Vergeet wat u over de Holocaust hebt geleerd

Babi Yar, 1941. 33.000 Joden werden in greppels doodgeschoten. © Gettyimages

Historici kwamen recent tot de conclusie dat de Holocaust anders is verlopen dan we dachten. Zo heeft Hitler de massamoord op de Joden nooit gepland, en werden de meeste slachtoffers buiten de concentratiekampen vermoord. En dat maakt de Holocaust juist bedreigender dan hij al was.

Weinig periodes uit de geschiedenis van de mensheid werden zo intens beschreven en onderzocht als de Holocaust. The Library of Congress in Washington bewaart maar liefst 17.000 boeken onder dat label. Dan is het wel erg merkwaardig dat er sinds enkele jaren invloedrijke boeken verschijnen van topwetenschappers met een totaal nieuwe visie op de uitroeiing van de Europese Joden.

Het begon met het vuistdikke boek Final Solution van de Britse historicus David Cesarani, dat eind 2015 verscheen. Cesarani, zelf een Jood, schuwde als geschiedschrijver de controverse niet. In zijn biografie over Adolf Eichmann (2005), de man van de Jodentransporten, schreef hij dat op diens proces in Jeruzalem in 1961 er een zekere verstandhouding was tussen de beroemde filosofe Hannah Arendt, die daar aanwezig was, en Eichmann zelf omdat ze allebei dezelfde (Duitse) culturele bagage hadden. Beiden zouden om die reden ook neergekeken hebben op openbare aanklager Gideon Hauser – hij was ‘slechts’ een Ostjude.

Cesarani stierf echter toen zijn boek nog niet in de winkel lag. De auteur kon zijn magnum opus niet meer promoten: geen tv-optredens, geen interviews, geen opinieteksten in de bladen, en niet één polemiek – in deze gemediatiseerde tijden is dat dodelijk voor de bekendheid van een boek. Final Solution werd gelezen, besproken en ook bekritiseerd, maar het werk kreeg nooit de aandacht en het publiek dat het verdiende. Misschien komt daar verandering in, want de gelauwerde BBC-producer Laurence Rees stapt met zijn jongste werkstuk, The Holocaust. A New History, nadrukkelijk in de voetsporen van zijn overleden vriend Cesarani: hij deelt zijn uitgangspunten en populariseert zijn visie. En die was behoorlijk tegendraads.

In Europa en de Verenigde Staten kent iedereen de Holocaust – of denkt hem toch te kennen. Ook voor de generaties die de Tweede Wereldoorlog niet zelf hebben meegemaakt, maken de nazikampen en de Jodenvervolging deel uit van het collectieve geheugen. De Holocaust staat in het leerplan van het onderwijs, en wie hem ontkent of minimaliseert, riskeert gerechtelijke vervolging. Ons beeld van de Holocaust vertrekt van het uitgangspunt dat de industriële uitroeiing van de Joden een sinister, vooraf beraamd masterplan was van Hitler. Uitgerekend de Holocaust onderscheidt de nazi’s van de meeste andere totalitaire systemen en racistische dictaturen. Het is een misdaad die zijn gelijke niet kent in de geschiedenis van de mensheid. Dat is in een notendop de intentionalistische kijk op het gebeuren: de Holocaust als hét historische project van de nazi’s. Cesarani schreef dat die visie ‘een geloofsartikel is geworden’. Ze is helaas onjuist, meende hij, en hij presenteerde een nieuw discours. ‘Mijn boek weerlegt dat de Jodenuitroeiing systematisch is verlopen, dat ze volgens een logische planning gebeurde en zelfs dat ze vooraf bedacht was.’

Het echte doel

Natuurlijk was Cesarani lang niet de eerste historicus die van leer trok tegen de te schematische maar wijdverspreide opvatting van de Holocaust. Al in zijn monumentale, driedelige standaardwerk De vernietiging van de Europese Joden (1961) haalde Raul Hilberg het beeld onderuit van de Holocaust als het product van een goed geoliede machine. Hilberg heeft school gemaakt. Vandaag beschouwen de meeste historici het antisemitisme als een van de belangrijkste elementen van het ideologische verhaal en het politieke project van de nazi’s. Maar tegelijk erkent men dat de concrete uitwerking van de Jodenvervolging een grillig verloop kende: de Holocaust is allesbehalve een lineair opgebouwde gebeurtenis.

