Herman Jacobs
Herman Jacobs Medewerker Knack

Met John Updike, die het op 27 januari definitief moest afleggen tegen de longkanker waaraan hij leed, verdwijnt een van de boegbeelden van de twintigste-eeuwse Amerikaanse literatuur. Hij zal, onvermijdelijk, herinnerd worden als ‘de kroniekschrijver van het naoorlogse Amerikaanse voorstadsleven’, waar hij een groot deel van zijn vele romans en verhalen aan wijdde. Hij is net geen 77 jaar oud geworden.

Goed, de Nobelprijs won hij niet, en hij nam in de voorstelling van de literaire gemeenschap niet de emblematische vorm van De Schrijver aan, zoals zijn generatiegenoten Philip Roth (1933) en Thomas Pynchon (1937). Maar hij was vermoedelijk wel geliefder. Hij was dan ook minder radicaal (al zou zijn seksuele openhartigheid, bijvoorbeeld in de partnerruilroman Couples (1968), in de jaren zestig nog wel opzien baren). En productiever – met een typisch White Anglo-Saxon Protestant werkethos publiceerde Updike 23 romans, elf bundels korte verhalen (een twaalfde, My Father’s Tears, staat gepland voor verschijning in juni), acht dichtbundels, een toneelstuk, een autobiografie, negen bundels met literaire essays, recensies en beschouwingen over kunst, een vijftal boeken voor kinderen (poëzie, toneel- en operabewerkingen), en een operalibretto. Sinds zijn debuut in 1958, met de dichtbundel The Carpentered Hen and Other Tame Creatures, dus zestig titels (verzamelingen en compilaties niet meegerekend) in vijftig jaar tijd. Waar bovendien eigenlijk niet één echt ondermaats boek bij zit, volgens de verzamelde kritiek, die ook steeds zijn grote stilistische gaven roemde. Het is ontegenzeglijk een prestatie, waar Updike dan ook vele malen voor is onderscheiden.

Groot was hierbij Updikes verscheidenheid en veelzijdigheid: hij schreef onder meer een sf-roman ( Toward the End of Time, 1997), het gothic sprookje The Witches of Eastwick (1984, vanwege de zeer onderhoudende verfilming met o.a. Jack Nicholson en Cher waarschijnlijk Updikes bekendste boek) en een roman uit het standpunt van een Afrikaanse dictator ( The Coup, 1978). Toch is er grote kans dat zijn oeuvre al snel alleen nog in ‘de Rabbitcyclus’ zal voortleven: de vier, of eigenlijk vijf, romans die hij wijdde aan Harry ‘Rabbit’ Angstrom (zo bijgenaamd naar zijn snelheid, én zijn neiging tot weglopen van problemen). Na een zeer succesrijke basketbalcarrière in zijn jeugd, verzeilt deze prototypische all-American guy met vrouw en kind in suburbia en leidt daar het ongeïnspireerde leven van een vagelijk ontevreden, racistische, Republikeins rechtse kleinburger die vooral in consumeren (niet in de laatste plaats van seksuele genietingen) geïnteresseerd is. Updike begeleidde vanaf 1960, toen Rabbit, Run verscheen, elk nieuw decennium met een nieuwe aflevering: Rabbit Redux (1971), Rabbit is Rich (1981, Pulitzerprijs én National Book Award), Rabbit at Rest (1990, Pulizerprijs) en ‘Rabbit Remembered’, een bijna 200 pagina’s lange epiloog die werd opgenomen in de verhalenbundel Licks of Love (2001).

Na seks (met name overspel leek de zelf overigens slechts eenmaal hertrouwde auteur levenslang te fascineren) was godsdienst een constant thema in zijn werk – soms in combinatie met het eerste, zoals in de roman A Month of Sundays (1975), waarin dominee Thomas Marshfield door zijn lust wordt geplaagd, en zoals eigenlijk ook in Terrorist (2006), Updikes zeer gemengd ontvangen recente roman waarin de jonge moslimfundamentalist Ahmad Ashmawy Mulloy juist walgt van het oversekste Westen. Updike, die zijn leven lang een trouw kerkganger bleef, was nu eenmaal van oordeel dat ‘een krankzinnig geloof beter is dan helemaal geen geloof’, zoals hij het in 1999 in een interview eens uitdrukte.

Herman Jacobs

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content