Uw bed is een barometer

De opmars van de vrouw als belangrijke economische factor in onze dienstenmaatschappij heeft grote gevolgen voor relaties. Er moet meer onderhandeld worden tussen partners om het samenleven vlot te laten verlopen. Subtiele signalen, bijvoorbeeld hoe koppels samen slapen of hoe hun gewicht evolueert, kunnen veel zeggen over de kracht van een relatie.

Alleen de allerlaatste diehard feministen houden halsstarrig vast aan een door de wetenschap al lang achterhaald idee: dat er geen duidelijke biologische verschillen in de hersenwerking zijn tussen mannen en vrouwen. Er zijn vorig jaar zelfs opvallende verschillen gevonden in de dominante connecties tussen zones in de neocortex die met beschaving en moderniteit geassocieerd zijn, omdat ze het voornaamste denkwerk verzorgen. De gevonden verschillen maken dat vrouwen een beter geheugen hebben, beter kunnen multitasken, en sociaal vaardiger zijn dan mannen. Een deel ervan is ongetwijfeld terug te voeren tot de miljoenen jaren van duidelijke taakverschillen in prehistorische mensenpopulaties, waarbij mannen meer stille jagers waren en vrouwen meer pratende verzamelaars.

Maar het zou uiteraard te gek zijn geen rekening te houden met mogelijke culturele invloeden – hoewel cultuur natuurlijk ook een uiting is van menselijke biologie. Het Amerikaanse topvakblad Proceedings of the National Academy of Sciences publiceerde recent een studie gebaseerd op Europese gegevens, die aantoonde dat de cognitieve vaardigheden van vrouwen verhogen met het verbeteren van hun economische status en hun gemiddelde gezondheid. Hoe welvarender een Europees land, hoe sneller de cognitieve vaardigheden van vrouwen in de loop der jaren toenemen, vooral in vergelijking met mannen. Waaraan die snellere evolutie te wijten is, werd niet duidelijk. Mogelijk is ze gewoon een statistisch gevolg van het feit dat vrouwen tot voor kort minder kans hadden om lang te studeren dan mannen. ‘Moderne tijden vereisen een moderne manier van denken’, zo vatte een analist het samen.

De snel groeiende maatschappelijke status van vrouwen heeft gevolgen voor hun seksleven (en dus ook dat van mannen). Een Spaanse studie, gepubliceerd in Annals of Epidemiology, stelde dat vrouwen met een lager economisch statuut minder tevreden zijn over hun seksleven dan vrouwen hoger op de maatschappelijke ladder (voor mannen geldt hetzelfde, maar minder uitgesproken). Ze krijgen meer te maken met seksueel geweld en hebben minder greep op het invullen van hun seksuele verlangens. Een uitgebreide analyse van het seksleven van de Nederlanders door het wetenschapsblad Quest toonde onder meer aan dat er meer laagopgeleide mensen zijn die weinig of geen seks hebben, en dat hogeropgeleiden gemiddeld meer seks hebben (en meer masturberen) met meer seksuele partners, wat de kans op een goede keuze voor een huwelijk bevordert.

Meer helpen, minder seks

Een recente publicatie van de Amerikaanse sociologe Elisabeth McClintock in American Sociological Review haalde een hardnekkige mythe onderuit: die van de lelijke rijke man met het mooie domme blondje als biologisch ideaal, een combinatie die wetenschappelijk vertaald werd als de ‘schoonheid-statusuitwisseling’. McClintock stelde vast dat er weinig koppels van dat kaliber zijn, maar ze krijgen verhoudingsgewijs veel aandacht (denk aan vastgoedmagnaat Donald Trump, F1-chef Bernie Ecclestone of Playboy-baas Hugh Hefner). Ze benadrukt dat er een paar statistische valkuilen in het spel zijn, zoals het feit dat vrouwen doorgaans aantrekkelijker zijn dan mannen (omdat ze meer met hun uiterlijk bezig zijn) en dat mannen doorgaans meer geld verdienen dan vrouwen (omdat de maatschappij mannen nog altijd beter honoreert dan vrouwen).

Welvarende mensen zijn dikwijls ook aantrekkelijker dan gemiddeld, en mensen van alle categorieën hebben de neiging vooral gelijkgestemden als partner te zoeken, waardoor mooiere mensen elkaar aantrekken, en rijkere mensen ook. De uitzondering werd de regel. De dominante kracht in partnerkeuze is overeenkomst, matching: partners met vergelijkbare eigenschappen hebben als koppel grotere overlevingskansen dan de karikaturale combinaties van lelijk en rijk met mooi en dom. Een veelbesproken studie uit 2012, gepubliceerd in Evolution and Human Behavior, besloot dat mannen vooral voor onenightstands of andere kortstondige seksuele gebeurtenissen op domme vrouwen vallen, omdat ze gemakkelijker te verleiden zijn, maar voor langduriger relaties zoeken ze een ander type – al was het maar om te voorkomen dat ze met een vrouw blijven zitten die regelmatig met een andere man in bed belandt. Venten die op domme vrouwen vallen, zouden gemiddeld minder ‘warmte en empathie’ uitstralen dan de doorsneeman.

