Af en toe schortte het zelfs de goden uit het Hindoestaanse pantheon aan verbale overtuigingskracht. Maar gelukkig hadden ze in dat geval muziek achter de hand. Op bamboefluit bijvoorbeeld. Als Khrishna op zijn bâsurî (bamboefluit) speelde en magische klanken aan het instrument ontlokte, wist hij zijn geliefde Radha en andere herderinnetjes te bekoren en in z’n goddelijke dans te betrekken.

Dansen, je hart ophalen of stil genieten. Dat kan met “The Raga Guide”, een anthologie van 74 Hindoestaanse râga’s, een handige gids van 184 pagina’s met vier cd’s.

Het kernbegrip in de Indiase muziek is de râga, een toonpatroon met eigen karakteristieken. Er zijn veel onderling verschillende patronen, en elke râga kent zijn eigen bindingen met de kosmos en met de menselijke emoties. De tijden van het jaar, de uren van de dag, de hartstochten: alle zijn ze traditioneel met de râga verbonden. Het Hindoestaanse toonpatroon heeft dan ook een hoofdzakelijk esthetische functie. Geen enkele Indiase musicus-improvisator zal

’s ochtends musiceren in een patroon dat bij het late middaguur hoort, of ’s winters muziek maken in een patroon dat aan de lente wordt toegeschreven. Traditie en esthetiek gaan hand in hand.

Uit het schier eindeloze aantal râga’s stelt deze gids er 74 voor. Heel overzichtelijk krijgt u een beknopte ontstaansgeschiedenis, een emotionele karakterisering én een transcriptie van het toonmateriaal en het melodische patroon. Vanaf de veertiende eeuw beelden schilders ook de mannelijke én vrouwelijke eigenschappen van de râga’s uit. Deze ragmala-schilderijtjes stellen traditionele liefdesscènes voor tussen goden en godinnen. Veertig zijn er hier opgenomen, en dat maakt deze bloemlezing ook tot een mooi kijkboek.

Vier uitvoerders zorgen voor de muzikale vertolking, stuk voor stuk sublieme miniaturen van vier à vijf minuten. Sarodspeler Buddhadev DasGupta, zangeres Shruti Sadolikar-Katkar, zanger Vidyadhar Vyas en bâsurispeler Hariprasad Chaurasia staan borg voor een hoge kwaliteit. Vooral Hariprasad Chaurasia – afkomstig uit Allahabad in de Indiase staat Utar Pradesh – heeft bij ons enige bekendheid. Zijn vader was worstelaar en wou dat zijn kinderen in z’n voetsporen traden; het beroep is in India nu eenmaal een familietraditie. Hij kreeg onder meer les van guru-ma Annapurna Shankar, dochter van wijlen Allaudin Khan. Eerst wou ze niemand onderwijzen en verwees iedereen door naar haar echtgenoot Ravi Shankar. Na drie jaar kwam ze op haar besluit terug, iets waarvoor Hariprasad haar nog altijd dankbaar is.

“The Râga Guide”, 184 blz., + 4 cd’s. Verschenen bij Nimbus Records NI-5536/9, in België en Nederland verdeeld door Harmonia Mundi.

Johan Van Acker

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content