‘Het uiteendrijven van de twee gemeenschappen van dit land lijkt dus onafwendbaar te zijn. Het is niet de schuld van onbekwame politici of van separatistische partijen die door een toevallige verkiezingsuitslag een politieke sleutelpositie bezetten. Het is gewoon het onontkoombare gevolg van maatschappelijke en sociologische veranderingen’, aldus Stefaan Michielsen in De Tijd (02/01/08). De discussie gaat al lang niet meer over de noodzaak van een ver doorgedreven staatshervorming, waarbij essentiële bevoegdheden naar de deelstaten worden overgeheveld, maar over de vraag hoe dit zal geschieden en binnen welke tijdspanne. Het is intussen voor iedereen wel al duidelijk: wil dit land uitgroeien tot een moderne, internationale natie dan moet het dringend ernstig worden hervormd. Uit alle internationale rankings blijkt dat onze economie het steeds moeilijker heeft om de internationale concurrentie aan te gaan. We verliezen marktaandeel en zijn onvoldoende gewapend voor de vergrijzing. Onze economie heeft nog onvoldoende omslag gemaakt naar internationaal ondernemen, innovatie en talentontwikkeling… Regionalisering en responsabilisering vormen daarbij de toverwoorden.

De staatshervorming van Knack vormt daarbij een interessante ‘vingeroefening’. De uitgangspositie is ons zeer genegen: ‘De tijd van de borrelnootjes is voorbij… Het doel is een zo groot mogelijke autonomie met behoud van de solidariteit.’ Dit is meer dan duidelijke taal, waarvan de ernst van de toon tot in de francofone salons in Brussel, Luik en Namen is doorgedrongen. Maar na Nieuwjaar is plots de stemming gekeerd. CD&V gaat overstag en plooit haar communautaire eisen terug tot de ‘aanvaardbare’ norm, die vanuit dezelfde francofone salons wordt gedicteerd: het land staat er economisch slecht voor, de koopkracht daalt, en de politici moeten zich nu maar eindelijk eens gaan bezighouden met de echte problemen van de mensen, in plaats van met die communautaire onnozelheden.

Natuurlijk was de economische toestand niet plotseling drastisch veranderd. Maar in de media werd er opeens verdacht veel aandacht besteed aan de spectaculaire stijging van de prijzen voor voeding en brandstof, een evolutie die al geruime tijd bezig was. Vanuit onder meer de Nationale Bank werden een aantal onheilsberichten de wereld ingestuurd over de negatieve impact van de communautaire crisis op de kredietwaardigheid van België en het investeringsklimaat, wat na een simpele rekenoefening door een aantal politici zwaar onderuit werd gehaald.

De laatste weken werd het economische crisisgevoel bij de publieke opinie sterk aangewakkerd, waardoor de overtuiging van een sterke nood aan een doorgedreven staatshervorming werd teruggedrongen. De Vlaamsgezinde krachten in CD&V werden geleidelijk aan in het defensief gedrongen, waardoor de ‘belgicistische’ realpolitici – à la Dehaene – meer op de voorgrond traden. Het logische gevolg is dat het Vlaamse kartel CD&V/N-VA onder sterke spanning staat en dat het Waals-Brusselse kartel CDH/PS aan zet is om de centrifugale tendensen in het land zoveel mogelijk te vertragen.

Samen met Van den Brande stellen we: ‘Dit land mag niet terugkeren naar een systeem van federale voogdij over de deelgebieden. Die deelgebieden moeten met versterkte bevoegdheden en verantwoordelijkheden uit de staatshervorming komen.’ Voor ons blijft essentieel: een zeer sterke financiële en fiscale verantwoordelijkheid voor de regio’s’, arbeidsmarktbeleid en economische hefbomen (mobiliteit, energie, wetenschapsbeleid), een verschillend gezondheidsbeleid, een eigen gezinsbeleid. Gewesten moeten beslissingsrecht hebben inzake justitie, NMBS… Maar vooreerst de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde.

WALTER BAETEN IS VOORZITTER VAN HET IJZERBEDEVAARTCOMITé

door Walter Baeten

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content