Maar de beeldenstormer Cesarani ging zelfs die visie te lijf. Zeker, schreef hij, het is waar dat de anti-Joodse maatregelen al van in de eerste jaren van het naziregime gradueel strenger werden, en dat op die manier de strop werd aangetrokken, alsof de Joden vanuit een vooraf opgesteld plan in de val werden gelokt. ‘Maar die volgorde hoeft niet te betekenen dat de ene stap logisch, noodzakelijk of opzettelijk uit de andere is gevolgd.’ Volgens hem begrijpt de klassieke geschiedschrijving het wezen van de Holocaust niet goed, omdat de meeste historici zich blijven blindstaren op het antisemitisme van Adolf Hitler. Zo gaan ze voorbij aan zijn echte drive: zijn oorlogszucht. Hitlers ware ambitie was niet het uitroeien van alle Joden, maar een nieuwe oorlog aangaan met Frankrijk en Groot-Brittannië, en die dit keer winnen. Het centrale project van Hitler en de nazitop was dus niet de Holocaust, maar de Tweede Wereldoorlog.

Met een griezelige zin voor detail beschreef Cesarani hoe de Joden de prijs betaalden voor de oorlogszucht van de nazi’s. Zo goed als elke nieuwe stap in de vervolging van de Joden werd volgens hem veroorzaakt door het verloop van de militaire campagnes. In het midden van de jaren dertig bouwde Hitler zijn militaire apparaat uit: dat kostte handenvol geld, en dus kwam het de nazi’s goed van pas om de goederen en centen van de Joden te confisqueren. En nee, de Kristallnacht in 1938 was geen door propagandaminister Joseph Goebbels georkestreerde reactie op de moord van een Duitse diplomaat in de Parijse ambassade door de Jood Herschel Grynszpan – dat was slechts het rookgordijn van de nazi’s. De echte aanleiding was de bezorgdheid bij de nazitop om de lauwe steun van de Duitse bevolking voor de annexatie van Sudetenland (een stukje Tsjecho-Slowakije met een Duitssprekende meerderheid, de zogenaamde ‘Sudeten-Duitsers’). Door de synagogen en andere Joodse gebouwen in brand te laten steken, wilden ze vooral het nationalistische vuur doen oplaaien.

Ook intrigerend: de Joodse verplichting om de gele ster te dragen kwam er pas bij de bezetting van Polen, en dan alleen voor de Poolse Joden. Duitse en West-Europese Joden hoefden de ster pas vanaf september 1941 te dragen, vanaf het moment dat de aanvankelijk succesvolle inval in Rusland aan kracht verloor. De nazi’s waren sinds 1933 aan het bewind in Duitsland, maar gedurende driekwart van Hitlers machtsperiode was er dus géén plicht om de gele ster te dragen. Ook dat strookt niet met onze gangbare ‘kennis’ van de Jodenvervolging.

In januari 1942 volgde dan de beruchte Wannsee-conferentie, waarin afspraken werden gemaakt over de ‘Endlösung der Judenfrage’, de ‘definitieve oplossing van het Jodenvraagstuk’. Als dat echt het startschot van de Holocaust zou zijn geweest, zoals soms nog wordt aangenomen, dan komt die toch laat: bijna tien jaar nadat Hitler werd benoemd tot rijkskanselier. Het punt is: zolang Duitsland militaire successen behaalde, was de kwestie van een centraal gestuurde ‘Endlösung’ niet aan de orde. Dat begon pas begin 1942, toen duidelijk werd dat Duitsland de Sovjet-Unie niet snel en wellicht nooit op de knieën zou krijgen, en de krijgskansen dus fundamenteel begonnen te keren – en waren de Joden niet de echte aanstokers van het ‘Joods-bolsjewistische complot’? In december 1941 had Hitler trouwens de oorlog verklaard aan Amerika, en hij beschouwde ook president Franklin D. Roosevelt als een ‘marionet van Joodse raadgevers’.

De Joden in Duitsland en de bezette gebieden werden beschouwd als de vijfde colonne van de verzamelde vijanden, en kregen de schuld van het leed dat de Duitsers werd aangedaan. Dat was de politieke retoriek. Daarbij kwam dat de Duitsers niet meer wisten wat ze moesten aanvangen met de miljoenen Joden die zich vooral in de pas bezette Oost-Europese gebieden bevonden. Er waren al heel wat concentratie- en gevangenenkampen, en er waren op kleine schaal zelfs al gaskamers. Maar vanaf 1942 kwamen daar echte vernietigingskampen bij.

De Jodentrein

In de wereldwijde publieke opinie blijft Auschwitz hét symbool van de Holocaust. Het beeld is zo krachtig dat er overal ter wereld monumenten staan met sporen en treinstellen, als herinnering aan de konvooien naar Auschwitz – zelfs bij kampen die alleen per vrachtwagen of gewoon te voet bereikbaar waren, zoals het Zuid-Franse Gurs.

