De uitzendarbeid bevindt zich in volle ontwikkeling. Een gesprek met Herwig Muyldermans, directeur van de werkgeversvereniging.

UPEDI, de naam van de beroepsvereniging van de uitzendkantoren, betekent eigenlijk niets meer. Vroeger stond Upedi voor Union patronale des entreprises de dépannage interim, maar depaneren vormt al lang niet meer de hoofdactiviteit van de sector. Uitzendarbeid zit tegenwoordig goed en wel in de arbeidsmarkt ingebouwd, en groeit naarmate de ondernemingen, die er gebruik van maken, hun flexibiliteit verhogen en aan outsourcing doen.

Sinds ongeveer vijftien jaar groeit de uitzendactiviteit gestaag en als de regering haar Toekomstplan voor de Werkgelegenheid uitvoert, duiken er nieuwe kansen op. En het gaat al zo goed : 1994 vertegenwoordigde voor de uitzendbedrijven één groot feest en het afgelopen jaar mocht er ook zijn met een stijging van de activiteit met zeventien procent, van de omzet met meer dan achttien procent, en mooie winstcijfers erbovenop. Alleen vertraagt de stijgingscurve sedert vorige zomer, de uitzendsector neigt naar een stabilisering. Maar Upedi-baas Herwig Muyldermans geeft toe dat het uitzendbedrijf de jongste vijftien jaar een enorme expansie kende.

HERWIG MUYLDERMANS : In 1983 waren gemiddeld 7.500 uitzendkrachten per dag aan het werk, nu is dat al ruim veertigduizend. De sterke expansie in de jaren tachtig volgde op de nieuwe ideeën in het bedrijfsleven over flexibele productie, just-in-time, beperkte voorraden, snelle levering. En ook op de trend tot outsourcing : de ondernemingen stoten de activiteiten af die niet tot hun kernactiviteit behoren. Zij besteden de instroom van arbeidskracht uit. De uitzendsector is toeleverancier.

De groei van het aantal interimjobs kan dus niet omgezet worden in een netto-aangroei van de werkgelegenheid. Bedrijven hevelen arbeid naar de uitzendsector over.

MUYLDERMANS : Correct. Het zijn geen veertigduizend bijkomende jobs. Maar flexibele uitzendarbeid maakt een bedrijf meer concurrentieel, waardoor het werkgelegenheid kan scheppen. En ook, uitzendarbeid maakt zwart werk wit.

Twintig jaar geleden wou de overheid de privé-uitzendkantoren verbieden. Ze vond dat niemand geld hoorde te verdienen op arbeidsbemiddeling.

MUYLDERMANS : Een minister van Tewerkstelling en Arbeid heeft dat inderdaad proberen te doen. Sindsdien erkent de overheid de rol van de privé-actoren op de arbeidsmarkt. Het zou van de overheid een vergissing zijn om geen rekening te houden met de uitzendsector. Ze is belangrijk voor de instroom van arbeid.

Niettemin verkopen de uitzendkantoren arbeid.

MUYLDERMANS : Zij verkopen een dienstverlening, namelijk het flexibel ter beschikking stellen van iemand. Voor de werkzoekende is de dienstverlening gratis. De klant-gebruiker betaalt niet alleen de loonkost, maar het concept interim : flexibiliteit, snelheid, zoekwerk en selectie van de uitzendkrachten, de complete administratieve afhandeling… Om zeven uur ’s avonds vraagt een bedrijf een man voor de nachtploeg, dat kan.

Als gevolg van die oude discussie over de arbeidsbemiddeling zitten er nog een aantal grendels op de uitzendarbeid.

MUYLDERMANS : Uitzendarbeid mag niet in alle omstandigheden. Alleen ter vervanging van een tijdelijk afwezige werknemer bij ziekte of bevalling, bijvoorbeeld, of voor uitzonderlijke werkzaamheden en bij een buitengewone vermeerdering van het werk. In de praktijk worden die wettelijke beperkingen ruim geïnterpreteerd, soms overschreden zelfs in openbare diensten. De wet loopt achter op de werkelijkheid. In het kader van het Toekomstplan zijn regering, werkgevers en vakbonden het erover eens de mogelijkheid van uitzendarbeid te verruimen tot tijdelijke vermeerdering van het werk. Dat is ten andere de juiste rol van uitzendarbeid. Er bestaat ook een akkoord om uitzendarbeid toe te laten ter vervanging van loopbaanonderbrekers. Nu moeten het nog volledige werklozen zijn. Het gaat hier om een belangrijke potentiële markt.

In de bouw- en de verhuissector blijft interim verboden.

MUYLDERMANS : De filosofie van dit verbod is niet duidelijk. Ten tijde van de interimwet in 1976 was de uitzendsector het slachtoffer van de incidenten met koppelbazen in de bouw. Het imago van de uitzendkantoren was toen ook nog niet schitterend.

