Het was de eerste reclameboodschap die in 1967 op de Nederlandse openbare omroep verscheen, duidelijk bedoeld om weerwerk te bieden tegen de aanstormende beeldmedia. Vandaag moet die openbare omroep als gevolg van dalende reclame-inkomsten zelfs ten koste van het informatiegehalte fors besparen. Alom verliezen openbare omroepen terrein ten voordele van internet, gsm en andere kanalen. Wat de reclamemakers ook weten.

Ook heel wat kranten moeten het wereldwijd stellen met lagere verkoopcijfers en overleven nog enkel als onderdeel van grote, bij tv- en radiostations aanleunende, persgroepen. Gratis kranten, radio, televisie en een internetgeneratie die het over ‘die stomme gazetten’ heeft doen de pers lijden. Onder meer de VUM probeert alsnog het tij te keren met goedkope zondagsbladen of Espresso’s en een nieuwe opmaak. Ook de mediaminister snelt ter hulp, niet enkel met geld maar ook met kranten in de klas om de jeugd opnieuw te ‘leren’ lezen, ‘want goed geïnformeerde burgers zijn belangrijk’, luidt het.

De vraag is echter hoe zwaar die ‘informatie’ nog weegt. Voorgekauwd nieuws en hypes duwen informatie en duiding naar de achtergrond. Kritische journalisten met historische kennis zijn vervangen door jonge computerredacteurs die het ambachtelijke nieuwsgaren niet meer aanleren en hun kopij afplukken van het scherm. Met als resultaat: lichtvoetig entertainment, oneliners, suggestieve titels, roddels en geruchten waaraan ongegeneerd eigen interpretaties en antwoorden worden gekoppeld. Nieuws komt steeds vaker van sms-kliklijnen waarop elke malloot zijn ‘probleem’ kwijt kan en zelf het televisiescherm haalt. Het vertrouwen in de pers is historisch laag.

De regionale berichtgeving doet het niet beter. Men doet aan zelfcensuur. Als de journalisten het niet doen, schrapt de hoofdredactie. Schepenen en burgemeester grijpen zelfs in bij de hoofdredactie. Onderzoek wijst uit dat de ‘mensen’ méér lokaal nieuws willen. Geen foto’s van jubilees en narcistische politici of verbloemde berichten over het beleid van de gemeentelijke pr-dienst, maar duiding en kritiek waar nodig. Want ook in gemeenten en provincies is er politiek personeel dat ongegeneerd duurzaam belastinggeld over de balk gooit.

De Koning Boudewijnstichting besefte dit al vroeger en steunt dorpskranten, lokale internetradio’s en televisiestations. Ook lokale weblogs vallen onder deze kritische burgerjournalistiek. Deze kwalitatief hoogstaande initiatieven steunen op vrijwilligerswerk. De kosten zijn zwaar en het voortbestaan wordt voortdurend bedreigd. Elk initiatief dat stopt is politieke, sociale en culturele verschraling. De vraag rijst of de overheid, gemeenten, provincies en gewesten die informatie hoog in het vaandel dragen deze vorm van basis-democratie niet zouden moeten subsidiëren – net zoals de nationale, commerciële media.

willy haegeman is ex-perscorrespondent van de vooruit en de gentenaar .

Willy Haegeman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content