De tragikomedie van de achtervolgde president, de stagiaire en de wrekende schim bereikte vorige week in de VS nieuwe toppunten.

De helse driehoek in de VS tussen president Bill Clinton, zijn vreemde tegenspeelster Monica Lewinsky en de onverzoenlijke Nemesis Kenneth Starr, begon de afgelopen week lichtjes rood op te lichten. Zodat het geruchten- en veronderstellingencircuit vanuit Washington, New York, California en Little Rock, Arkansas weer druk rond de president aan het zoemen was, eer men er eigenlijk erg in had. De “onafhankelijke onderzoeksrechter” Kenneth Starr wist de voorbije weken een aantal “overwinningen” te behalen op het Witte Huis, waarvan het vorige week bekendgemaakte akkoord met de advocaten van Monica Lewinsky en haar moeder het sluitstuk moet vormen.

Heel kort. Starr wist verschillende vonnissen voor zijn zaak te winnen, waarin beslist werd dat de veiligheidsagenten van de president toch moeten getuigen; en ook dat hij Bruce Lindsey, Clintons tweede advocaat en toeverlaat van geheimen, mag ondervragen. En nu kon hij met het Lewinsky-kamp tot een akkoord komen. In ruil voor een “eerlijke en waarachtige” getuigenis schenkt hij haar een zeer ver gaande immuniteit – en aan haar moeder hetzelfde (omdat die misschien meer verzwegen heeft dan legaal is). Dat wil zeggen dat Lewinsky, die vroeger ontkend heeft dat zij een seksuele relatie gehad heeft met Clinton, maar die dat tevoren toch tegen haar vriendin Linda Tripp beweerd had, nu kan zeggen wat ze wil zonder voor meineed vervolgd te worden.

De bedoeling is natuurlijk dat ze getuigt dat er wél een seksuele relatie was. Maar dàt, volgens een uitdrukking die eindelijk ingang lijkt te vinden in het Amerikaanse mediawezen, is “speculeren”: dat weten we niet. Maar van die speculatie gaat men uit. De volgende stap is dan dat Clinton kan zeggen dat Lewinsky liegt (en hoe dan ook hééft ze al één keer gelogen), en het dan zijn consistente ontkenning tegen haar veranderlijke getuigenis is.

Als er niet méér is dan dat, kan Bill Clinton wellicht niet veel overkomen. Dus rekent men erop dat Starr méér tracht aan te tonen. Namelijk dat Clinton en Lewinsky hebben samengespannen om het gerecht om de tuin te leiden. Bijvoorbeeld met de fameuze zin: “Als er twee mensen in een kamer zijn en er gebeurt wat maar ze ontkennen dat allebei, dan is het onmogelijk dat te bewijzen.”

Als Starr, Clinton samenzwering tot obstructie van het gerecht in de schoenen kan schuiven, dan is dat al méér dan schuinsmarcheren met een stagiaire en erover liegen tegen het publiek. De vraag is of zelfs dàt voldoende zou zijn. Vooral omdat de getuigenis van Lewinsky zelf het sluitstuk blijkt van de hele strategie: Starr heeft niet veel anders in handen, en zal dan een aanklacht moeten opzetten met aanwijzingen en stukken en brokken “circumstantial evidence”.

DE REPUBLIKEINEN MOETEN BESLISSEN

Op zichzelf zou dat niet echt gevaarlijk hoeven te zijn voor de president, aangezien de gevolgen die daaraan gegeven moeten worden, van een politiek oordeel afhangen. Want of een president aangeklaagd moet worden, kan niet door een rechtbank, maar moet door de Kamer van Volksvertegenwoordigers beslist worden. En dààr hebben weliswaar Clintons tegenstanders van de Republikeinse Partij een gemakkelijke meerderheid, maar ze lijken tegelijk hoe langer hoe meer goede redenen te hebben om Clinton niet aan te klagen.

