De studentenstemmen zijn van Thomas Leys (2e licentie rechten), hoofdredacteur van ‘Veto’, en David Adriaen (afgestudeerd bio-ingenieur, nu specialisatie bedrijfseconomie), redactiesecretaris.

THOMAS: Eerst moet je weten wat je gaat studeren en dan de universiteiten vergelijken. Leuven heeft als voordeel dat het de oudste universiteit is, met de rijkste traditie. De stad Leuven ademt geschiedenis uit. Stad en universiteit zijn met elkaar vergroeid. Leuven is de studentenstad bij uitstek. Dat trekt natuurlijk ook mensen aan.

Het imago van degelijkheid en traditie spreekt ook ouders aan. Want meestal zijn het de ouders die de universiteit kiezen. Uit studies blijkt ook dat de afstand een rol speelt.

DAVID: Ik woon zowat halfweg Leuven en Gent. Dus de afstand speelde voor mij geen rol. Ik ben bij verschillende universiteiten gaan kijken, en ik heb uiteindelijk voor Leuven gekozen. Ook vanwege de naam. Bij de keuze speelt ook de middelbare school een rol. Katholieke scholen zullen gemakkelijker leerlingen naar Leuven sturen. Maar bepalend is dat niet.

Leuven is wel een studentenstad.

THOMAS: Studentenleven kan een factor zijn. Maar er is toch een groot verschil tussen wat verteld wordt en de realiteit. Belangrijk vind ik dat er goede opvang is voor eerstejaars, die moeten zich direct thuis kunnen voelen. In Leuven beheersen de faculteitskringen het sociale leven. Zowel wat betreft amusement als de vertegenwoordiging van studenten zijn die zeer belangrijk.

Er bestaat een zeer gestructureerde organisatie. Je hoort wel dat de studenten braver zijn geworden, maar we hebben medebeheer bij sociale voorzieningen, bij studentenrestaurants. We hebben inspraak bij onderwijshervormingen en in de Academische Raad. Studentenvoorzieningen in Leuven zijn echt uniek en onvergelijkbaar met andere universiteiten.

Zijn er nog clubs?

THOMAS: Regionale clubs hebben het hier moeilijk om leden te werven; er zijn maar zo’n 300 studenten lid van die clubs. In Antwerpen zijn de regionale clubs actiever. Dat is eigenlijk vreemd, want de traditie ontstond in Leuven.

DAVID: Ik denk dat die clubs meer succes hebben als de stad zelf niet genoeg ontspanning biedt. Kringen hebben meer leden, maar dat komt ook omdat je dan goedkoper cursussen krijgt.

Zijn er nog studentendopen?

THOMAS: Ja, zowel binnen de regionale clubs als binnen de kringen. In de kringen zijn de dopen nogal braaf.

DAVID: Elk jaar wordt aan het begin van het academiejaar de film Ad Fundum uitgezonden. Die geeft toch een vertekend beeld van wat studentendopen zijn. Maar je kunt ongedoopt wel lid zijn van de kring en preses worden.

Een kot is duur.

DAVID: Daar is een hele discussie over aan de gang tussen stad en universiteit. De stad kijkt – terecht – naar de inwoners van Leuven, die ook geen huizen vinden, en schuift de schuld op de veeleisende studenten die niet meer gewoon op een kamer willen zitten. Maar ik denk dat er echt nieuwe koten nodig zijn, want nu zijn de prijzen toch wel heel hoog.

THOMAS: De huisvestingsdienst geeft als richtprijs 200 à 250 euro, maar daar vind je zeker in het centrum niets degelijks meer voor.

DAVID: Dat komt natuurlijk ook omdat veel doctoraatstudenten in Leuven blijven hangen, anderen vinden werk aan de spin-offs van de universiteit, of in de buurt van de stad. Sommige bedrijven vestigen zich in de buurt om gemakkelijk gekwalificeerde medewerkers te vinden. Wie een goed kot heeft, blijft hier hangen.

THOMAS: Er zijn ook mensen die in Brussel studeren maar op kot zitten in Leuven, juist omdat het zo’n gezellige studentenstad is, met veel activiteiten.

Cultuur en sport bijvoorbeeld?

DAVID: Sport is minder populair blijkbaar, ook al kun je voor 15 euro een sportkaart kopen. De meeste studenten nemen alleen deel aan de 24-urenloop die door de Sportraad wordt georganiseerd. Het is tegelijk een competitie en een gebeurtenis, omdat studenten ook komen supporteren. Er staan dan ook kraampjes met pannenkoeken, pizza’s, koffie, en dergelijke meer.

In Leuven is ook heel wat cultuur, via ’t Stuk, Studentenkunstencentrum. Maar dat staat open voor iedereen. Ook de stad Leuven werkt daarmee samen. Voorts is er nog het studententoneel, het universitaire koor, een symfonisch orkest en een harmonie.

Eten en drinken horen erbij.

DAVID: De Alma doet heel veel pogingen om de kwaliteit te verbeteren, om de sfeer aangenamer te maken en restaurants te creëren in plaats van saaie grijze refters. Maar studenten eten anders dan de Alma heeft gepland. Studenten eten niet op vaste uren, ze eten eigenlijk de hele dag door.

THOMAS: Er is natuurlijk veel concurrentie van frietkoten, fastfood als kebab, broodjeswinkels, hamburgers.

DAVID: Goedkope drank is een bestaansreden van de fac-bars, natuurlijk. De grote kringen baten zelf een café uit. Kleinere kringen kiezen een café, waar ze het schildje van hun kring ophangen en daar komen ze bijeen.

THOMAS: Maar we profiteren ook van het enorme aanbod van cafés in Leuven: van heel trendy cafés over tavernes tot gewone cafés.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content