Bestaat er nog weerstand van vakbondszijde ?

MUYLDERMANS : De vakbonden zijn realistisch. Ook de meeste syndicale afvaardigingen in de ondernemingen gaan op een verstandige wijze om met het fenomeen uitzendarbeid. Zij beseffen dat uitzendarbeid twee sterke troeven heeft. Ten eerste, het biedt een gereglementeerde flexibiliteit, met erkenningsregelingen voor de ondernemingen die de bad guys uitsluiten, uitbetaling van het juiste loon, een sociaal fonds… Er bestaan andere systemen van arbeidsflexibiliteit dan de gereglementeerde uitzendarbeid.

Ten tweede levert uitzendarbeid een geolied systeem van instroom. Afhankelijk van de conjunctuur wordt dertig tot vijftig procent van de uitzendkrachten achteraf vast aangeworven door de gebruiker.

Dit is uitzendarbeid als wervings- en selectiesysteem.

MUYLDERMANS : In een aantal gevallen. Soms gebeurt het bewust, soms gebeurt het gewoon omdat de interimaris een beste kracht is.

Groei is blijkbaar nog mogelijk. Hoe ver kan die gaan ?

MUYLDERMANS : De uitzendsector zet per dag gemiddeld één procent van de beroepsbevolking aan het werk. Groot-Brittannië haalt 3 procent, Nederland 2,5 en Frankrijk 1,7 procent. Duitsland blijft, wegens zijn eigen systeem, op 0,5 procent steken. Het Europees gemiddelde (van de twaalf) beloopt 1,4 procent uitzendkrachten op de beroepsbevolking, de Verenigde Staten halen 2 procent.

Maakt een wetswijziging pakweg de verdubbeling van de activiteit mogelijk ?

MUYLDERMANS : De wijziging van de mentaliteit ten aanzien van de uitzendarbeid is het belangrijkste. De verruiming van het wettelijk kader volgt dan automatisch. De toekomst ligt positief. Zeventig procent van de mensen zonder job schrijft zich in bij een uitzendkantoor. Interim zorgt voor de kleine helft van de instroom aan arbeidskracht in de ondernemingen. Als een sector een zo centrale rol speelt, is het evident dat ze ook als entreprise citoyenne een sociale rol opneemt.

Hoezo, sociale rol ?

MUYLDERMANS : De uitzendarbeid verlaagt de drempel voor intrede in het arbeidsproces. Een personeelschef die honderd sollicitaties krijgt voor een vacature, gooit er prompt negentig in de prullenmand. Hij elimineert, zeer weinig objectief, diegenen die al een tijdje werkloos zijn, de herintreedsters, te oud, te jong… Die maken via uitzendarbeid een betere kans. Korte opdrachten verlagen ook de aanwervingskansen. Bovendien heeft elk uitzendkantoor vele klanten met een brede waaier van verscheidene arbeidsmogelijkheden dan die ene vacature. En bovendien, er is iemand betaald om werk voor een uitzendkracht te vinden. De Stichting Interim heeft heel zeker een sociale rol. Ze werkt aan initiatieven voor de risicogroepen onder de werkzoekenden. De uitzendsector wil met de regionale overheden samenwerken in een aantal werkgelegenheidsprojecten.

In de buurtdiensten ? Stijl plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen.

MUYLDERMANS : De sector heeft belangstelling en legt daartoe de nodige contacten met de overheden. Het ter beschikking stellen van personen aan privépersonen in het kader van de buurtdiensten is het verlengstuk van uitzendarbeid. De interimkantoren kennen dat beroep. Voor dat buurtwerk kan het uitzendbedrijf zeshonderd kantoren en 2.500 vaste bedienden, verspreid over het hele land, inzetten. Die structuur kan een dynamiek geven aan de buurtdiensten, met een veel grotere werkgelegenheid dan de gemeentelijke plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen ooit kunnen aanbieden. Het is makkelijk denkbaar dat een uitzendkantoor een werkvrouw naar een gezin stuurt voor één dag per week, en ze een andere dag in een andere woning laat werken. Doenbaar.

Maar is die werkvrouw dan voor een gewoon gezin nog betaalbaar ?

MUYLDERMANS : Als uitzendkantoren aan buurtdiensten doen, bieden zij de werknemers een werknemersstatuut aan, zij het van beperkte duur en dan betalen zij een echt loon met daarop de sociale bijdragen. De huidige PWA’ers zijn werklozen die een toeslag op hun uitkering krijgen. Er is dan echter een subsidiëring nodig van de bemiddelaar-uitzender, want de uurloonkost van zo’n zevenhonderd frank moet voor de gebruiker dalen naar pakweg 250 frank. De berekeningen tonen een positief terugverdieneffect voor de overheid aan zij vergeet, bijvoorbeeld, dat de hele PWA-administratie in de gemeenten een bom geld kost. Bovendien wordt een belangrijk deel van het zwarte-arbeidscircuit wit. En legale arbeid heeft in tegenstelling tot zwartwerk een eigen groeidynamiek.

