Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

AA Gent is het voetbalseizoen uitstekend begonnen. De eerste echte test komt dit weekend met het bezoek aan Anderlecht.

HET ENE JAAR is het Lierse, het andere Ekeren en het volgende Aalst. Maar elk seizoen weer staat er na vijf speeldagen een ploeg bovenaan de rangschikking die daar niet verwacht werd. De vraag of de club in kwestie gewapend is voor Europees voetbal, wordt dan in ernst behandeld door de sportjournalisten. Zelden dient deze vraag op het einde van het seizoen opnieuw te worden gesteld. Ooit was het Berchem Sport. (Toenmalig trainer Rik Coppens : ?Baarechoem is ipso facto gewapend veur Europees foetbal. Mè zo nen trainer.?)

Dit seizoen heeft AA Gent het genoegen de revelatie van het seizoensbegin te zijn. Dat is merkwaardig omdat de club een paar seizoenen geleden het roer drastisch omgooide : geen duurbetaalde vedetten meer, maar wel veel nieuwe en onervaren spelers, aangevuld met een paar routiniers. Trainer Lei Clijsters moest het met die kern maar zien te redden. Hij kent beter dan wie ook de echte mogelijkheden van zijn ploeg.

LEI CLIJSTERS : We stonden er niet slecht voor bij het begin van het seizoen, maar ondertussen zijn we Frank Dauwen voor zes maanden kwijt, en Edin Ramcic voor een week of vier. Twee spelbepalende spelers, en zoveel heb ik er niet. In die eerste vijf wedstrijden hebben we bij momenten goed gevoetbald, maar ook geluk gehad. Een trainer mag zich niet laten meeslepen door de uitslagen. Bij winst moet hij kunnen zien wat slecht was, bij verlies wat goed was. Ik zal dus zeker niet zeggen : wij gaan Europees. Als ik dat doe, zijn er minstens vier man die al een reis boeken om hun premie op te souperen, en dan kan je over de volgende match een kruis maken.

Heeft het laattijdige vertrek van Suad Katana naar Anderlecht je plannen gedwarsboomd ? Hij was de beste speler bij Gent.

CLIJSTERS : Katana was de beste speler in de hele competitie. Hij heeft zowat alle klassementen gewonnen, zelfs in La Dernière Heure. Suad is één van de beste libero’s die er rond lopen. Ik heb me bij zijn vertrek neergelegd. Door hem en Eric Viscaal te verkopen, heeft de club financieel een goede zaak gedaan, wat in het post-Bosmantijdperk niet evident is. Het betekende wel dat ik mijn spelsysteem moest aanpassen. Ik heb nu achterin geen snelle man meer, dan mag je niet te veel risico’s nemen. Met Katana kon je met twee verdedigers man tegen man spelen, dat kan niet meer. En ondertussen zijn ook Dauwen en Ramcic weggevallen. Dat zijn drie man die vorig jaar het hart van de defensie uitmaakten.

De transfer van Nordin Jbari lijkt een schot in de roos. Het is nauwelijks te geloven dat hij bij Anderlecht geen kans kreeg, terwijl hij bij de reserven meer dan dertig goals maakte.

CLIJSTERS : Ja maar, pas op. In die reservenwedstrijden was het overwicht van Anderlecht vaak zo verpletterend dat het niet moeilijk was om er dertig binnen te schieten. Hij liet er ook een aantal liggen. En de concurrentie in de spits is bij Anderlecht natuurlijk groot.

Wij zochten een vlot scorende spits die betaalbaar was. Ik had graag Anders Nielsen gehad. Te duur. We hebben met Andrzej Kubika gesproken. Te duur. Christophe Lauwers, idem. Jbari had ik tegen onze reserven zien spelen, en hij liet een goede indruk : flegmatiek, gemakkelijk scorend. Omdat zijn kansen bij Anderlecht toch geblokkeerd waren, heeft het ons niet veel moeite gekost om hem naar hier te lokken. En voor weinig geld, vermits hij geen contract voor de A-kern had.

Vorig seizoen werden Nico Vanderdonck en Pascal De Vreese ingehaald. Twee uitblinkers in tweede, maar een reeks hoger wilde het niet lukken.

CLIJSTERS : Ze moeten die jongens wat geduld geven. In tweede klasse lopen er genoeg goede voetballers rond, maar de stap hogerop is niet vanzelfsprekend. De Vreese heeft privé-problemen gehad en sukkelde met de buikspieren. Hij heeft maanden met een inspuiting gespeeld, wat ik op prijs stelde want voor hetzelfde geld had hij kunnen zeggen : als het toch maar is om kritiek te krijgen, speel ik liever niet. Vanderdonck is maanden out geweest, eerst met een kwetsuur aan de achillespees en nadien met pubalgie. Die had voordien eigenlijk nooit echt getraind. Hij viel bij ons in enkele weken tijd zes kilo af. Maar het talent heeft hij. Ik verwacht nog sterke prestaties van hem.