De belangrijkste van die redenen is zeker de grote populariteit van de president bij het Amerikaanse publiek. In de aan opiniepeilingen zo gevoelige Amerikaanse politiek weegt het feit erg zwaar dat, zes maanden diep in dit schandaal, de meeste Amerikanen die erop reageren, het alleen maar vervelend vinden, blijven zeggen dat Clinton zijn werk zeer goed doet en hem, drijvend op de bloeiende economie en de immer stijgende beurs, hardnekkig de beste populariteitscijfers blijven geven. Als de Republikeinse Congresleden nu, op basis van een niet erg overtuigend rapport van Kenneth Starr, met alle geweld een impeachment van deze zo populaire president willen forceren, dan moeten ze wel weten dat ze daarmee bijna zeker midden in de verkiezingscampagne voor de Congresverkiezingen van de derde november terechtkomen, die ze zélf moeten winnen. Dat moet de hardste Republikein tot nadenken stemmen, en er beginnen dan ook al Republikeinse stemmen hoorbaar te worden, die Clinton aanmanen nu maar gauw zijn seksavontuurtje en zijn leugentjes te bekennen, en zijn verontschuldigingen aan te bieden, en dan zou het allemaal zo’n vaart niet meer hoeven te lopen. Hiermee, kan men denken, zou Clinton dan weer de slappe lach moeten krijgen, ware het niet dat er nog een gevarenfactor was.

Dat bijkomende, en nu snel dreigende gevaar voor Clinton is dat hij met Starr een akkoord heeft moeten sluiten dat hij zelf voor een Grand Jury zal getuigen. Aanvankelijk weigerde hij dat (het is niet duidelijk dat hij grondwettelijk ertoe gedwongen kan worden), en daarna werd er gemarchandeerd over de omstandigheden. Het akkoord: op 17 augustus getuigt de president in het Witte Huis voor een gesloten tv-circuit voor de Grand Jury in het Federaal Gerechtshof – rechtstreeks – en wordt ondervraagd door Starr en zijn medewerkers. Dit, zegt men, is gevaarlijk voor Clinton als hij zou liegen. Want als men kan aantonen dat hij liegt voor een Grand Jury, dan is dat een heel wat grotere meineed dan een leugentje in een civiele zaak (van Paula Jones), die achteraf door een rechter onontvankelijk en onbestaande verklaard wordt.

Het gevaar voor de president kan dus niet weggelachen worden: als hij zou liegen, wordt het steeds groter. Dat is een reden voor veel waarnemers om te denken dat hij nu wel gauw met een verklaring zal komen. Speculaties dus.

TE WEINIG OF TE VEEL PRESIDENT?

Weinig wordt intussen gezegd over de reële inzet van dit theater. De inzet is de macht en het privilege van de president van de VS. Als Kenneth Starr wint, kan Clinton een proces en een pijnlijke afgang tegemoet zien, maar ook het prestige, de macht en de onaantastbaarheid van toekomstige presidenten zal verminderd uit de strijd komen, kwetsbaar voor “onafhankelijke” heren met onbeperkte fondsen die bereid zijn naar de pekelzonden van de presidenten te gaan graven (vier jaar lang, met tientallen advocaten, voor luttele veertig miljoen dollar kosten).

Als Clinton wint en Starr verliest, zal het VS-presidentschap misschien weer op weg gaan naar de Imperial Presidency, waar de afgang van Richard Nixon een einde aan gemaakt had. Want het zal dan niet meer opgaan dat een of ander individu de papiermanden van het Witte Huis loopt te doorzoeken en alle secretaressen van de president chanteert in naam van een of ander moreel principe waar de rest van Amerika geen belangstelling voor heeft – en intussen de machtigste man van de wereld belet zijn werk te doen, en het Amerikaanse leiderschap over de wereld uit te dragen.

Te veel president, te weinig president? Men kan kiezen. Het zou intussen spijtig zijn de zaak als een tragikomedie van de hand te doen zonder ze te plaatsen in een algemeen Amerikaans sociologisch kader, waarin veel Amerikanen blijkbaar wegwillen van het “politiek correcte” puritanisme en de nieuwe preutsheid enerzijds, en waarin de verslaafdheid aan het spektakel van publieke processen het wint van de belangstelling voor politiek of zelfs voor baseball. Het duel Starr-Clinton-Lewinsky, dat het Witte Huis en het presidentschap van de VS zoniet de afgrond dreigt in te trekken, dan toch ze voor jaren belachelijk te maken, is alleen maar denkbaar in de Amerikaanse cultuur van advocaten en ongebreideld ingespannen processen, waarin het gerecht meer en meer de functie van een zeer dure Lotto begint aan te nemen, en niemand zich nog veilig kan voelen voor een of andere willekeurige gerechtelijke actie. Ook the man niet, genaamd the president of the United States. In feite is ook dàt de inzet van de affaire-Lewinsky.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content