Media en gerecht storten zich samen tot op de kleinste pedofilie-affaire als ware het weer een nieuwe zaak-Dutroux.

Twee weken geleden riep een in Brussel aangehouden en van pedofilie betichte man de hulp in van zijn advocaat. De jurist schoof de zaak ijzingwekkend snel door naar een jongere collega. Officeel wegens te veel werk, in werkelijkheid – zo geeft hij nu toe – uit schrik voor negatieve reacties van zijn andere klanten, van buren of vrienden. “Ik besef dat het verkeerd was, maar je kan moeilijk volhouden dat dossiers over pedofilie in een serene of correcte sfeer worden afgehandeld. Als je ziet hoe zelfs de geringste klacht, we spreken niet eens over harde feiten, in de media wordt gegooid, hoe onderzoeksrechters deze zaken benaderen, lijkt het almaar meer op ordinaire lynchpartijen.”

Het ogenblik waarop de advocaat weigerde zijn klant, die hij voordien herhaaldelijk bij een aantal louter zakelijke betwistingen had bijgestaan, verder te helpen, liep parallel met de aanhouding van R.D. Het Leuvens parket pikte hem op na klachten van jongeren die hij op een camping in Vlaams-Brabant zou hebben “misbruikt”. Media klasseerden de “feiten” ei zo na als een tweede zaak- Dutroux, maar na een week bleken de eerder gemelde “misbruiken” herleid tot “ongepaste strelingen en aanrakingen”.

EINDELOZE WELLES-NIETESSPELLETJES

Begin vorige week nam het gerecht van Dendermonde B.C. in hechtenis. De ouders van een jongen die “’s nachts en onder de douche” door de betrokkene zou zijn betast op een sport- en taalkamp in de Ardennen, trokken aan de alarmbel. Meteen lichtten de media de ganse doopceel van B.C. Een nietsvermoedende organisator van de stages werd voor de camera gesleept, de school waar de man lesgeeft, kwam uitgebreid in beeld, de onderzoeksrechter vond er niet beter op dan meteen een persconferentie te organiseren.

Nog in dezelfde week lichtte de Brusselse politie een 78-jarige man van zijn bed. Verdacht van misbruik van een zeventienjarig meisje uit Tsjernobyl. En dan was er het gerecht in Tongeren. Dat had liefst 1650 vrouwelijke ex-leerlingen van een priester-leraar opgeroepen. Aanleiding van de mammoet-operatie: de klacht van een vrouw die beweerde verschillende keren verkracht te zijn door de man. De ondervragingen van goed 1.500 vrouwen die zich hadden gemeld, bracht geen enkel strafbaar feit naar boven.

Tenslotte was er nog de demarche van de zeer omstreden “pedofielenjager” Marcel Vervloesem van de VZW Morkhoven. Als het gerecht zich niet haastte met de zaken die hij had aangekaart, zou deze Rambo – zelf verwikkeld in allerhande gerechtelijke perikelen – namen en foto’s van een aantal pedofielen op affiches uithangen. Zegt Hans Vertommen, verbonden aan de afdeling Psycho-diagnostiek en Psychologische Begeleiding van de KU Leuven: “Als weldenkend mens vind ik de manier waarop die zaken in het nieuws komen, zéér erg. Ik hoor een onderzoeksrechter zeggen: dit is geen affaire-Dutroux. Moet dit echt? In een aantal recente gevallen moeten de onderzoekers de klachten nog altijd bewijzen, maar toch wordt alles in de openbaarheid gegooid. Dit kan volgens mij niet.”

Pedofilie is en blijft een gruwelijk misdrijf, maar er rijzen almaar meer vragen over de manier waarop dezer dagen een ware heksenjacht ontstaat. Voor een aantal media blijken de affaires zeer welgekomen onderwerpen in nieuwsarme perioden. Zo krijgen krantenlezers uitzichtloze en nutteloze polemieken voorgeschoteld. De ene dag meldt Het Laatste Nieuws dat er in het kamp van R.D. handboeien zijn gevonden, de volgende houdt zijn advocaat in hetzelfde medium staande dat zijn cliënt nooit “ook maar één kind seksueel heeft misbruikt”. En nog eens 24 uur later mag een van de betrokken ouders in de zaak-B.C. zijn verhaal doen. “Wij vragen ons af of de hele zaak niet berust op één groot misverstand (…) Wij hebben de leiding uitdrukkelijk gevraagd om te letten op de hygiëne en de kinderen te controleren op parasieten.”

Als interludium kan Vlaams Blok-kamerlid Alexandra Colen het ontslag eisen van kardinaal Godfried Danneels en de pauselijke nuntius in ons land omdat het katholiek onderwijs een voorlichtingsvideo zou hebben gebruikt met opnamen afkomstig van kampleider R.D., zelf overigens ooit kandidaat op een lijst van hetzelfde Blok. En in bladen als Humo mogen de Marcel Vervloesems ongegeneerd en niet gehinderd door ook maar één verwijzing naar hun eigen duister verleden, de halve wereld van de meest perverse misdrijven en complotten beschuldigen.

