Nabestaanden van slachtoffers van ’11 september’ dagvaarden onder andere drie Saudische prinsen met een eis tot schadevergoeding. De bijzondere rol van het Saudische koningshuis in de Arabische wereld ligt daarmee opnieuw onder vuur.

HUBERT VAN HUMBEECK

De eis tot schadevergoeding is op zichzelf geen verrassing. Hij steunt juridisch op de klacht die na de bomaanslag op een vliegtuig boven het Schotse Lockerbie tegen Libië werd ingediend. Maar dat de naam van drie vooraanstaande Saudische prinsen zo direct met de aanslagen in verband wordt gebracht, maakt de zaak diplomatiek uiterst vervelend. Washington zal erop wijzen dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen een rechtszaak en de buitenlandse politiek van de president. In Riyad kijken ze daar vast anders tegenaan.

Het is het tweede incident tussen de Verenigde Staten en Saudi-Arabië sinds het begin van de zomer. Begin juli hield een medewerker van de invloedrijke Rand Corporation een uiteenzetting voor de Defence Policy Board in Washington, waarin de toestand in het Midden-Oosten werd geanalyseerd. ‘De manier waarop Saudi-Arabië militante islamitische groepen over de hele wereld financiert, zou voor de VS genoeg moeten zijn om zich over dat land grote zorgen te maken. Als Saudi-Arabië niet beter toeziet op wat er gebeurt met het geld dat het zo gul rond strooit, rest de VS geen andere keuze dan een deel van het land te bezetten’, adviseerde de Rand Corporation.

Washington ontkende meteen dat de regering het met de analyse eens is, maar veel waarnemers knikten instemmend. Het baart het Westen al langer grote zorgen dat islamitische scholen die met Saudisch geld worden gefinancierd diep ingrijpen in de soms wankele religieuze verhoudingen in delen van Afrika en in Centraal-Azië. Het geld van een beweging zoals al-Qaeda komt voor een groot deel uit Saudi-Arabië. Niet alleen Osama bin Laden zelf is een Saudi, ook vijftien van de negentien kidnappers van 11 september waren Saudi’s.

DIABOLISCHE CIRKEL

Washington vraagt tijd. Het heeft de steun van Saudi-Arabië nodig als het een brede coalitie tegen Irak op de been wil brengen. Bovendien heeft president George W. Bush zijn bordje al redelijk vol geladen. Er is namelijk niet alleen de kwestie Irak. Pakistan is een zeer wankele bondgenoot. Afghanistan kan elk moment weer ontploffen. Bush heeft zich ook ver gewaagd in een veroordeling van de Palestijnse Autoriteit en gevraagd dat die een nieuw leiderschap zou kiezen.

De Amerikaanse diplomatie bezweert haar critici dat ze Riyad niet uit het oog verliest en dat de Saudische samenleving op haar aansturen langzaam verandert. Kroonprins Abdullah zou daarover persoonlijk de discussie zijn aangegaan met de religieuze overheid. Maar van de kroonprins vragen dat hij stappen onderneemt tegen de financiers van, bijvoorbeeld, al-Qaeda zou dan weer te veel gevraagd zijn: hij zou dan zijn eigen familie moeten arresteren.

Saudi-Arabië speelt een bijzondere rol in de Arabische wereld. Het is traditioneel een bondgenoot van de Verenigde Staten. En het is tegelijk de behoeder van de islamitische heilige plaatsen in Mekka en Medina. Het is een gesloten, feodale dictatuur. De recente kritiek van het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, dat de Arabische wereld lijdt onder een gebrek aan vrijheid en vrouwenrechten is in de eerste plaats op Saudi-Arabië van toepassing.

Een belangrijke Saudische krant riep ondertussen op om de relaties van het land met de VS te herzien. De situatie is complex. Enerzijds houden het Saudische koningshuis en de Amerikanen elkaar in de regio overeind. Anderzijds is er in Riyad ook veel onderdrukt verzet. De prinsen voelen zich daarom verplicht om ook tegenstanders van de rol van de VS in de wereld regelmatig iets toe te stoppen. De Saudi’s beheersen het dansen op een slappe koord als de besten. Er mag worden aan getwijfeld dat de Texanen in het gevolg van de Amerikaanse president daar even bedreven in zijn.

Het is een diabolische cirkel. De VS steunt een koningshuis dat door een groot deel van zijn eigen bevolking wordt uitgespuwd. Dat voedt de haat tegen de VS in datzelfde land. En door de alomtegenwoordige satelliettelevisie kunnen ook steenrijke Saudische prinsen de informatie in hun land niet meer stroomlijnen.

De wrevel tussen Washington en Riyad kan erop wijzen dat ’11 september’ op termijn het hele Midden-Oosten in beweging kan brengen. Amerika zou zijn enorme macht moeten aanwenden om de Arabische wereld in democratische zin te doen opschuiven. Het is de enige manier om die woedende massa van arme, vaak onwetende mensen ertoe aan te zetten om zich om zijn echte problemen te bekommeren. Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content