvlak meer verwacht dan in het verleden’ zegt professor Ignace Glorieux van de VUB, die samen met vorsers Joeri Minnen en Jessie Vandeweyer verantwoordelijk is voor het onderzoek. ‘En zij die vroeger al heel actief waren, hebben er zelfs nog het meeste werk bij gekregen.’

Er blijkt in Vlaanderen een beroepsbevolking op twee snelheden te zijn ontstaan: de uiterst actieve, hoogopgeleide Vlaming spendeert duidelijk meer tijd dan vroeger aan arbeid, terwijl zijn laaggeschoolde buur de laatste vijf jaar gemiddeld zelfs minder is gaan werken. Het verschil bestond altijd al, maar is nu wel erg groot geworden: hoogopgeleiden werken per week gemiddeld bijna dertien uur langer dan laaggeschoolden. Glorieux heeft er een dubbele verklaring voor: ‘Aan de ene kant zie ik het als een bewijs dat niet de arbeiders flexibeler en dus veel meer zijn gaan werken, maar wel de hoogopgeleiden. Die nemen nu veel vaker dan vroeger hun werk mee naar huis, het is de prijs die ze betalen voor een hoge graad van autonomie in hun job. Maar wat zeker ook een rol speelt, is dat laaggeschoolden nu eenmaal minder vaak vast werk hebben dan hoogopgeleiden, waardoor hun gemiddelde arbeidsduur bedrieglijk laag blijft.’

De tweede grote stressfactor van de Vlaming zijn z’n kinderen. De VUB-onderzoekers ontwikkelden een subjectieve tijdsdrukthermometer die aangeeft hoe druk iemand zijn eigen leven ervaart. Een score van 37 heet gemiddeld druk te zijn, het is een soort gevoelsmatige tijdspijngrens. Wie hoger scoort, zit eigenlijk tegen zijn limiet aan; hij of zij heeft ’tijdskoorts’. Voor Vlamingen met een partner en kinderen is het gemiddelde 42,1: vijf volle punten boven de kritieke grens. Huisje-tuintje-kindje mag dan voor velen een ideaalbeeld zijn, uit het VUB-onderzoek blijkt ondubbelzinnig dat het veruit de meest stresserende levenswijze is. Ter vergelijking: een koppel zonder kinderen leeft gemiddeld met een relatief comfortabele tijdsdruk van 35,1. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de tijdsdruk het ergst weegt op mensen tussen 24 en 42, door de onderzoekers ook wel de ‘drukke leeftijders’ genoemd. De verklaring is logisch: de drukste periode in het professionele leven valt samen met de tijd waarin de Vlaming aan kinderen begint. Kinderen en een voltijdse (typisch mannelijk) of deeltijdse baan (bijna uitsluitend vrouwelijk), het is het ideale recept voor heel veel stress en een jachtig leven.

Gestreste bejaarden

De doorsnee man haalt op de tijdsdrukthermometer 37,2; de gemiddelde vrouw komt aan 38,8. ‘Vrouwen hebben dus eigenlijk al koorts’, stelt Glorieux vast. En dat is merkwaardig, want de gemiddelde werklast is voor vrouwen de laatste vijf jaar aanzienlijk gedaald. Vrouwen werken dan wel meer dan vroeger, maar dat compenseren ze ruim door het huishouden veel minder intensief op te volgen. De verklaring waarom het vrouwelijke stressgevoel desondanks steeg, is in feite bizar: vrouwen hebben meer vrije tijd en dat blijkt bijkomende tijdsdruk te veroorzaken. ‘We hebben in de uren die we niet spenderen aan loonarbeid oneindig meer mogelijkheden dan in het verleden’, weet professor Glorieux. ‘Alles vraagt onze aandacht: je moet al die dvd’s nog zien, al die boeken lezen, je krant doornemen, mee kunnen praten over wat er op televisie komt. En dan ben je zelfs nog niet uit geweest of heb je nog niet gesport.’ In feite komt het erop neer dat hoe meer vrije tijd we hebben, hoe meer we beseffen dat we niet alles kunnen doen. En dan voelen we ons daar nog schuldig over ook. De Vlaming kan moeilijk een vakantiedag van zijn tuin genieten, zonder dat hij zich moreel verplicht voelt eerst het onkruid te wieden, de haag te snoeien en het gras te maaien.

Dat alles zorgt ervoor dat onze vrije tijd en onze sociale participatie, die voor iedereen behoorlijk gestegen is, ons nog meer het gevoel geeft altijd en overal tijd te kort te komen. ‘Volgens mij is tijdsdruk ook voor een deel gewoon een discours’, verklaart Glorieux de tegenstrijdigheid. ‘Onze thermometer geeft aan dat de tijdsdruk het scherpst steeg voor gepensioneerden (van 28,4 naar 32,7, nvdr). Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat dat stressgevoel onze bejaarden is ingepraat door het commerciële marktapparaat dat zich de laatste jaren intensief op hun vrije tijd richt. Want in ons onderzoek stellen we ook vast dat de 65-plusser minder sociale contacten heeft dan vroeger, zich minder verplaatst, en per week zelfs twee uur en veertig minuten langer televisie kijkt. Toch niet meteen signalen waaruit je zou besluiten dat deze bevolkingsgroep actiever is dan vroeger. Waarom ze dan toch het gevoel hebben tijd te kort te komen? Ik denk dat je het vandaag de dag gewoon druk móét hebben. Of je telt niet meer mee.’ En dat gevoel is de Vlaming blijkbaar goed ingepeperd, letterlijk iedere demografische subgroep zegt onder een grotere subjectieve tijdsdruk te lijden dan vijf jaar geleden. Ook al is dat voor sommige mensen totaal in tegenspraak met hoe ze in de praktijk hun week vullen.

Maar heeft de Vlaming het nu echt zo druk, of beeldt hij zich dat alleen maar in? Een enquête in de marge van het VUB-onderzoek werpt toch een ander licht op de zaak. Leden van de werkende bevolking, de drukste demografische groep dus, kregen de keuze tussen een loonsverhoging van 450 euro per jaar, vijf extra vakantiedagen, of stress-remmende maatregelen zoals een ingekorte werkweek, twintig minuten minder werken per dag, of één keer per maand een halve dag vrij. 44 procent van de werkenden kiest voor de loonsverhoging, 41 procent voor de extra vakantiedagen. De opties die de tijdsdruk écht zouden verminderen, interesseren de Vlaming nauwelijks. Wat dat betreft, is er overigens geen verschil met de VUB-enquête van 1999, alleen was men toen nog iets meer tuk op het extra loon. We hebben het dus druk, in ieder geval drukker dan vroeger, en vooral: we willen het blijkbaar ook zo.

Jef Van Baelen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content