Vrouwen zouden een vergelijkbaar onderscheid maken. Volgens een studie van een jaar geleden uit het vakblad Personality and Individual Differences zouden vrouwen liever een man met een lage stem hebben, maar omdat die gemiddeld als onbetrouwbaar wordt beschouwd (als gevolg van een hogere concentratie van het mannelijk geslachtshormoon testosteron, dat ook de lage stem in de hand werkt) is het type niet de eerste keus voor een langetermijninvestering. Een studie in The Journal of Child Psychology and Psychiatry gaf aan dat jongeren die op de middelbare school als stoer en seksueel vroeg actief bekend stonden, meer kans hebben om later problemen te krijgen met verslavingen en criminaliteit. Ze raken in de war in hun pogingen om steeds stoerder te moeten doen om te blijven opvallen.

Intrigerend is de vaststelling dat de mens op het vlak van relaties meer op vogels lijkt dan op andere zoogdieren. Bij de meeste zoogdieren speelt de vader geen rol van betekenis in het leven van de moeder en haar kinderen, maar bij vogels is dat dikwijls wel het geval. Er zijn zelfs vogels (ook vissen en amfibieën) waarbij de vaders al het werk voor de jongen doen. Tot voor kort was de rol van de vader in de mensenmaatschappij nog vrij beperkt, hoewel er al vroeg na het opgeven van ons bestaan als jagers-verzamelaars administratieve monogamie in het spel was. Maar bevallingen bleven een zaak van vroedvrouwen. Het is nog niet zo lang dat een vader aanwezig is in de kraamkamer en de navelstreng tussen moeder en baby mag doorknippen. Die evolutie ging hand in hand met een opwaardering van de rol van de vrouw in de economie. In een diensteneconomie zijn vrouwen met hun betere sociale vaardigheden efficiënter – nuttiger, zeggen sommigen – dan mannen.

Ook dat heeft een invloed op relaties. American Sociological Review meldde vorig jaar dat koppels waarvan beide partners elkaars taken assimileren minder seks hebben dan koppels in een traditioneel rollenpatroon, met moeder die het huishouden doet en vader de tuin, de wagen en de facturen. Een sluitende uitleg daarvoor werd niet gegeven, behalve dat er misschien ook in de seksualiteit ’traditionele rollenpatronen’ in het spel zijn. Volgens een recente publicatie in het vakblad Psychology of Women Quarterly brengen vrouwen die professioneel actief en geëngageerd zijn meer balans in de aandacht van vader en moeder voor de kinderen, terwijl het professionele engagement van de vader geen effect heeft op de wederzijdse verhouding van inzet voor de kinderen. Hoe meer een vrouw zich met haar moederschap vereenzelvigt, hoe minder tijd de man in de kinderen steekt. Volgens het vakblad Sex Roles hebben veel mannen het er moeilijk mee dat hun vrouw meer verdient dan zij, omdat het indruist tegen het hardnekkige beeld van de machoman als kostwinner, als autoritaire pater familias.

Romantische patronen

Een andere studie in Sex Roles benadrukt dat het nuttig is dat moderne koppels (tweeverdieners) vanaf het begin van een (vaste) relatie goede afspraken maken over een taakverdeling. Koppels bij wie dat goed loopt, zijn doorgaans gelukkiger dan koppels waarin een van de partners het gevoel krijgt dat hij of (meestal) zij meer investeert dan de andere. De studie stelde dat de eerste twee jaren van het huwelijk of het samenwonen van doorslaggevend belang zijn, omdat de patronen die dan worden vastgelegd achteraf nog moeilijk doorbroken kunnen worden. In Personality and Individual Differences wordt gemeld dat materialistische koppels het moeilijker hebben om gelukkig te zijn dan andere, omdat materialistische mensen over het algemeen minder tevreden zijn met wat ze hebben. Volgens The Journal of Health and Social Behavior lijden meisjes meer dan jongens onder het gegeven dat een relatie niet loopt zoals ze het zich hadden voorgesteld. Ze krijgen meer te kampen met depressies en zelfs zelfmoordneigingen als het romantische beeld dat ze voor ogen hadden niet strookt met de harde dagelijkse realiteit. De romantiek van een relatie vormt een veel groter aspect van de identiteit van een vrouw dan van die van een man, wiens persoonlijkheid mee afhangt van sport of andere activiteiten buiten hun gezin. Voor de doorsneeman staan een vrouw en zijn beste vrienden op hetzelfde schavotje op het podium, terwijl dat voor de doorsneevrouw niet het geval is.