De meeste transfers die Gent de voorbije seizoenen heeft gedaan, zijn succesvol geweest.

CLIJSTERS : Zeg dat maar luidop. In Gent staan ze zelden stil bij wie er weggaat, en van de nieuwkomers verwachten ze dat het meteen voltreffers zijn. Zo eenvoudig is dat niet. Wij hebben spelers gekocht die nog niets bewezen hadden. Velen kwamen uit derde of nog lager, zoals Sandy Martens. Iedereen vindt het normaal dat die hier doorbreken, maar in feite is het een wonder. En dat voor zeer lage transferprijzen. Terwijl ze de jaren voordien vedetten kochten als Alain De Nil, Marc Van der Linden of Foeke Booij, die vele tientallen miljoenen kostten en met wie ze bijna degradeerden.

Je had ook nog Petry, De Roover, Karacic, Pister, Vandenbergh, Viscaal, Verkuijl. Gent was een ploeg die overkocht en overbetaald had. Toen jij kwam, werd het roer drastisch omgegooid en zat je plotseling met mannen die nog geen bal konden stoppen.

CLIJSTERS : Dat is juist. Ik heb trainingen gegeven om ze een bal te leren stoppen, toch de allereerste basistechniek uit het voetbal. In eerste klasse ! Toen ik werd aangetrokken, liet manager Michel Louwagie mij de spelerslijst van het jaar voordien zien. Met de verdiensten erbij. Dat was indrukwekkend. De club kon dat niet meer aan. Zeker niet omdat die dure ploeg pas vijftiende eindigde. Mij werd gevraagd te werken met een heel nieuwe kern, zonder grote namen. Ik heb toegestemd op voorwaarde dat ze Katana bij Genk gingen kopen. Want ik wilde absoluut een goede speler als slot op de verdediging. Ze hebben hem gekocht, tegen hun zin vermoed ik, maar ik heb toen al gezegd dat ze hem na een paar jaar voor het dubbele van de prijs weer van de hand zouden kunnen doen. Ik vermoed dat het uiteindelijk meer dan het dubbele is geweest.

Voor de rest moest ik werken met mannen als Barka, Martens, Verhoene, De Groote, De Man, Ramcic… jongens uit lagere reeksen, uit de jeugd, of uit de reserven. Spelers die nog moesten leren tijdens de matchen zelf. Dat was niet altijd even prettig. Er deden zich geregeld situaties voor waarop ze op het veld niet konden reageren. Gebrek aan professionalisme, tactische fouten, mensenlief. Ik heb vaak gesakkerd : zien jullie dat dan niet ? Voor de meesten was alles nieuw. Dat betekende uren en uren praten om alles uit te leggen, uren en uren op alle mogelijke spelsituaties oefenen. Telkens opnieuw en opnieuw. Dat eerste jaar hebben we een paar zware nederlagen op ons brood gekregen. Maar we zijn niet gedegradeerd, en dat vind ik nog altijd een grote prestatie.

Je had wel krediet bij het bestuur.

CLIJSTERS : Ze wisten goed genoeg met welke riemen we moesten roeien. En ondanks een paar opdoffers had de ploeg het karakter om te blijven knokken. Op een bepaald moment haalden we nul op vijftien. En toen kwam voorzitter Jean Van Milders me vragen om voor twee jaar bij te tekenen. Dat vond ik een schitterend gebaar. Ook de sponsor liet nadrukkelijk horen dat ze me wilden houden. Dat motiveert je om de ongemakken er dan maar bij te nemen.

Ook logistieke ongemakken. In Voetbal Magazine stond dat je ooit met de lijnbus naar het trainingsveld bent gereden.

CLIJSTERS : Normaal gezien huurden we een bus, maar dat bleek te duur, dus gingen we met de lijnbus. Het is me overkomen dat de training wat uitliep en de buschauffeur het veld op kwam om te zeggen dat we dringend moesten vertrekken want dat hij om half een aan de eerste halte moest zijn. Om de achterstand in te halen reed die man flink door, bij elke bocht of elke remstoot vlogen de ballen en de kegeltjes door zijn bus.

Weet je dat we een oefenveld hadden waar elke morgen vijftig konijnenpijpen in gegraven waren. Katana heeft daar nog zijn voet in omgeslagen. Terwijl de spelers een paar opwarmingsrondjes liepen, gingen wij met emmertjes zand rond om die gaten op te vullen. Nu, dat was allemaal geen drama en ik wilde het niet gebruiken als excuus. Want dan doen de spelers dat zeker. Het geeft wel aan in welke omstandigheden we soms moesten werken. Dat is gelukkig voorbij. Nu beschikken we over twee uitstekende terreinen op het jeugdcomplex.

