Geachte heer Eerste Minister, Geachte Minister-President,

Dit zijn de vijf adviezen die ik u zou willen geven. Ik maak ze over aan u beiden omdat coördinatie tussen de federale regering en het gewest onvermijdelijk zal zijn.

1. Leg de klemtoon op een versterking van de concurrentiekracht.

Verscheidene economen hebben het al beklemtoond: de crisis wordt veroorzaakt door een drastische terugval van de vraag. Twijfel daar niet aan, zij hebben meer dan gelijk wanneer ze de Verenigde Staten en Europa oproepen om de vraag te ondersteunen. Maar voor de Belgische economie is hun advies fout! Vraagversterkende maatregelen hebben in kleine en open economieën geen zin. De koopkrachtmaatregelen lekken weg naar het buitenland. De echte herleving van de vraag zal er pas komen als de relancemaatregelen van Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de VS effectief worden. Om daarvan te kunnen profiteren, moeten wij competitieve ondernemingen hebben.

Alle cijfers tonen het aan: onze concurrentiekracht blijft achter. Als we die niet herstellen, gaat een relance aan België voorbij. Mijn beleidsadvies pleit niet voor een vernietigende spiraal van internationale kostenverlagingen. Laten we gewoon proberen om weer op het kostenniveau van onze buurlanden te raken. Vandaag verliezen we daar constant marktaandeel. Vergeet ook niet dat de Belgische sociale zekerheid het beste systeem is om de koopkracht in stand te houden. Om sociale én economische overwegingen moeten we dat zo houden. Maar als we bovendien mensen hun baan kunnen laten behouden omdat hun bedrijven competitief zijn, zal ook het consumentenvertrouwen weer stijgen.

Nog een laatste argument: vandaag herbekijken veel binnen- en buitenlandse bedrijven hun toekomstplannen. Als België nu de concurrentiekracht versterkt, dan kan dat een element zijn om hier te blijven en hier te investeren. Een koopkrachtige Belgische markt zal voor die ondernemingen nooit een argument zijn om hier te blijven. Ze kunnen ons ook wel vanuit het buitenland bedienen.

2. De begroting mag tijdelijk deficitair zijn, maar een drastische ingreep in de uitgaven is op termijn noodzakelijk.

De opsplitsing die gemaakt werd tussen het conjuncturele, het structurele en het relancedeficit in de begroting is zinvol. Maar misbruik de opsplitsing niet om de echte problemen te verdoezelen. De conjuncturele elementen leiden onvermijdelijk tot een deficit, dat is ook zo bedoeld omdat ze als automatische buffers dienen. Daar zit geen probleem. Start wel een radicaal programma om het structurele deficit terug te dringen. Een grondige doorlichting van de overheidsuitgaven is al jaren nodig. Benchmarking met buitenlandse overheden is daarbij essentieel. Zorg ervoor dat de eerste effecten van die structurele aanpak goed voelbaar zijn binnen twee jaar. Het grote probleem is de overheidsschuld. Het zal onvermijdelijk zijn om een aantal activa van de overheid af te stoten om de overheidsschuld af te bouwen. Sale-and-lease-backtechnieken zijn geen oplossing! Het moet gaan om echte desinvesteringen.

3. Versterk de financiële structuur van de ondernemingen.

Een gezonde financiering van ondernemingen is maar mogelijk als er voldoende eigen vermogen is. Dan volgt de bankfinanciering vanzelf. Daarom moeten de fiscale mogelijkheden versterkt worden om vermogen in bedrijven risicodragend te investeren. Dat is structureel beter dan onbeperkte waarborgen te geven en druk uit te oefenen op de banken. Onderzoek ook of sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffingen tijdelijk door de bedrijven kunnen worden gebruikt om investeringen te financieren. Het is een praktische oplossing voor de financieringsproblemen.

4. Versnel de investeringen die relevant zijn voor de toekomst.

Er zijn veel plannen gemaakt voor publieke investeringen in onderwijs, justitie, mobiliteit en energie. Het is zinvol om die investeringen nu versneld uit te voeren. Dat is veel beter dan nu plots met nieuwe plannen te komen. Ze zullen een impact op de overheidsschuld hebben, maar dat kan opgevangen worden door desinvesteringen. Ook de publieke en private investeringen in innovatie moeten voorrang krijgen. Streefdoel moet de Lissabonnorm zijn. Op die manier bereiden we het herstel voor.

5. Creëer een strikt kader waarbinnen een industrieel beleid kan worden gevoerd.

Sommige ondernemers menen dat de overheid voor bedrijven moet doen wat ze voor banken deed. Dat argument houdt geen steek. Daarom moet dringend een duidelijk kader gecreëerd worden. Voor bedrijven met goede strategieën maar tijdelijke moeilijkheden moeten specifieke oplossingen gezocht worden, voor zover ze nog niet bestaan. Voor bedrijven die structureel in de problemen zitten, moet gezocht worden naar transformaties. Om dat onder controle te houden, zouden beter een aantal specifieke instrumenten of fondsen gecreëerd worden. Zo wordt de financiële tussenkomst van de overheid begrensd, en kan de besluitvorming geobjectiveerd worden.

HERMAN DAEMS BUITENGEWOON HOOGLERAAR K.U.LEUVEN VOORZITTER INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ GIMV

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content