Sinds enkele jaren laat de Amerikaanse singer-songwriter Garland Jeffreys zich in Europa begeleiden door een Belgische band. Knack woonde een repetitie bij.

‘Ik voel me net een boyscout’, grapt Garland Jeffreys (1944) wanneer hij aankomt in de indrukwekkende tuin van een van de muzikanten van zijn Belgische begeleidingsband. Een afgelegen huisje in de Voorkempen, waar de woonkamer dienstdoet als repetitiekot. De muzikanten hebben elkaar lang niet gezien, de begroeting is hartelijk. ‘Waarom zou ik Amerikaanse muzikanten overvliegen en van hotel naar hotel trekken als ik dít kan krijgen?’, zegt Jeffreys wanneer we hem vragen waarom hij tijdens Europese tournees liever met Belgische muzikanten werkt. ‘Op deze manier kan ik veel vrijer werken. Dit zijn niet alleen fantastische muzikanten, het zijn ook geweldige kerels.’

‘Het begon met een noodgeval’, legt Mirko Banovic, bekend als de vaste bassist van Arno, uit. Hij was het die op verzoek van Jeffreys de band samenstelde. ‘Toen de bassist van Garland snel terug moest naar de States omdat zijn vrouw ernstig ziek was, heb ik een paar keer in- gevallen.’ Het klikte. Zo goed dat Jeffreys hem na een tijd vroeg om een groep muzikanten te zoeken voor zijn Europese concerten. ‘Veel talent en weinig streken’, dat waren de criteria. Wat kennelijk opgaat voor Maxime Lenssens (drums), Bruno Fevery (gitaar) en Rudi Genbrugge (keyboards, accordeon en gitaar).

Garland Jeffreys houdt van verrassingen. Twee jaar geleden speelde hij op de Lokerse Feesten, en tot ieders verbazing – zélfs die van de muzikanten – nodigde hij zijn jeugdvriend Lou Reed uit op het podium. Het leverde behalve een historisch moment een uniek filmpje op YouTube op: Reed die een beetje houterig meejamt op Hail Hail Rock and Roll, naast Matador een van Jeffreys wereldhits.

Jeffreys is dan ook een buitenbeentje. Niet bepaald wat wij van de gemiddelde Amerikaan verwachten, en dat heeft wellicht met zijn complexe achtergrond te maken. Hij heeft zwart, blank, Puerto Ricaans en Cherokeebloed in de aderen, groeide op in Brooklyn, studeerde kunstgeschiedenis en trok op zijn achttiende naar Italië om er de renaissanceschilderkunst te bestuderen.

Wat was de soundtrack bij uw jeugd?

Garland Jeffreys: Oh, dat was jazz. Ik ben opgegroeid met de muziek van Duke Ellington, Count Basie, Miles Davis, Ella Fitzgerald, zulke dingen. Maar zelf ben ik natuurlijk een kind van de rock-‘n-roll: Fats Domino, Gene Vincent, Buddy Holly… Mijn grote idool toen ik een kind was, was Frankie Lymon, van Frankie Lymon and the Teenagers. Een klein vent- je, zoals ik, maar met een fantastische stem. Ik herinner mij dat ik wou zingen zoals hij, dat ik wou zijn zoals hij. Voor zover ik me kan herinneren heb ik altijd gezongen. Al van toen ik vijf of zes jaar oud was, zong ik op school. Maar het idee om er mijn beroep van te maken is pas veel later gekomen. Nee, eerst wou ik absoluut kunst studeren.

Een beetje vreemd voor een New Yorker om de Italiaanse renaissance te gaan bestuderen, niet?

Jeffreys: Dat lag niet voor de hand, nee. Een goede vriend van me in New York had Italiaanse roots. Hij was zowat mijn mentor. Via hem leerde ik de Italiaanse schilders kennen. Maar niet alleen de schilders hoor, ook de films van Federico Fellini en Michelangelo Antonioni. Hij was heel belangrijk in mijn leven. Door hem ben ik Italiaans gaan studeren, en heb ik uiteindelijk zes maanden in Firenze doorgebracht.

Wie is uw favoriete schilder?

Jeffreys: Moeilijke vraag. Misschien wel Tommaso Masaccio, kent u hem? Een van de voorlopers van Leonardo Da Vinci.

Al even passioneel is uw kruistocht tegen racisme. Met Don’t Call Me Buckwheat wijdde u er zelfs een heel album aan. Waar staan we vandaag?

Jeffreys: Racisme zal allicht nooit helemaal verdwijnen. Maar als je ziet waar we vandaan komen, dan kan je toch niet anders dan concluderen dat we erop vooruitgegaan zijn. Om maar één voorbeeld te geven: vandaag is een zwarte man de baas in het Witte Huis. Wie had dat tien jaar geleden durven te denken?

Op uw Facebookpagina ergert u zich aan het gebruik van racistische termen in rapmuziek

Jeffreys: Precies, dat stoort me mateloos. Jonge mensen lijken blijkbaar niet meer te beseffen waar dergelijke woorden vandaan komen. In mijn jeugd hoorde ik dat soort beschimpingen elke dag. Ik word er bijna fysiek onwel van. Ik heb veel racisme meegemaakt in mijn leven, van ver en van dichtbij. Maar ik heb er me nooit door laten tegenhouden. Mijn vrouw is blank, ik ben dat niet. En daarmee is alles gezegd.

Even tussen ons, is die Lou Reed echt zo’n moeilijke mens?

Jeffreys: Helemaal niet. Het was zelfs zijn idee om in Lokeren te komen meezingen. Hij had me laten weten dat hij in de buurt was, en dat hij wel zin had om het te komen jammen. Lou is echt een goede vriend. We kennen elkaar al bijna vijftig jaar. Hij heeft misschien de reputatie een moeilijke man te zijn, maar hij is een fijne kerel. En een zachte man.

U bent intussen een eind in de zestig. Bent u wel zeker dat u touren nog leuk vindt?

Jeffreys: Al die dingen hebben een plaats in mijn leven. Mijn vrouw is schrijfster, die heeft haar bezigheden. Mijn dochter is intussen dertien en studeert goed. Ik heb mijn gezin, en ik heb mijn artistieke carrière, en ik ben erin geslaagd om daar een goed evenwicht in te vinden. Dus zolang ik me goed voel en me amuseer, zal ik blijven touren. Eigenlijk hoop ik dat ik nog op het podium kan staan als ik in de tachtig ben. Er zijn voorbeelden genoeg.

Word blueszanger, noem uzelf Blind Willie Jeffreys en u zit gebeiteld.

Jeffreys: Hé, grappig dat u dat zegt: ik ben een album aan het opnemen. Zou moeten verschijnen in februari 2010, en daar zullen een paar bluessongs op staan.

Pas als je ze allemaal na elkaar hoort, valt het op hoeveel wereldnummers de kleine New Yorker bij elkaar heeft geschreven. En begin je te begrijpen waarom hij 30 miljoen platen heeft verkocht. Twee keer loopt hij met de Belgische band in de kleine woonkamer ontspannen door de setlist. Jeffreys speels heen en weer schuifelend op zijn sportschoenen. Na vier uur zit het erop. ‘ Fellas,’ zegt hij, ‘ good work.’ Zo doen wij dat in België.

GARLAND JEFFREYS CONCERTEERT OP 18 JULI OP MINI-RO(C)K IN WIJTSCHATE (HEUVELLAND). INFO: WWW.MINIROCK-WIJTSCHATE.BE.

DOOR MICHAEL DE COCK/foto’s rob walbers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content