Er klopt iets niet aan Auschwitz als het grote symbool. Op het moment dat de nazi’s beslisten om het kamp uit te bouwen tot een doodsfabriek, draaide de vernietigingsmachine voor de Joden al op volle toeren. Het grootste deel van de Holocaust voltrok zich namelijk niet in maar buiten de bekende concentratiekampen. Dat staat indringend beschreven in boeken zoals Black Earth (ook 2015) van Oost-Europakenner Timothy Snyder, of het nieuwe Why? Explaining the Holocaust (2017) van Peter Hayes.

Snyder had al naam gemaakt met zijn bestseller Bloodlands (2010), waarin hij de vreselijke geschiedenis beschrijft van de Oost-Europese gebieden die tussen 1933 eerst door Stalin en nadien door Hitler werden geterroriseerd: grofweg de huidige Baltische Staten, Polen, Oekraïne, Wit-Rusland en westelijk Rusland. Er vielen in totaal 14 miljoen burgerslachtoffers. Dat is meer dan het dubbele van het aantal Joodse slachtoffers van de Holocaust: daarvan variëren schattingen van goed 5 tot 6 miljoen. Als ook de niet-Joodse slachtoffers van de nazi’s erbij worden geteld, stijgt het aantal slachtoffers van de Holocaust tot 11 miljoen.

Snyder argumenteert dat de Holocaust maar kon gebeuren omdat hij zich voltrok in landen waar de staats- en overheidsstructuren waren vernietigd, en de burgers geen enkele vorm van ‘civiele’ bescherming meer genoten. Snyder: ‘De Duitsers mikten in 1939 in de eerste plaats op de vernietiging van Polen als politieke identiteit, en niet op de uitroeiing van zijn Joodse inwoners. Maar de vernietiging van de Poolse staat had de zwaarste consequenties voor de Poolse Joden. Zeker minderheden moeten kunnen terugvallen op de bescherming door de overheid en the rule of law, en meestal zijn het ook minderheden die het zwaarst getroffen worden door anarchie en oorlog.’ Dat de nazi’s eerst de Poolse intelligentsia doodden en de officieren van het Poolse leger en de Poolse politie (zeg maar: de leiding van alle Polen in uniform), zorgde ervoor dat de Joden blootgesteld waren aan de wraak van wie met hen wilde afrekenen. Duitsers, of Polen.

Dat gold ook voor de Baltische staten, die vóór de Duitse inval in 1941 eerst nog kortstondig bezet waren geweest door de Sovjet-Unie en waar de vroegere politieke instellingen al een paar jaar niet meer functioneerden. Resultaat: al tegen het eind van dat jaar hadden de Litouwers, de Letten en de Esten in een reeks pogroms bijna al ‘hun’ Joden omgebracht. Doorgaans hadden ze daar geen Duitsers bij nodig. Er zat ook een materialistische kant aan. Bij de korte bezetting van de Baltische staten (1940-1941) waren de Sovjets overgegaan tot de nationalisatie van winkels en bedrijven. In 80 procent van de gevallen hadden die Joodse eigenaars. Nadat de Sovjets verdreven waren, was het voor de Balten financieel interessant om die voormalige Joodse zaken zelf in handen te krijgen.

Vandaar ook het essentiële verschil tussen het lot van enerzijds de Joden uit West- en Zuid-Europa, Denemarken, Noorwegen en zelfs die uit Duitsland, en anderzijds de Joden van de Oost-Europese ‘bloedlanden’ tussen Berlijn en Moskou: ook onder de nazibezetting bestond in de eerste groep landen toch een gestructureerde civiele maatschappij om de eigen burgers enigszins te behoeden tegen nog meer onheil.

Ook in de Sovjetrepublieken Oekraïne en Wit-Rusland en in de Baltische Staten ging het er genadeloos toe. Er werd gemoord met knuppels, bijlen en hamers, er werd opgehangen en levend verbrand, en natuurlijk deden granaten en pistolen en geweren hun deel van het werk. De gruwelijkste pogrom vond plaats op 19 september 1941 bij Babi Yar, een ravijn buiten Kiev. In twee dagen tijd werden er ongeveer 33.000 Joden gedood. Ze moesten eerst levend in rijen op elkaar gaan liggen, waarna ze afgemaakt werden met machinegeweren. Er werd een laagje aarde over geschept, waarna de volgende rij Joden zich mocht neerleggen. Het was moorden in een ongezien tempo. Ter vergelijking: de gaskamers van Auschwitz-Birkenau doodden op hun meest ‘productieve’ dagen tot 9000 mensen per dag.

