Na vier maanden heeft VN-secretaris-generaal Kofi Annan zijn organisatie op kruissnelheid. De vraag is wel : in welke richting ?

De secretaris-generaal reist veel. Nog geen maand was hij benoemd in zijn nieuwe baan (per 1 januari 1997, tot en met 31 december 2001), of hij trok al naar het hol van de leeuw die zijn voorganger te grazen had genomen en nu voor hém zijn mes zat te wetten, in Washington DC. Dat was, op 23 januari, het moeilijke stuk. Vorige week was hij in China en in Japan te zien, en intussen vertoefde hij vaak in Europa, de helft van de tijd in Afrika…

De heer Kofi Annan, geboren in Ghana in 1938, diploma’s hoofdzakelijk in economie en management, werkt al dertig jaar of meer voor de Verenigde Naties, en moet nu met hervormingen trachten te beletten dat het huis, zoals één van zijn grijze eminenties het stelde, ?zijn relevantie zou verliezen?. Na goed vier maanden dienst op zijn gevaarlijke plaats, is het allicht te vroeg om te stellen dat hij het logge gevaarte in de goede richting op de rails heeft iedereen heeft de mond vol van hervormingen, maar wat gebéurt er in feite ? Alleszins is duidelijk dat hij de zaak niet in de sloot gereden heeft. Is dat dan omdat hij ?het knechtje van de Amerikanen? is, zoals sommige waarnemers het formuleren ? Of veeleer omdat hij in grote lijnen precies het tegengestelde is van zijn talentrijke maar controversiële voorganger Boutros Boutros-Ghali ?

De uitstap naar Washington zou Boutros alleszins nooit gemaakt hebben en al zeker niet in het begin van zijn mandaat. De oude Egyptische diplomaat, die nog mee aan het eerste begin van het vredesproces voor het Midden-Oosten gestaan had, zag een nieuwe en glorierijke rol voor de VN onder zijn leiding, schreef zijn ?Agenda for Peace?, speelde met de notie van een permanente VN-troepenreserve om snel te kunnen tussenkomen in nieuwe haarden van geweld, en beschouwde de VS als een lidstaat zoals alle andere lidstaten. Ook hij wou de VN hervormen, natuurlijk (wie zou het niét willen ?), maar dan op zijn manier, en dat was niet de manier van de Amerikaanse Republikeinen die het Congres beheersten en beheersen. Wat hem dan werd aangeraden door de VN gunstig gezinde Amerikaanse professoren, was campagne te voeren in ?zijn Amerikaans kiesdistrict?, te weten Washington DC, en in Washington het Congres, en daarin ook de Senaat. En in die Senaat troont dezer dagen senator Jesse Helms, een Republikein zo conservatief dat hij niet alleen de Verenigde Naties wantrouwt, maar ook het buitenland meer in het algemeen. En dat zou niet zo erg zijn als hij niet de voorzitter was van het zeer machtige Senaatscomité voor Buitenlandse Betrekkingen. Jesse Helms dus, was de tegenspeler van de nieuwe secretaris-generaal, en niemand anders.

DE SCHULD VAN DE VS

Men zegt dat de ontmoeting goed verlopen is, en dat Kofi Annan glimlachend buitenkwam bij de senator. In februari stuurde Helms dan zijn mensen op bezoek bij Annan in New York. Zijn de twee het eens geraakt ? Wellicht niet, maar Kofi Annan staat in Washington niet alleen, zegt men, in zijn strijd met Jesse Helms. De nieuwe Secretary of State, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Madeleine Allbright, was jaar en dag VS-ambassadeur bij de VN in New York. Zij vocht een bijna persoonlijke vete uit met Boutros-Ghali maar heeft, dat wordt gezegd, persoonlijk niets tegen de VN in het algemeen. Dat heeft ze gemeen met andere VS-buitenlandministers, zoals James Baker III, die er zich terdege van bewust zijn dat de VN een instrument is dat, als het niet bestond, onmiddellijk zou moeten uitgevonden worden.

Wellicht langs die omweg is er dan een voorstel op tafel gekomen, waarbij president Bill Clinton aan het Congres vroeg in te stemmen om een som van honderd miljoen dollar onmiddellijk over te maken aan de VN, en negenhonderd miljoen dollar in 1999. Als dan geen verdere schuld meer gemaakt werd aan de VN lees : als Washington bijblijft met zijn betalingen , zou daarmee de schuld uitgewist zijn. Althans, zo rekent de president van de Verenigde Staten. Anderen rekenen anders. Joe Connor, de manager van Price Waterhouse die door Boutros-Ghali aan de top van de VN-administratie gezet werd om te snijden en te snoeien en die accountant van opleiding is, heeft het over een Amerikaanse schuld aan de VN van anderhalf miljard dollar, waarvan 900 miljoen voor peacekeeping. Nietes, zeggen de Amerikanen. Er is zelfs een senator die beweert dat de Verenigde Naties geld moeten aan de VS (vanwege de Golfoorlog, die echter geen VN-operatie was). Hoe dan ook, Jesse Helms en zijn comité weigerden de toestemming tot betalen te geven zo lang de VN-hervormingen niet beantwoorden aan bepaalde referentiepunten (die ze zelf nog moesten vaststellen). Dus, wat kan men doen ? Kofi Annan heeft, volgens sommige waarnemers, met zijn aanpak al in zoverre gewonnen dat er over die referentiepunten onderhandeld kan worden.