De uitzendkantoren houden nog altijd het imago aan van de vlotte secretaresse die te allen kante kan inspringen. Dat klinkt vals.

MUYLDERMANS : Dat was vroeger zo, maar is inderdaad veranderd. De uitzendsector bestaat voor zeventig procent uit arbeiders en arbeidsters. De boom in de jaren tachtig is verwezenlijkt in de industriële sector, veel in de metaal.

Kan dat wijzen op een lage kwalificatie van de uitzendkrachten ?

MUYLDERMANS : Zij staan iets onder het gemiddelde van de arbeidersfuncties. Maar net zoals voor de bedienden is er een tendens naar hogere kwalificatie. In de mate dat de economische activiteit van uitzendarbeid groter wordt, groeit de specialisatie. In de bediendensector, bijvoorbeeld, specialiseren kantoren zich voor boekhouders, verpleegsters of mensen voor maritieme kantoren.

Hoeveel tijd per jaar werkt een uitzendkracht ?

MUYLDERMANS : Een drietal maanden. Maar dat gemiddelde geeft een vertekend beeld door de tienduizenden studenten die slechts korte tijd werken of de kelners, bijvoorbeeld, die via uitzendarbeid in het weekeind bijverdienen. De opdrachten in het bedrijf duren anderhalve tot twee maanden, maar dat is een even ruw gemiddelde.

De uitzendkantoren houden voor dat veel mensen tijdelijk willen werken en dus interimwerk kiezen. Werklozen schrijven zich in bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding en lopen dan Interlabor, Vedior-Gregg en de anderen af. Moeten die werkzoekenden niet veeleer, uit nood, in de interimsector straflopen alvorens een vaste baan te kunnen bemachtigen ?

MUYLDERMANS : Er is een groep van 20 tot 25 procent echte beroepsuitzendkrachten, die beantwoorden aan het traditionele uitzendtype van de jaren zeventig. Zij kiezen voor uitzendarbeid op lange termijn, omwille van de vrijheid en het niet willen gebonden zijn aan een vaste werkgever. Ja, het zijn vooral vrouwelijke bedienden. Zes maanden werken per jaar, bijvoorbeeld, dat volstaat voor hen.

Voor de meerderheid blijft het maatschappelijk ideaal een vaste job.

MUYLDERMANS : Dat verandert stilaan. Een job is niet alleen een vaste job. De jongeren van vandaag vijftig procent van de uitzendkrachten is jonger dan 25 jaar , willen zich niet allemaal meteen vastzetten in een vaste baan. De keuze van een loopbaan hangt immers in grote mate af van het toeval een vacature op het juiste ogenblik. Er zijn jongeren die via een aantal interimjobs een grotere keuzemogelijkheid opbouwen.

Er bevinden zich onder de interimarissen ongetwijfeld veel vrijgezellen.

MUYLDERMANS : Nogal wat vrijgezellen, inderdaad. Wie trouwplannen heeft, gaat zich nestelen, droomt van een eigen huis.

En zij krijgen als interimaris van de bank geen hypoteeklening voor hun huis.

MUYLDERMANS : Ze krijgen dat wel, als het uitzendbedrijf zich daar achter zet wat ze doen voor hun betere krachten.

Niettemin schijnt het dat iemand zijn interim vooral geslaagd vindt, als ze gevolgd wordt door een vaste aanwerving.

MUYLDERMANS : De gemiddelde Belg redeneert in die richting. In Nederland is dat wel anders.

Houden de uitzendkantoren geen pot van min of meer vaste uitzendkrachten. De mensen die zij het meest frequent uitsturen ?

MUYLDERMANS : Een brede pot, vooral in de bediendensfeer. Vergeet niet dat uitzendkrachten zich inschrijven, en werken voor verscheidene uitzendondernemingen.

In Duitsland zijn interimarissen vaste medewerkers van het uitzendkantoor.

MUYLDERMANS : Duitsland kent geen uitzendarbeid zoals in België en elders. Een uitzendkantoor heeft er vast aangeworven interimarissen in dienst, die zij tussen twee opdrachten moet doorbetalen. Uitzendarbeid is daar dan ook duur en de sector blijft er klein. Een uitzendkantoor moet de mogelijkheid hebben om tussen de opdrachten door, de uitzendkrachten werkloos te stellen. Upedi onderzoekt nochtans of het een rol van de uitzendarbeid kan zijn om in de Duitse richting te gaan werken. Zo zouden detacheringshuizen kunnen worden opgericht. Op dit ogenblik functioneren detacheringshuizen in België onwettelijk. Softwarebedrijven stellen eigen werknemers ter beschikking van klanten onder het hiërarchisch gezag van de klant. Dat zij dit dienst na verkoop of projectwerk noemen, verhindert niet dat het om onwettige uitzendarbeid gaat. Met een markt die nu al half zo groot is als de markt van de legale interimarbeid.