Waar is de tijd dat Viscaal met acties dreigde omdat het eten ’s middags niet lekker was ?

CLIJSTERS :(lacht) Die verhalen ken ik, ja. Dat hoort bij de folklore van de club.

Je hebt in Gent een kritisch publiek en een kritische pers. Maakt dat het werken extra moeilijk ?

CLIJSTERS : Een kritisch publiek ? Dat is mogelijk, maar ik weet één ding : de supporters hebben ons nooit afgebroken. Die hadden aan hun dure vedetten ook niet veel plezier beleefd, en wisten goed genoeg waar we mee bezig waren. In de moeilijke momenten zijn de supporters ons blijven steunen, meer dan ik had durven dromen. Geen kwaad woord over onze aanhang. Dat we nu goed gerangschikt staan, doet me vooral voor die mensen plezier.

Met de pers heb ik geen problemen. Er zijn rond AA Gent vijf, zes mensen die van zeer kortbij alles volgen en de innerlijke keuken heel goed kennen. In het begin voelde ik wel aan dat er een negatieve sfeer hing, maar ik denk dat dat ondertussen verbeterd is.

Dat was nog een uitloper van het bewind van René Vandereycken, die de journalisten uit de kleedkamer had gegooid en met de helft van hen niet meer sprak.

CLIJSTERS :(lacht) Is dat zo ? Ik hoor vertellen dat René ondertussen milder is geworden.

Hij heeft op RWDM dan ook met ernstiger journalisten te maken.

CLIJSTERS : Ongetwijfeld. Soms vraag je je wel af of de journalisten dezelfde wedstrijd gezien hebben. Op Lommel vond iedereen het een aantrekkelijke match. Redelijk niveau en een paar prachtige doelpunten. Lees ik een dag later in De Gentenaar, onze krant dan nog : De wedstrijd had behalve de vier goals en de spanning niets om het lijf. Niets dat voetbal zo leuk kan maken. Blijkbaar had het publiek op niet meer gerekend want er waren hooguit vierduizend toeschouwers. Ja zeg. Mij raakt het niet, maar voor de spelers is het vervelend. En de supporters die niet zijn meegereisd, krijgen een verkeerd beeld.

De huidige trainerslichting bestaat uit ex-spelers van jouw generatie : Vandereycken, Gerets, Ceulemans, Meeuws, Daerden, Sleurs, Tipuric… Kunnen die vrijuit werken zoals ze willen, of gaan zij ook gebukt onder de terreur van het resultaat ?

CLIJSTERS : Ik kan enkel voor mezelf praten, en ik mag niet klagen. Trainers zijn nu eenmaal veroordeeld om te leven met een dilemma. Kiezen voor het resultaat betekent meestal geen spektakel. Kiezen voor het spektakel betekent vaak geen resultaat. Ik heb de indruk dat de hele entourage rond een club nog altijd makkelijker kan leven met het eerste dan met het tweede. Ik kies in principe voor aanvallend en open voetbal. Maar ten eerste ben je afhankelijk van je tegenstander. Als die massaal achterin kruipt, heb je nog geen mooie match en dreig je bovendien op counter te verliezen. En ten tweede : als je vier vijf keer na mekaar verliest, ga je toch voor meer zekerheid kiezen, of je job is in gevaar. Er zijn dit seizoen gelukkig heel wat ploegen die met een positieve ingesteldheid aantreden.

Jij bent veertig keer internationaal geweest, kampioen geworden, Europacup gewonnen, tot Gouden Schoen gekozen. Hoe moeilijk was het om dan als trainer in derde klasse bij Patro Eisden te beginnen ?

CLIJSTERS : Dat is een schitterend jaar geweest. Ik heb daar uitstekend kunnen werken. Herman Vermeulen was toen ook al mijn hulptrainer. Wij stelden trainingsschema’s op op de achterkant van een bierviltje. Aangezien ik weinig ploegen uit derde kende, ging ik ook veel scouten. Vaak lang moeten zoeken om al die veldjes te vinden. In Poederlee, of in Heist. Daar stond ik dan in de regen, tussen honderdvijftig plaatselijke supporters, notities te nemen. Terwijl iedereen mij natuurlijk herkende. In die tijd heb ik een en ander te horen gekregen. Of tijdens de match als de bank bijna midden in het publiek staat.

Ik heb van dat jaar genoten. En bovendien zijn we kampioen geworden, hoewel we in een reeks zaten met Kapellen, dat zwaar geïnvesteerd had en heel wat vedetten in huis had. De jongeren die ik toen in de eerste ploeg van Patro heb gehaald, ben ik altijd blijven volgen. En het doet mij genoegen dat sommigen hun weg gemaakt hebben. Als ik even mag pochen, denk ik dat ik ook in Gent op dat gebied verdienstelijk werk heb geleverd. De gemiddelde leeftijd is van dertig naar drieëntwintig gezakt. Als ik hier wegga, zullen ze een potentieel hebben waarop ze kunnen bouwen. Dat is de voldoening voor de trainer. Het gemakkelijkste is natuurlijk om naar het bestuur te stappen met een lijst en te zeggen : die en die en die wil ik hebben. Werken met de spelers die ze ter beschikking stellen, is heel wat moeilijker.

