Wie tien hoog woont, hoeft niet te betalen voor de nieuwe overstromingsverzekering. Wel wordt zijn brandverzekering duurder.

Wie niet met de auto rijdt, sluit geen autoverzekering af. En wie in huis zelf de zwabber hanteert, neemt ook geen verzekering voor een schoonmaakster. Waarom zou iemand die op een heuvel woont of een appartement op de tiende verdieping betrekt, dan betalen voor een overstromingsverzekering? Dat moet ook minister van Economische Zaken Charles Picqué (PS) hebben gedacht. Zijn wetsontwerp natuurrampen beperkt dan ook de verplichte overstromingsverzekering, als aanvulling op de brandverzekering, tot woningen in risicogebieden. Aardbevingen, bodemverschuivingen en andere calamiteiten zijn intussen uit het ontwerp gehaald. De kamercommissie Bedrijfsleven heeft het ontwerp vorige week goedgekeurd, de voltallige kamer volgt wellicht deze week.

Naar schatting 120.000 woningen staan in risicogebied, en daarvan is twintig procent de voorbije tien jaar getroffen door overstromingen. Totnogtoe moeten de bewoners zich financieel behelpen via het rampenfonds. In de toekomst komt er een echte natuurrampenverzekering. De overstromingsverzekering sukkelt al een tiental jaren door de Wetstraat. Er kwam pas vooruitgang toen eerste minister Guy Verhofstadt (VLD) er zich mee ging bemoeien: in december stroomde het water namelijk ook over zijn politiek wingewest.

Paars-groen mag dan wel de pluim van de verzekering op zijn hoed steken, de financiering van de nieuwe verzekering blijft zeer risicovol. De verzekeringsmaatschappijen zelf zijn tegen de nieuwe regeling, wegens onwerkbaar. Bij de huidige stand van politieke zaken is de verzekering enkel verplicht voor woningen in een risicogebied. De bewoners zouden een begrensde premie, zoiets van 25 procent van de basispremie van hun brandverzekering moeten betalen. Dat is fors minder dat wat de huidige vrije overstromingsverzekeringen kosten. KBC Verzekeringen bijvoorbeeld rekent 250 procent op de brandverzekering voor woningen in een risicogebied. Huizen die in tien jaar twee keer onder water liepen, worden niet meer verzekerd. Bij de concurrenten is het niet anders.

Wanneer alleen de risicogezinnen de overstromingspremie moeten betalen, leidt dat inderdaad tot zeer hoge premies. De verzekeringsmaatschappijen voeren inderdaad aan dat de nieuwe verzekering niet kan werken wegens gebrek aan solidariteit. Wat voor commerciële ondernemingen een ongewoon argument is. Het gaat immers niet om sociale zekerheid. Een verzekering tegen overstromingen is heel wat anders dan de ziekteverzekering. Ziekte overvalt de mensen, de plaats van de woning is een vrije keuze.

Een extra premie ten bedrage van een kwart van de brandverzekeringspremie dekt slechts 20 procent van de verwachte overstromingsschade. Het is evident dat de verzekeringsmaatschappijen die 80 procent niet uit hun eigen reserves bijpassen. Aldus wordt de overstromingsverzekering aan het einde van de rit tot een algemene belastingverhoging, te vereffenen met de verzekeringsmaatschappijen. Zij zullen noodgedwongen voor iedereen de premie voor de brandverzekering optrekken, om het nieuwe waterrisico te helpen dekken. Voorspellingen gaan in de richting van een verhoging met vier procent, gemiddeld tien euro. Verplichte solidariteit dus, zij het via een omweg.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content