President Joseph Kabila zet orde op zaken in Congo’s verleden – en heden.

Geen enkele van Congo’s presidenten eindigde goed. Joseph Kasa Vubu werd in 1965 afgezet door een coup van Joseph-Désiré Mobutu. Die laatste werd in 1997 op de vlucht gedreven door Laurent-Désiré Kabila, die begin vorig jaar op zijn beurt werd vermoord, waarna diens zoon Joseph Kabila het presidentschap overnam. Wie voor die moord verantwoordelijk is, blijft nog altijd in het ongewisse. Al vallen de daders wellicht te zoeken bij een van de vele fracties rond de president zelf, die niet alleen streden (en strijden) om de macht, maar ook om de controle over tal van lucratieve, doorgaans illegale handeltjes in grondstoffen. Zelfs de datum van Kabila’s dood bleef lang onduidelijk. De aanslag gebeurde op 16 januari 2001, maar officieel overleed Kabila pas twee dagen later in Harare, de hoofdstad van Zimbabwe, waar de stervende president nog snel naartoe werd gevlogen.

Vorige maand, op 18 januari, zette Joseph Kabila de puntjes op de i. Hij deed dat aan het Marmeren Paleis in Kinshasa, waar zijn vader werd vermoord. Hij huldigde er een mausoleum in voor Kabila senior en verklaarde dat het toen net een jaar geleden was dat het Congolese volk ‘de bevestiging kreeg van de dood van de president’ twee dagen eerder. Daarmee staat officieel vast wat al lang wordt aangenomen: dat Kabila al enkele uren na de aanslag stierf, maar dat zijn dood geheim werd gehouden om de machthebbers in Kinshasa de tijd te geven om de machtsoverdracht te organiseren. Omtrent de moord staat alleen vast dat die werd uitgevoerd door een kadogo, een kindsoldaat uit het leger waarmee Kabila Mobutu op de vlucht joeg. Een officieel rapport dat de eigenlijke schuld in de schoenen schoof van rebellenbewegingen in het oosten van het land, werd nooit zeer ernstig genomen. Kort na de aanslag werden wel elf Libanezen in verband met de aanslag gearresteerd (en prompt vermoord), maar ook over hun rol kwam nooit duidelijkheid.

Toch start binnenkort, aldus president Kabila, een proces tegen vijftien beklaagden. Het gaat om dertien lijfwachten van Kabila senior, diens vleugeladjudant kolonel Eddy Kapend en generaal Nawed Yav, toen militair commandant van Kinshasa. De eerste wordt evenwel vooral ten laste gelegd dat hij de dader meteen bij de aanslag doodschoot en zo belette dat die bekentenissen kon afleggen. Yav moet zich in de eerste plaats voor de moord op de elf Libanezen verantwoorden.

Behalve het mausoleum, onthulde Joseph Kabila vorige maand ook twee nieuwe standbeelden, metershoge, in Noord-Korea vervaardigde koperen gedrochten in de bekende pompeus-realistische stijl. Het ene stelt zijn vermoorde vader voor, het andere Patrice Lumumba, die net 41 jaar eerder werd vermoord. Tegelijk kondigde hij aan dat Kasa Vubu’s graf zou worden opgeknapt en dat hij graag de stoffelijke resten van de in Marokko overleden en begraven president Mobutu wil repatriëren.

Al dat historische eerbetoon is niet zonder betekenis. Kabila plaatst zich ermee in de continuïteit van het Congolese staatsmanschap en is dus op zoek naar een ruimere legitimiteit als opvolger van de founding fathers van de republiek. Hij ambieert bijgevolg een grotere rol dan alleen die als overgangspresident die hij bij zijn ambtsaanvaarding een jaar geleden beweerde te zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content