Het laatste jaar van de vorige eeuw was er een van megafusies. Maar een recordjaar is het allang niet meer. Ook dit jaar lijkt er maar geen eind te komen aan de eindeloze reeks fusies en overnames. Integendeel, de fusies nemen almaar in omvang toe. Ook de voorbije weken spetterde het alweer.

In de banksector bijvoorbeeld neemt Deutsche Bank, via een aandelenruil ter waarde van 1210 miljard frank, Dresdner Bank over. De Duitse nummers een en drie verenigen hun krachten tot ’s werelds nummer een. En dat loont: de afbouw van het kantorennet en de afvloeiing van vele duizenden medewerkers zal de fusie een besparing opleveren van 116 miljard frank per jaar. En het rendement van het eigen vermogen zal stijgen tot vijftien procent – wat nu overeenstemt met de algemene norm.

Als fusiebank wil de Duitse instelling haar afdeling private banking afstoten. Het kleine werk voor de gezinnen brengt onvoldoende geld in het laatje. In de plaats daarvan verkiezen banken het vette spek van het vermogensbeheer en de rijke klanten. Ze opteren voor obligatie-uitgiftes en beursintroducties en verlenen advies aan ondernemingen bij fusies en overnames.

Ook in eigen land zijn de fusies niet tegen te houden. Het Frans-Belgische Dexia, gebouwd op het Gemeentekrediet, expandeert voort. Voor 109 miljard frank neemt het de Amerikaanse schuldverzekeraar Financial Security Assurance over. En met het Nederlandse Aegon heeft de groep een akkoord bereikt voor de overname van zijn vermogensbeheerder Bank Labouchère, waarvoor 40 miljard frank wordt uitgetrokken.

De autosector wil niet onderdoen. General Motors, ’s werelds grootste autobouwer, verwerft een belang van twintig procent in Fiat Auto, de autodivisie van het Italiaanse concern. Bij de aandelenruil ter waarde van 100 miljard frank krijgt Fiat 5,1 procent van GM. Beide autobouwers gaan een samenwerking aan op het vlak van motoren en versnellingsbakken, in de aankoopafdeling en bij de financiële dienstverlening. Samen zal dat een besparing opleveren van 80 miljard frank. Toch blijven ze concurrenten op de markt met hun verschillende automerken: Chevrolet, Cadillac, Opel, Vauxhall en Saab voor GM, Fiat, Alfa Romeo, Lancia, Ferrari en Maserati voor het merk Fiat.

Ook in de oliesector blijven de fusies niet uit. Het Amerikaanse Occidental Petroleum koopt voor 150 miljard frank Altura Energy. Dat is de grootste olieproducent in Texas, een gezamenlijke onderneming van Shell en BP-Amoco. BP-Amoco van zijn kant wil een belang kopen in het Britse Burmah-Castrol, een van de grootste Europese smeermiddelenbedrijven voor auto’s en industriële toepassingen. Het wil er zijn eigen smeermiddelenactiviteiten in onder brengen. BP-Amoco heeft een vestiging in Gent, een van de vele fabrieken van Burmah-Castrol draait op Antwerpen-Zuid.

In de kabelindustrie dan weer biedt UPC 1100 miljard frank in cash en aandelen, voor de volledige overname van SBS Broadcasting. Vandaag is het daarvan al de belangrijkste aandeelhouder, maar de kabelreus wil meer: hij beoogt de volledige controle over de uitbater van televisie- en radiostations. Naar het voorbeeld en de gelijkenis van de Amerikaanse megafusie tussen Time Warner en AOL zoekt UPC, dat reeds kabelnetten uitbaat in Leuven en Brussel en kandidaat-koper is voor het Vlaamse Telenet, ‘inhoud’ voor het internet. Noch UPC, noch SBS hebben in hun jonge geschiedenis ooit winst gemaakt.

Vlaanderens trots ten slotte, Lernout & Hauspie, neemt het Amerikaanse Dictaphone over, de marktleider in de Verenigde Staten in dicteerapparatuur en telefonische registratie en verwerking van medische gegevens, via een aandelenruil. L&H, dat in omzet net iets kleiner is dan de Amerikaan, verdubbelt daarmee in omvang.

Intussen duurt de Belgisch-Nederlandse baggerssaga voort, waarbij Deme (Dredging en Decloedt) de Belgische verankering dreigt te verliezen.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content