Een gelukkig huwelijk kan wel ongezond zijn. Dat is de verrassende conclusie van een studie die vorig jaar in het vakblad Health Psychology verscheen. Gelukkige koppels gaan minder op hun gewicht letten dan ongelukkige, waardoor ze, zeker in de Verenigde Staten met hun overgewichtcultuur, gemakkelijker zo veel kilo’s extra krijgen dat het niet gezond meer is. Een vrouw in een gelukkig huwelijk maakt zich geen zorgen meer om haar gewicht. Terwijl de leden van ongelukkige koppels meer hun best doen om te handhaven wat als maatschappelijk aantrekkelijk wordt beschouwd, namelijk een slankere of sportieve look, in de hoop eventueel te kunnen overschakelen op een potentieel betere partner. Omgekeerd kan, volgens Health Communication, een partner die obstinaat gewicht wil verliezen extra spanning op een relatie leggen, niet alleen door het gezeur maar ook door de druk op de andere om eventueel te volgen. Drastische beslissingen hebben meer kans op succes als beide partners ze samen nemen.

Cruciaal voor het evalueren van de kracht van een relatie is wat er in bed gebeurt. Als beide partners na het vrijen samen in slaap vallen is dat een goed teken – het is gemiddeld trouwens de vrouw die eerder in slaap valt dan de man, al wordt meestal het omgekeerde gedacht. Koppels die samen in slaap vallen, etaleren een grotere verbondenheid dan andere. Belangrijk is ook de – soms korte – periode van gezellig keuvelen na een orgasme, meestal het ogenblik waarop de grootste ontboezemingen gedaan worden, eveneens een manier om een band te versterken. Psychologen wijzen erop dat koppels voordeel kunnen halen uit het oprakelen van herinneringen die illustreren hoe goed ze het samen al gehad hebben. Als je focust op de negatieve elementen, op de ergernissen, ben je niet goed meer bezig. De slaapwaakfasen van beide leden van een koppel lopen, volgens het vakblad Sleep, vrij synchroon als vooral de vrouw tevreden is met haar relatie, mogelijk omdat tevreden koppels dichter bij elkaar slapen dan minder tevreden koppels: van de koppels die zo goed als tegen elkaar slapen is 86 procent gelukkig, terwijl dat voor koppels die meer dan 75 centimeter van elkaar liggen (laat staan in een andere kamer) slechts 66 procent is.

Goede en kwade dagen

Toch moet je waken over de verwachtingen die je in een relatie projecteert, ook als het aankomt op de verhalen die je elkaar vertelt. Een studie in The Journal of Experimental Social Psychology stelt dat het gevaarlijk is ervan uit te gaan dat je ‘voor elkaar gemaakt’ bent, want dan raak je gemakkelijker ontgoocheld dan wanneer je de relatie ziet als een lange weg die je met vallen en opstaan moet volgen – een realistischer uitgangspunt. Verschillende manieren om over een relatie na te denken en te praten, monden uit in verschillende verwachtingspatronen. De psychologen aan de basis van deze studie merkten fijntjes op dat het zinnetje over de goede en kwade dagen uit een huwelijksritueel nuttig is om terug te vallen op het feit dat een relatie zelden zonder strubbelingen verloopt.

Opvallend is dat er recent enkele studies verschenen zijn, onder meer in Social Psychological and Personality Science en Applied Research in Quality of Life, die stellen dat gehuwde mensen en kerkgangers doorgaans gelukkiger zijn in hun relatie, en specifiek hun liefdesleven, dan anderen. Hoe ouder je wordt, hoe minder duidelijk het verband, maar dat zou te maken hebben met het gegeven dat de fysieke aspecten van een relatie naarmate je ouder wordt minder zwaar doorwegen. God is voor gelovige mensen ook een perfecte stand-in voor als het in het echte leven wat moeilijker gaat. Vroeger werd de relatie tussen God en een gelovige gemakkelijk als die tussen een ouder en zijn kind neergezet, maar vandaag neigen psychologen er meer naar om er een relatie tussen volwassenen in te zien. God zou de ideale surrogaatpartner zijn om soelaas bij te zoeken als het met de echte partner wat minder goed loopt. Een belangrijk voordeel van God is dat hij zelden mensen in de steek laat. Een voorbeeld voor ons allen, heet dat dan.

DOOR DIRK DRAULANS

Koppels met vergelijkbare eigenschappen hebben grotere overlevingskansen dan de karikaturale combinaties van lelijk en rijk met mooi en dom.

God is voor gelovige mensen een perfecte stand-in voor als het in je echte relatie wat moeilijker gaat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content