Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Beschilderde potten van Matisse en co.

NIEUWE GEZICHTEN aan het roer van de Stichting Oud Sint-Jan in Brugge : schepen Bernard Logghe als waarnemend voorzitter ; licentiate in de toegepaste economische wetenschappen Ann Vandenbrouck, aangetrokken voor de zakelijke en promotionele ondersteuning. Helaas ook enkele verdwijningen. De meest opvallende is die van Colette Castermans. Zij zette de artistieke lijnen uit. De Stichting heeft geen vaste artistieke leiding meer. Waar wil men naartoe ?

Voorlopig is het teren op de laatste, door Castermans aangebrachte tentoonstelling : ?Meesterwerken op doek en keramiek/De Fauvistische Periode?, opgezet door en eerder al getoond in het Musée Matisse in Nice. De strakke, mooie vormgeving verraadt niet dat er in zeven haasten opgebouwd moest worden door een onderbemand team onder leiding van Mia Vandekerckhove. Maar de haperingen in de vertaling en de verwaarloosde eindredactie van de Nederlandstalige catalogus zijn een ernstig waarschuwingssignaal : als Oud Sint-Jan op kwaliteit begint te besparen, moet het lelijk misgaan.

Dominique Forest, conservator van het Musée de Vallauris kwam in Brugge de onbekende materie introduceren : de keramiekproductie van eminente schilders als Henri Matisse, André Derain, Maurice de Vlaminck en anderen tussen 1907 en 1913 in het atelier van keramist-schilder André Metthey in Asnières. De grote gelijkenis in de vormen van de potten, borden en vazen komt doordat Metthey ze allemaal zelf draaide. Hij was ook de enige die zijn eigen potbeschilderingen meer in een decoratieve, art nouveau-achtige stijl maakte. Matisse en zijn kompanen gaven liever uitdrukking aan de gedeelde droom die ook al in hun schilderijen zat : een primitieve, bucolische idylle van vreedzaam en wild samenlevende mensen, dieren en planten in een immer stralende natuur.

Het wilde aspect had de tijdgenoten het meest getroffen : bij zijn bezoek aan de Salon d’Automne van 1905 wilde het criticus Louis Vauxcelles voorkomen alsof hij in een Cage aux Fauves was beland. De brutaliteit van hun keuze voor felle kleuren versterkte hun snel rijzende reputatie van wildemannen. Het spannende aan het werken op potten was voor die schilders allicht dat bij het bakken de kleuren altijd onvoorspelbare effecten opleverden.

RONDINGEN.

De fauvisten waren overigens niet de eersten die belangstelling toonden voor de sierkunsten. De Nabis vonden, in hun schroomvolle verering voor Paul Gauguin, ook diens keramische experimenten erg inspirerend. De schilder EdouardVuillard ontwierp, samen met Pierre Bonnard en Henri de Toulouse-Lautrec, glasramen voor het huis van Siegfried Bing, en zorgde ook voor diens porseleinen servies. De idee dat er maar één kunst bestond en dat die het hele dagelijkse leven diende te doordringen, leefde toen sterk. De Arts-and Crafts-filosofie van William Morris of de architectuur, de meubelen en de schilderijen van Henry Van de Velde waren doordrongen van dezelfde geest. Dat ze uiteindelijk slechts sporadisch in praktijk konden worden gebracht, kwam vooral omdat ze een soort van ambachtelijkheid impliceerden die door de industriële fabrieksproductie onder de voet werd gelopen.

Het was de klaar kijkende kunsthandelaar Ambroise Vollard die zijn fauvistische stal ertoe aanzette om z’n motieven op vaatwerk uit te proberen in het atelier van Metthey. Hij moet de feeling hebben bezeten dat de zo aardse, lichamelijke en sierlijk-sensuele kunst van Matisse, De Vlaminck en Van Dongen, zo mogelijk nog beter tot haar recht zou komen in het email, de gebakken materie, in de zinnelijke rondingen van potten en vazen dan op doek.

Alleen in de eerste tentoonstellingskamer van Sint-Jan werd de vergissing begaan, enig rond vaatwerk in kastjes tegen de muur op te hangen. Je moet er natuurlijk helemaal omheen kunnen lopen, eer je de werken ten volle in hun drieëenheid van sculptuur, schildering en nutsding ervaart. Gelukkig zijn de plompe potten van George Rouault met hun dikke naakten wèl rondom rond aan de blikken blootgesteld. Hier zijn alle elementen zo perfect gefusioneerd dat er een geheel nieuwsoortig ding lijkt gecreëerd te zijn met een fameuze fysieke presentie èn uitstraling. In de intimiteit van het tweede kamertje wordt zonneklaar hoe de fijn krullende vaste lijn van Matisse de eenheid tussen lichaam, houding en decoratie realiseert.

Meesterlijk geënsceneerd is de vierde zaal, waar voor de bezoeker een passage tussen schuin naar het midden toelopende, metershoge toonkasten is aangelegd. In deze oogstrelende pleiade van verrukkelijk gepenseeld aardewerk wordt de ultieme bezegeling van het huwelijk tussen ornament en gelukzaligheid gevierd, culminerend in de monumentale vaas met schelpen door Raoul Dufy. Het is één van die zeldzaam gelukte opstellingen die de rabiaat modernistische verbinding tussen ?ornament? en ?misdaad?, geponeerd door Adolph Loos, plots veel minder overtuigingskracht verleent. Als alles nu eens een kwestie van dosering was ?

Jan Braet

Tot 17.11.96, Stichting Sint-Jan, Mariastraat 38, Brugge. Elke dag open van 10 tot 18 u.

Raoul Dufy, Vaas met schelpen, niet gedateerd, faience, h. 42 cm. : ornament en gelukzaligheid.

Othon Friesz, Bord, niet gedateerd, faience : bucolische idylle.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content