Kijk je niet op tegen de dagelijkse verplaatsing van Opitter naar Gent ?

CLIJSTERS : Dat valt wel mee. Ik blijf zo nu en dan in een Gents hotel overnachten. En voor de rest komt het er op aan de files te vermijden. Ik vertrek ’s morgens bij mij thuis soms om kwart over vijf.

Pardon ?

CLIJSTERS : Dat komt in jullie vak niet voor, hé ?

Dat is zelfs verboden door onze bond. Hoe laat ben je dan in Gent ? Nog op tijd voor de vroegmarkt ?

CLIJSTERS : Om twintig voor zeven. Zet ik een potje koffie, krantje lezen, nieuws luisteren, training voorbereiden. Het is verbazend hoeveel je kan doen als je vroeg genoeg begint. Trouwens, naar Mechelen heen en weer was ook twee en een half uur. Dat heb ik jarenlang volgehouden. Naar Gent is niet veel verder. En altijd autoweg.

Blijf je voetbaltrainer, of word je binnen afzienbare tijd manager van je tennissende dochters ? Met vader Graf als stichtend voorbeeld.

CLIJSTERS : Die heeft misschien al spijt dat hij geen voetbaltrainer is geworden. Ik pieker nooit over de toekomst. We zien wel wat die brengt. Ik wil mijn job doen en daar plezier in hebben. Mijn dochters halen een fatsoenlijk niveau, maar wij leggen geen enkele druk op hen. Ze zijn dertien en twaalf. Als ze over een jaar of drie het internationale circuit in willen, is dat prima. Willen ze dat niet, is het ook goed. De oudste wil nu in Wilrijk bij het VTV-tenniscentrum naar school. Mij best, maar ik heb haar al gezegd dat ze onmiddellijk moet terugkomen als het haar niet bevalt. Het feit dat er bij de resultaten altijd wordt bijgezegd : de dochter van Lei Clijsters, legt een extra druk op hen. Het zorgt voor wat bijkomende jaloezie, en daaraan hebben ze sowieso al geen gebrek in dat wereldje. Hoeveel trainers en specialisten er al naar ons zijn gekomen om te zeggen : ze moeten dit en ze moeten dat. Schei toch uit, ze moeten juist niets. Ik ben zelfs ooit opgebeld door een sofroloog…

Die goeroe van Sporting Charleroi ! ?

CLIJSTERS : Weet ik veel. Die man kon veel meer uit mijn dochters halen, beweerde hij, want met zo’n talent moesten ze naar de top doorstoten. Die lui zijn bij ons allemaal aan het verkeerde adres. Mijn vrouw en ik zullen de kinderen wel bijstaan als er beslissingen moeten genomen worden. Wij laten ze rustig hun gang gaan. Het belangrijkste is dat ze sport doen en daar plezier in vinden. En hebben ze geen zin meer, dan doen ze iets anders. Eerlijk gezegd : ikzelf hou niet van tennis. Ik vind dat een vervelende sport. Bij de wedstrijden van je eigen dochters ben je natuurlijk meer betrokken. Maar als ik dan weer zie hoe sommige ouders tekeergaan… dat is verschrikkelijk.

In het jeugdvoetbal is het niet anders natuurlijk. Ik trainde ooit de pré-miniemen van Opitter. Tijdens de rust van de eerste wedstrijd kwamen daar plotseling vijf moeders de kleedkamer binnen. Zogezegd om die kleine gasten hun veters te helpen strikken. Ondertussen waren ze wel tactische raad aan het geven. Meestal het omgekeerde van wat ik had gezegd. De volgende training heb ik die kereltjes een uur lang doen oefenen op het knopen van hun veters. Zo kon ik die moeders eruit jagen zonder dat ik zelf al die schoenen moest dichttrekken. Opgehitste ouders zie je in het jeugdtennis elke dag. Voor vele kinderen is dat een drama. Ik hoop dat wij nooit zo worden. Al begint mijn vrouw nu en dan ook wat door te draven, dat moet ik eerlijk toegeven.

Wie niet ?

Koen Meulenaere

Nordin Jbari (achteraan) : veel scorend vermogen voor weinig geld.

Lei Clijsters, trainer van AA Gent : Zowel het bestuur als de supporters weten waarmee we hier bezig zijn.

Clijsters verwacht nog veel van Nico Vanderdonck : Die had eigenlijk nog nooit getraind.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content