HET VERTROUWEN RAAKT ZOEK

De massale mediabelangstelling, die zeker niet wordt afgeremd door een aantal magistraten, helpt de lopende onderzoeken niks vooruit. Ze veroorzaakt veeleer een soort psychose. Na de aanhouding van R.D. voerde het Leuvens parket een meldpunt in. Achtenveertig uur later waren daar 71 telefoontjes op binnengekomen, maar amper vijf ervan hadden betrekking op de zaak-R.D. Mieke Kesters vreest zelfs voor een soort averechts effect van al die belangstelling. Zij publiceerde een boekje over de relaties tussen leerkrachten en leerlingen en is verbonden aan het vrije PMS-centrum van Herk-de-Stad dat inzake opvoedkundige problemen een zekere reputatie te verdedigen heeft.

Volgens haar voelen slachtoffers van seksueel geweld – ook van delicten binnen de familiale sfeer – zich allesbehalve aangemoedigd door de stroom van “onthullingen”. Kesters: “Elke dag opnieuw horen en zien jongeren van alles over dit soort zaken. Die komen uitgebreid in het nieuws, justitie buigt er zich over. Ik vrees dat een aantal jongeren zich niet meer durft melden bij hulpverleners omdat zij schrik hebben. Als iedereen er zich mee gaat moeien, heb ik de zaak niet meer in de hand. Het oplossen van dit soort problemen is juist een kwestie van vertrouwen. Wij helpen mensen al jaren, discreet, zonder dat de buitenwereld op de hoogte wordt gebracht. Er ontstaat bijna een mythe dat het zo niet kan, net zoals die andere mythe die wil dat slachtoffers van seksueel misbruik later nooit meer in staat zijn tot een gezonde relatie en in alles wat ze ondernemen, tot mislukken zijn gedoemd.”

Vreemd genoeg zullen mensen die rechtstreeks met jongeren in contact komen – leraars, begeleiders, vrijwilligers… – de eerste slachtoffers worden van de huidige psychose. “Ik kan me voorstellen dat het stilaan moeilijk wordt om nog vrijwilligers voor jeugdwerk te vinden”, zegt Hans Vertommen. “Ik las ook dat er dit jaar maar acht priesterroepingen zijn en ik vermoed dat de reeks pedofilie-affaires daar iets mee te maken heeft.” Leraars gaan zich in de toekomst – als dit al niet het geval was – wellicht anders opstellen. Mieke Kesters: “Leerkrachten worden alerter. Ze zullen een kind dat het moeilijk heeft, niet meer zo makkelijk eens aanhalen en goed vastpakken. Ze gaan nadenken over hun relatie met leerlingen. Op zich is dat goed, maar dit mag niet leiden tot krampachtige verhoudingen.”

EEN ZWARTE LIJST MET PEDOFIELEN

Binnen jeugdorganisaties laten zich stilaan de eerste effecten van de overdreven mediatisering gevoelen. De KSJ-KSA-VKSJ wil zich de komende weken beraden over de begeleiding van jeugdwerkers. Zij raken volgens Geert Vervaet, nationaal secretaris van de koepelorganisatie, “duidelijk gedemotiveerd door de huidige hetze. Vorige week belde ons een jeugdleider vanuit een kamp in de Ardennen. Hij had een teek weggehaald op het achterste van een jongetje en vroeg zich nu heel bezorgd af of hij daar geen last mee kon krijgen. Elke leraar, pastoor, jeugdwerker of -begeleider is nu als het ware een potentiële pedofiel. Onze boodschap luidt niet er is niks aan de hand, maar we mogen anderzijds niet tegen onze mensen zeggen: hou jullie kinderen maar met onschuldige spelletjes bezig en vermijd alles wat ook maar in de verste verte met seksualiteit en emotie heeft te maken. Dan ben je niet meer bezig met jeugdwerking.”

In Leuven leidt Piet MullerClip, een organisatie die taalvakanties voor jongeren organiseert. Vooralsnog maken zijn begeleiders zich weinig zorgen, ook omdat ze “goed voorbereid zijn op hun taak en zeer duidelijke instructies meekrijgen”. Muller stelde enkele jaren geleden al voor om een soort zwarte lijst aan te leggen van pedofielen. “Dit is niet het opplakken van een gele jodenster. Toegegeven, het klinkt niet aangenaam, maar wat is het alternatief? Wat er nu gebeurt, is ook niet erg aanlokkelijk. Begeleiders met slechte bedoelingen vliegen in de ene organisatie buiten en melden zich ’s anderendaags gewoon bij de volgende. Wij kregen hier ooit iemand over de vloer die niet eens wist wat Clip juist doet.”

Muller heeft ook zo zijn bedenkingen bij de huidige aanpak van de “affaires”. Hij vraagt zich hardop af welke zin het heeft 1550 ex-leerlingen op de rooster te leggen. Maar tegelijkertijd valt hij over de “lichtzinnigheid waarmee ouders hun kinderen op kamp sturen. Ze weten ( in het geval R.D., red.) niet eens waar ze naartoe gaan. Hoe kan dat? Ik maak ook elk jaar skivakanties mee waar achttienjarigen als monitor van vijftienjarigen optreden. Niemand die zich over de veiligheid vragen stelt. Wij richten contactdagen in voor onze stages en op vijfhonderd inschrijvingen krijg je dan één tot vijf ouders die zich komen informeren waar wij mee bezig zijn. Dat geeft mij een eigenaardig gevoel. Interesseert het die mensen niet waar hun kinderen belanden?”

Jos Grobben

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content