Epsom, 4 juni.- De Epsom Derby, samen met de Grand National de belangrijkste wedren van het jaar, werd zwaar verstoord. ‘Suffragette valt koninklijk paard aan’, schreef The Times geschandaliseerd. Koning George V en koningin Mary waren aanwezig. Hun paard Amner, bereden door de jockey Herbert Jones, had misschien een kans om de Derby te winnen.

Omdat de koninklijke familie er was, volgden veel journalisten de race. En waar veel pers was, waren de suffragettes ook. Met spandoeken in paars, wit en groen en de kreet ‘Votes for Women’. Stemrecht voor vrouwen: het was een oude eis, altijd afgewezen omdat vrouwen ’te emotioneel waren’ voor de politiek.

Sinds Emmeline Pankhurst in 1906 haar eigen ‘Women’s Social and Political Union’ had opgericht, waren de zaken er niet op verbeterd. De gewelddadige acties van de dames – ze gooiden ramen in, vielen politici aan, staken brievenbussen in brand en ketenden zich vast aan de hekken van Buckingham Palace – deden veel voorstanders twijfelen. Als geletterde vrouwen zich zo gedroegen, wat zou de massa ongeletterden dan doen als ze stemrecht kreeg?

Emily Wilding Davison was een van die gestudeerde vrouwen. Ze had – op eigen kosten – literatuur gestudeerd aan de Londense universiteit, ze had les gegeven en ze was een fervente feministe. Zeven keer ging ze de gevangenis in voor haar overtuiging dat vrouwen stemrecht moesten krijgen, elke keer was ze in hongerstaking gegaan en één keer had ze een proces gewonnen tegen de gevangenisautoriteiten die haar hadden gedwongen te eten. Ze had ook een zelfmoordpoging achter de rug: ze was ervan overtuigd dat een dode suffragette eindelijk de aandacht van de politiek zou krijgen.

Die fatale woensdag 4 juni dook ze onder de hekken door en gooide zich voor het paard van de koning. De jockey kwam er met een gebroken rib en een lichte hersenschudding van af, het paard had gekneusde voorbenen en Emily Davison overleed vier dagen later.

Haar dood trok de aandacht, dat wel. De regering verbood om hongerstakers gedwongen te voeden. Ze werden gewoon aan hun lot overgelaten en als ze te zwak werden, vrijgelaten. Een keer weer op krachten werden ze weer opgepakt en begon alles opnieuw. Die zogenaamde ‘kat-en-muiswet’ sloeg de suffragettes hun machtigste wapen uit handen: krantenaandacht als ze in hongerstaking gingen.

Pas vanaf 1918 zouden vrouwen ouder dan 30 stemrecht krijgen, in 1928 mochten alle vrouwen boven de 21 stemmen. Maar dat was om de Labour Party tegen te houden.

Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content