JAN PAUWELS

Minister Luc Van den Bossche (SP) wil de opleiding kinesitherapie aan hogescholen toevertrouwen, de opleiding op vier jaar brengen en een ingangsexamen invoeren. Professor Jan Pauwels (KUL) is stomverbaasd. Hij spreekt namens de kinesistenopleiding van de universiteiten van Leuven, Gent en Brussel.

?De federale wet van 1995 kwam na jaren overleg met de beroepsverenigingen en de artsen tot stand. De bevoegdheden van de kinesist werden verruimd, de opleiding op vier jaar gebracht. Aanvankelijk stond er ook : op universitair niveau, maar dat is in het politieke spel gesneuveld. De idee was : een kinesist moet zelfstandig een behandeling kunnen opstellen en uitvoeren. De artsen waren bereid dit aan kinesisten over te laten. Voorwaarde was dat ze universitair gevormd zijn. Veel docenten uit de geneeskunde geven trouwens les aan de kinesisten. Logisch, bij een hartpatiënt moet de kinesist het onderscheid kennen tussen een verhoogd hartritme en een hartstoornis. Kinesitherapie zou het beste bij de faculteit geneeskunde worden ondergebracht.

Kinesisten van het hoger onderwijs zijn uitvoerende verlengstukken van de artsen. Van den Bossche zegt dan, lapidair, dat de hogescholen meer theorie moeten geven. Maar zeventig procent van de opleidingen daar wordt verzorgd door mensen die zelf geen hoger diploma dan een A1 hebben. Hen vervangen kost bakken geld. In Leuven doceren 64 hoogleraren vakken waarmee ze ook wetenschappelijk bezig zijn. Hier zijn 22 mensen met een doctoraalschrift bezig. Welke vooruitgang is er als we dat spreiden in Hasselt en Mechelen ? Blijkbaar wil de minister in elk dorp een hogeschool en een zeehaven.

De minister loopt vooruit op het verslag van zijn eigen visitatiecommissie die de opleidingen beoordeelde. Daar kwamen de universiteiten zeer goed uit, veel hogescholen niet. In sommige hogescholen is niet één anderstalig boek te vinden. Veertig procent van de instroom komt er vanuit het technisch onderwijs. Het overaanbod aan kinesisten zit bij de hogescholen. Van de 16.000 actieve kinesisten zijn er 3.000 universitairen. Alleen universitair gevormde kinesisten zouden nog zelfstandig hun beroep mogen uitoefenen. De anderen kunnen bij een fysiotherapeut of een ziekenhuis werken. De al gevestigde kinesisten kunnen blijven. Rond hun A1-diploma komt een gouden universitair randje.?

MARC CLAEYS

De minister nam een moedige en eerlijke beslissing, zegt Marc Claeys. Hij is voorzitter van het unitaire Verbond van Hogescholen Kinesitherapie. Er kan volgens hem een samenwerking groeien tussen de hogescholen die de opleiding verzorgen en de wetenschappelijke universiteit.

?De hogescholen bieden de beste pedagogische begeleiding, en dat zal nog verbeteren als de opleiding uit twee cycli van twee jaar zal bestaan. Ik betreur dat er in deze discussie aan desinformatie wordt gedaan. De federale beslissing om de opleiding op vier jaar te brengen, schuift die taak namelijk expliciet naar de hogescholen toe.

Er konden inderdaad vragen worden gesteld bij het wetenschappelijk niveau van sommige hogescholen. Daar wordt nu aan gewerkt. Tegelijk wordt de zwakke plek van de universiteit weggewerkt, de praktijkopleiding. Dat hogescholen geen academisch gevormde mensen in huis hebben, is niet waar. Integendeel, veel assistenten worden door hun professoren aan de hogescholen ingezet.

Het is een eigenaardig idee om elke gezondheidsopleiding waar wetenschappelijke inzichten in de praktijk worden omgezet, aan de universiteiten toe te vertrouwen. Dat zou betekenen dat ook de hogescholen voor orthopedie, logopedie en lerarenopleidingen hun deuren kunnen sluiten. In die zin is deze beslissing een belangrijk precedent. Want de jongste jaren richtten de universiteiten almaar meer opleidingen in, die vroeger alleen op het niveau van graduaat bestonden. Denk maar aan logopedie, audiologie of voeding- en dieetleer.

Alleen in de verpleegkunde is er een duidelijke situatie. De hogescholen leiden op tot beroepsbekwaamheid, de universiteiten vormen de verpleegwetenschappers. Zeggen dat alleen een universitaire opleiding zelfstandige kinesisten kan voortbrengen, is onzin. In de klinische praktijk wordt een patiënt globaal benaderd, niet opgesplitst. En het is niet zo dat hogescholen opleiden tot doeners en universiteiten tot denkers. Wij leiden mensen op die denkend handelen, niet tot masseurs. Dat beweren, is beledigend.

Het is goed dat de universiteiten de handen vrij hebben voor wetenschappelijk werk. Nu moeten zij een beperkt docentenkorps inzetten voor een grote groep kandidatuurstudenten en moeten zij zich met stages bezighouden. Dat vinden velen wat minderwaardig.?

Opgetekend door Peter Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content