Gaskamers waren derde keus

Dat er uiteindelijk toch voor andere technieken dan standrechtelijke executie werd gekozen, had zijn redenen. Ten eerste vreesden de nazi’s dat openlijke executies, ook van vrouwen en kinderen, in landen zoals Polen tot volksopstanden en rebellie zouden leiden. Ten tweede vroeg de leger- en SS-leiding met nadruk om meer ‘menselijke’ terechtstellingen – niet ter wille van de Joden, maar ter wille van de eigen manschappen: zelfs de beulen konden het eigen beestachtige bestaan niet aan en kampten met zenuwinzinkingen en depressies. Ten derde waren gaskamers veel goedkoper dan geweren en kogels. Zyklon B-gas was spotgoedkoop, en door de grote massa Joden die tegelijk kon worden vergast in opeengepakte gaskamers volstonden relatief kleine hoeveelheden grondstof. Een vergast slachtoffer kostte maar een paar cent.

Het algemene gevoel is tot de dag van vandaag dat de Holocaust zich in de gaskamers heeft voltrokken. Dat blijkt niet te kloppen. Er zijn maar zes echte vernietigingskampen geweest met functionerende gaskamers. Zowel qua belang als qua tijd waren de gaskamers pas de derde methode. De meeste Joden werden gedood door kogels, hun lichamen belandden in kuilen en grachten – dat was de oudste en in aantal slachtoffers veruit de belangrijkste techniek in de Holocaust. Daarna volgden de Joden die gedood werden door uitlaatgassen van vrachtwagens; hun lichamen werden verast in ovens. Pas nadien kwamen de gaskamers in de vernietigingskampen. Snyder: ‘De kogels en de putten waren voor de Joden uit de Baltische Staten, Oost-Polen en de Sovjet-Unie. De gastrucks en de ovens waren voor Joden uit centraal en westelijk Polen. De meeste andere Europese Joden werden afgevoerd naar plaatsen als Auschwitz.’

Snyder ziet daarin nog een bewijs voor zijn stelling dat de meer intacte westerse samenlevingen een extra beveiliging waren voor de daar wonende Joden: de nazi’s beseften dat ze het zich niet konden permitteren om in Frankrijk, België of Nederland, en zélfs in Italië en Duitsland, moordfabrieken te bouwen. En dus werden de ‘westerse’ Joden afgevoerd naar het wetteloze oosten. De Holocaust voltrok zich in de oostelijke hoek van Europa. Daar brachten de nazi’s driekwart van hun slachtoffers om. Het gros van de moorden gebeurde in amper twintig maanden tijd, van juni 1941 tot februari 1943. De helft van alle slachtoffers viel in de laatste elf maanden van dat korte tijdsbestek, toen de gaskamers operationeel werden.

Vanaf midden 1942 traden de vernietigingskampen (Treblinka, Sobibor, Chelmno, Belzec en Maly Trostenets) er in werking, boven op de twee ‘gemengde’ vernietigings- en werkkampen van Auschwitz-Birkenau en Majdanek. Treinladingen Joden werden aangevoerd uit West-, Midden- en Zuid-Europa. Alleen al in de zes vernietigingskampen stierven 3 miljoen mensen. Er werd gemoord met een gemiddelde van 225.000 doden per maand. Op de piekmomenten in 1942-1943 steeg dat tot 325.000 doden per maand, of meer dan 10.000 doden per dag. Maar ondanks de impact van de gaskamers op het dodental blijven ze maar een beperkt onderdeel van een veel grotere operatie. Miljoenen Joden en gevangenen kwamen in andere kampen terecht. Anne Frank bezweek bijvoorbeeld in het voorjaar van 1945 aan vlektyfus in het ‘gewone’ concentratiekamp van Bergen-Belsen, nabij Hannover in Duitsland. Zoals Snyder enigszins bitter constateert: ‘Terwijl Auschwitz wordt herdacht, is het grootste deel van de geschiedenis van de Holocaust alweer vergeten.’

De nieuwe Hitler

Kort na de inauguratie van Donald Trump kreeg Snyder bakken kritiek omdat hij schreef dat er parallellen te trekken waren tussen de nieuwe Amerikaanse president en Hitler. Die vergelijking klinkt inderdaad schokkend, en kwam bij de gematigde en intelligente middengroepen grotesk over. Ook een historicus als Cesarani toonde zich in interviews altijd bijzonder terughoudend om Hitler of de Holocaust te gebruiken ter verklaring van actuele politieke ontwikkelingen.