Waarover kan dat dan wel gaan ? Voor de minder verfijnde VN-haters in de Senaat zal het wel rechtstreeks over de centen gaan : een verlaging van de uitgaven, zodat de VS minder aan die uitgaven moeten bijdragen. Nog steeds is die bijdrage vastgesteld op 25 procent, plus bijdragen voor peacekeeping, wat van de VS de grootste betaler maakt als ze zouden betalen. Diezelfde VN-haters vinden dat de VS een lager bijdragepercentage zou moeten hebben (iets van een tien procent, bijvoorbeeld), maar dat ze tegelijk natuurlijk wel haar politieke autoriteit in de organisatie moet behouden.

Echte hervormers zeggen al dadelijk dat er met veranderingen en saneringen in het VN-systeem wel wat geld kan losgemaakt worden (door het elimineren van dubbel werk en overlappende diensten, bijvoorbeeld, of door het afdanken van personeel tien procent is al afgevloeid sinds Boutros aan zijn hervormingen begon), maar dat dat geld dan wellicht onmiddellijk ergens anders moet geïnvesteerd worden, om diensten die niet goed werken, beter te laten draaien. Het VN-budget, dat ooit vergeleken werd, in orde van grootte, met dat van de politie en brandweer van New York City, is immers zo klein dat er hoe dan ook geen grote besparingen op te realiseren vallen.

ANNAN VOERT BEVELEN UIT

Ook kan het gaan over wat de organisatie wil doen. En, als men het daarover eens is, over de beste manier om dat te doen wetende dat de beste manier niet noodzakelijk goedkoper is dan andere manieren.

Kofi Annan, de eerste secretaris-generaal die uit de rangen van de organisatie zelf is gekomen, kent de gebreken en de mogelijkheden en de blokkeringen ervan beter dan zijn voorgangers. Hij is, zegt men in het systeem, begonnen met een moeilijk te definiëren maar wel doeltreffende koerswijziging in de manier van werken. De top van de organisatie wordt sterk aangesproken om zich achter de hervormingen te zetten. Kaders worden aangemoedigd om zelf beslissingen te nemen, en die niet te vragen aan de 38ste verdieping, waar de baas huist. Diensthoofden die met dezelfde problemengroepen bezig zijn, houden tegenwoordig tweewekelijkse vergaderingen. Om kort te gaan, de werksfeer in de vastgeroeste bureaucratie van de VN is aan het veranderen, de mensen praten met elkaar.

Dat is niet genoeg. Net als Kofi Annan met zijn ervaring als ondersecretaris-generaal voor peacekeeping en die de VN in de afgelopen paar jaar precies daarin herhaaldelijk op haar gezicht zag gaan , het accent wil leggen op ontwikkeling, wel iets kan doen, maar niet al te veel, omdat de echte autoriteit niet bij hem, maar bij zijn opdrachtgevers ligt.

Die opdrachtgevers, dat is enerzijds de VN-Veiligheidsraad met zijn beperkt aantal elkaar tegensprekende leden, en waarin de vijf permanente leden allengs de grootste effectieve macht in handen gekregen hebben (en elkaar nog steeds tegenspreken). En dat is anderzijds de Algemene Vergadering met haar 185 leden, die het nog bijna nooit over iets eens geweest zijn. Maar die leden, in intergouvernementele lichamen, controleren wèl een groot deel van de VN-budgetten, en dààr heeft het secretariaat dan weer niets meer over te zeggen.

Dit is de ontnuchterende vaststelling. Kofi Annan, in afwachting van een meer gedetailleerd hervormingenprogramma dat hij in juli aan de wereld zal voorleggen, houdt de machine aan het rollen. Hij is de eerste secretaris-generaal die er ruiterlijk voor uitkomt dat hij de bevelen van zijn meesters uitvoert. Dat die meesters ondereen het intussen niet eens kunnen worden over de richting die de machine uitmoet, vaak omwille van het zuiverste eigenbelang, zegt hij er niet bij. Daar is hij te beleefd voor.

Sus van Elzen

De Verenigde Naties : als ze niet bestonden, moesten ze uitgevonden worden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content