Dat soort werk moet in de uitzendsector komen ?

MUYLDERMANS : Inderdaad. Het is uitzendarbeid. De wet moet dat misschien verduidelijken.

In de overheidsdiensten lijkt uitzendarbeid een minder hoge vlucht te nemen dan in de privésector ?

MUYLDERMANS : De openbare sector heeft nochtans vandaag meer nood aan flexibiliteit dan de privésector. Uitzendarbeid kan daarbij helpen. In Nederland staat de overheid voor twintig procent van de uitzendmarkt. De Europese Commissie werkt constant met een belangrijk aantal uitzendkrachten. In België weegt de overheid voor slechts een paar procent van de uitzendmarkt, maar het aandeel groeit. Nu is uitzendarbeid bij de overheid louter mogelijk ter vervanging van contractuelen. Die rem moet springen : uitzendarbeid moet ook mogelijk zijn ter vervanging van vastbenoemde statutaire ambtenaren en bij vermeerdering van werk.

Sommige ondernemingen klagen over de prijs van uitzendkrachten.

MUYLDERMANS : De kost van de uitzendarbeid kan voor geen enkele onderneming een hinderpaal zijn. De prijs voor een uitzendkracht gaat van iets minder dan twee keer zijn brutoloon het loon gebruikelijk voor de functie in de sector en de onderneming tot no limit. Een onderneming die binnen het uur een perfect viertalige directiesecretaresse wil, betaalt daarvoor natuurlijk de prijs. Dat is het spel van vraag en aanbod. De coëfficiënt, van meestal zo’n twee keer brutoloon, moet echter worden vergeleken met de loonkost van 1,75 tot 1,85 brutoloon die een vaste werknemer zijn werkgever kost. Uitzendkantoren werken met een brutomarge van vijftien tot twintig procent op de loonkost.

Is de tijd van de ?winkeliers? in de sector definitief voorbij ?

MUYLDERMANS : Dat soort uitzendhandel verdwijnt als de markt groter wordt. Nu is er een degelijke professionalisering en harde concurrentie. Dat de Belgische uitzendondernemingen grotendeels dochters zijn van buitenlandse multinationals, draagt bij tot de professionalisering. In de top-tien steken maar drie Belgen. Waar blijft het Belgisch kapitaal ?

Zijn alle ondernemingen lid van de beroepsvereniging Upedi ?

MUYLDERMANS : Ze mogen niet allemaal lid zijn. Van de 89 uitzendkantoren zijn er 55 lid. Wij zijn streng voor het aanvaarden van leden, omdat Upedi-lidmaatschap een quality label moet zijn. Bedrijven zonder voldoende sociale sérieux komen er niet in, nieuwe bedrijven moeten eerst hun ernst bewijzen. Upedi-leden aanvaarden bovendien de gedragscode. Dat is een zelfregulering, bovenop de wettelijke erkenningsprocedure en de collectieve arbeidsovereenkomsten met de vakbonden.

Zijn uitzendkrachten dan wel vakbondslid ?

MUYLDERMANS : Boven de vijftig procent, maar niet zo hoog als in de industriële sectoren. De vakbonden zijn zeker volwaardige gesprekspartners.

Waarom stelde Upedi dan een onafhankelijke ombudsman aan, die klachten van de werknemers behandelt. Is dat geen typisch vakbondswerk ?

MUYLDERMANS : De uitzendsector is de enige bedrijfstak met een ombudsman voor de werknemers hij behandelt geen klachten van de gebruikers. Niet alle personen trekken desgevallend naar de syndicale afvaardiging van de onderneming waarin zij tewerkgesteld zijn. Zij moeten voor informatie en met klachten terecht kunnen bij een onafhankelijke en neutrale instantie. Bovendien zijn uitzendkrachten, evenzeer als de ondernemingen, klanten van het uitzendbureau. De sector wil, net zoals de banken of de verzekeringen, niet dat er ontevreden klanten rondlopen. De ombudsman die een probleem van een interimaris oplost, vervangt pro-actief de vakbond. Sinds 1 maart kreeg de ombudsman acht klachten en een twintig tot dertig telefoontjes om inlichtingen. Dat bewijst dat het niet slecht draait in een sector met dagelijks veertigduizend mensen aan het werk.

Guido Despiegelaere

Uitzendagentschappen passen heel gewoon in het straatbeeld.

Herwig Muyldermans : De uitzendsector speelt tenvolle haar sociale rol.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content