Laat tien kleine kinderen met tien gelijke speeltjes alleen spelen in een kamer. Ga na tien minuten even kijken. Wat zie je dan? In de speelkamer woedt een kleine oorlog over het speelgoed. Nochtans heeft elk kind exact hetzelfde speeltje gekregen. De Franse filosoof René Girard ontdekte dat kinderen niet geïnteresseerd zijn in het speelgoed zelf, maar wel in het speelgoed van een ander.

Die scène geeft aan hoe diep sociale status wel in onze maatschappelijke genen zit. Niet het speelgoed op zich is van tel, wel het feit dat ik meer speelgoed heb dan een ander.

Onder grote mensen is het niet anders. Vanaf een bepaald inkomensniveau heeft de omvang van ons inkomen op zich weinig invloed op ons geluksgevoel. Of ik meer of minder verdien dan mijn buurman, daarentegen, des te meer. Dat je buurman meer verlofdagen heeft, zorgt doorgaans voor heel wat minder verzuring. Onze sociale status meten we vooral aan de hand van het inkomen.

Vorige week was het weer zover. De jaarlijkse publicatie – of schatting – van de toplonen van gedelegeerd bestuurders van Belgische beursgenoteerde bedrijven. Terwijl de economische crisis nog volop woedt, stegen hun lonen het afgelopen jaar fors, vaak tot boven het niveau van voor de crisis. Jaarsalarissen van meer dan 7 miljoen euro zetten bij veel mensen kwaad bloed.

De verdedigers van die toplonen wijzen erop dat inkomensverschillen nodig zijn om top-talenten ertoe te motiveren tot het uiterste te gaan. Hun verdiensten komen uiteindelijk ook de hele samenleving ten goede. Daar wringt het schoentje al. Zo blijkt dat Amerikaanse honkbalploegen met beperkte loonverschillen binnen de eigen ploeg gemiddeld betere resultaten neerzetten dan ploegen met grote inkomensverschillen.

België scoort echter erg goed op het vlak van inkomensgelijkheid. Hier is weinig reden tot klagen. Dit is dan ook geen pleidooi voor een ‘democratie van het scheermes’, waarbij gelijkheid bereikt wordt door de toppen af te scheren. Maar een klein aantal excessen zorgt wel voor onevenredig veel maatschappelijke schade.

Anderen wijzen er dan weer op dat we ons niet blind mogen staren op inkomensongelijkheid, maar vooral aandacht moeten schenken aan sociale mobiliteit. Iedereen krijgt zo een gelijke kans om zelf rijk te worden.

Paradoxaal genoeg hebben net die landen met een grote inkomensgelijkheid – zoals de Scandinavische landen – ook vaak de grootste sociale mobiliteit. De Verenigde Staten, daarentegen, combineren een immense inkomensongelijkheid met een teleurstellende sociale mobiliteit. De American Dream is een fata morgana. Dat zorgt voor frustraties. Het is zelfs een belangrijke rem op het algemene geluksgevoel. Net zoals winnaars van een bronzen medaille gemiddeld gelukkiger zijn dan winnaars van zilver. Wie zilver wint, hoopte immers lang op goud.

Een bekend economisch experiment is het Ultimatumspel. Speler A (gever) mag vrij bepalen hoe hij 100 euro verdeelt tussen zichzelf en speler B (nemer). Hij mag wel maar één (ultiem) bod doen. Als de nemer weigert, krijgen beiden niets. Gemiddeld biedt de gever aan de nemer tussen de 43 en de 48 euro. Door spontaan een eerlijk bod te doen, hoopt de gever dat de nemer het bod zal aanvaarden. Gemiddeld weigert de nemer een bod waarbij hij minder dan 20 euro krijgt. De nemer heeft nog liever niets dan dat de gever met een onrechtvaardig groot deel aan de haal gaat. Dit experiment toont aan dat rechtvaardigheid, meer nog dan inkomen, een niet te onderschatten beslissingsfactor is.

Daarom gaat het debat over toplonen altijd over meer dan alleen het vergoeden van verdiensten. Net zoals ook het toekennen van een dwangsom van 500 euro per dag aan asielzoekers die geen slaapplek toegewezen krijgen veel wrevel opwekt. Om dezelfde reden is zelfs de kleinste no-gozone in Brussel onaanvaardbaar. Binnen de zone wordt de wet niet afgedwongen die buiten de zone wel voor iedereen geldt.

In tijden van crisis zal de brede middenklasse pijnlijke hervormingen pas aanvaarden als ze overtuigd is dat die op een eerlijke manier door de hele samenleving gedragen worden.

Peter Van Rompuy is blogger, reiziger en speech writer voor het ministerie van Defensie.

door Peter Van Rompuy

Een mens heeft nog liever niets dan dat de ander met een onrechtvaardig groot deel van de koek aan de haal gaat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content