Toch is Snyders waarschuwing minder gek als je vertrekt vanuit de nieuwe kijk op de Holocaust (en dus op Hitler). Er valt inderdaad veel voor te zeggen dat er vooraf geen alomvattend plan bestond. Hitler was een vuilgebekte kerel met een ranzig en racistisch discours: hij zou ‘ze’ wel eens een lesje leren. Toen hij de macht effectief kon uitoefenen, begon hij meteen met kleinere maar spectaculaire pestmaatregelen: xenofoob van aard, en gericht tegen buitenlanders en in eigen land ook tegen politieke tegenstrevers. En van het ene kwam het andere. Is de vergelijking met Donald Trump (of met een aantal andere regeringen en regimes van vandaag) dan zo vergezocht? Vandaar ook de ondertitel van Snyders boek: The Holocaust as History and Warning.

Als je uitgaat van de oude clichés over Hitler en de nazi’s, krijg je een ander toekomstperspectief. In die visie werkten Hitler en zijn trawanten van bij het begin met een geheime blauwdruk van een Holocaust. Die begon met de eerste administratieve pesterijen in 1933 en moest planmatig uitlopen tot de industriële moordkampen van na 1942. Als dat zou kloppen, dan zou de mensheid moeten uitkijken naar een gedetermineerde maniak die aan het hoofd staat van een even gek maar verder perfect functionerend staats- en partijapparaat. Als dát de criteria zijn, dan komt er inderdaad nooit een tweede Hitler.

Maar als de Holocaust het resultaat is van een samenloop van omstandigheden, dan krijgen we natuurlijk een ander verhaal. Zeker, het kader van de jaren dertig en veertig komt nooit meer terug. Toch zijn er ook de voorbije jaren wel situaties geweest die vergelijkbaar waren met de context waarin de Holocaust plaatsvond. Kennen we soms geen afgelegen oostelijke gebieden waar buitenlandse militaire interventies geleid hebben tot de afbraak van bestaande staatsstructuren en de ontwrichting van de hele civiele maatschappij? Denk aan Syrië, Irak en Afghanistan, aan de oorlogen die daar woeden, de totalitaire inzichten die er wortelen, de honderdduizenden burgerdoden die er al vielen, al dan niet door het vuur van buitenlandse bezettingslegers, de extremistische milities en dictators die er gedijen, en de plaatselijke bevolking die vaak denkt geen andere keuze te hebben dan in die gruwel te participeren, al is het maar om zelf te overleven.

Het precieze begin van de Holocaust aanduiden is een onbegonnen zaak, daarover zijn alle historici het eens. Peter Hayes zegt dat hij wel het laatste moment durft te bepalen waarop de Holocaust vermeden had kunnen worden. Dat was de dag dat een horde nazi’s binnendrong in de fabrieken van Krupp, en ze eigenaar Gustav Krupp voor de keuze stelden: ofwel gooide Krupp alle Joodse werknemers eruit en iedereen die verbonden was aan een andere politieke partij dan de NSDAP, of zijn imperium werd kort en klein geslagen. Gustav Krupp was met voorsprong de machtigste industrieel van Duitsland, en toch gaf hij toe aan een bende straatvechters. Hij ontsloeg alle werkvolk dat de nazi’s ongewenst vonden. Acht dagen later ontving hij een woedende brief van een andere belangrijke industrieel, Georg von Müller-Oerlinghausen: ‘Als de Duitse werkgevers al niet meer willen instaan voor de wettelijke rechten van hun eigen personeel, voor wie zullen ze dan nog wel durven op te komen?’ Von Müller-Oerlinghausen had het helder gezien, zo bleek uit de geschiedenis van de nazi’s: ook het grootste onrecht vertrekt met een kleine pas te ver. Of zoals Peter Hayes besluit, ter attentie van de samenleving van vandaag: ‘Beware the beginnings’.

David Cesarani, Final Solution, The Fate of Jews 1933-1949, MacMillan, 1016 blz., ?47,95.

Timothy Snyder, Black Earth. The Holocaust as History and Warning, The Bodley Head, 462 blz., ?23,95.

Laurence Rees, The Holocaust. A New History, Viking, 2017, 509 blz., ?28,99.

Peter Hayes, Why? Explaining the Holocaust, W.W. Norton & Company, 412 blz., ?31,95.

Door WALTER PAULI

DE LEGER- en SS-leiding vroeg om ‘menselijker’ terechtstellingen. De beulen konden hun beestachtige bestaan niet meer aan en kregen depressies.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content