“Het leek wel Agalev van tien jaar geleden, zo’n zootje was het bij de VU. Net een verdeelde minivoetbalploeg.” Jos Geysels, Bart Staes en Leo Peeters blikken terug op een turbulente week.

“We kregen de troep op ons bord, na de geheime toezegging van Guy Verhofstadt aan de Franstaligen.” Europarlementslid Bart Staes likt zoals de rest van de Volksunie de politieke wonden. De kleinste partij in het Vlaams parlement speelde de voorbije week hoog spel. Er werd flink wat afgepokerd, vooral met de VLD van Karel De Gucht (partijvoorzitter) en Patrick Dewael (Vlaams minister-president).

De VU-fractie in het Vlaams parlement dreigde er zelfs mee de eerste begroting van de bonte Vlaamse coalitie (VLD-SP-Agalev-VU) niet goed te keuren. Maar deze week keurt de VU-fractie de begroting wél goed. Tenslotte is dat de uitwerking van het regeerakkoord. En vooral: sinds vorige week is er onder de vier Vlaamse regeringspartijen dan toch overeenstemming over de tijdelijkheid van de bijkomende middelen voor het Franstalig onderwijs.

Nog in de loop van de vorige week lieten Patrick Dewael en andere Vlaamse liberalen tussen neus en lippen door verstaan dat zelfs een onthouding van VU-ID het einde betekende voor de prille Vlaamse regering. Sommigen bij de VU-top zagen al een klassieke driepartijenregering (CVP-VLD-SP) in de maak, zonder VU en Agalev dus, hoewel dat nu niet meteen de bedoeling was van de subtielere strategen bij de CVP. Die steunden de voorbije weken de regeringsdeelname van de weifelende en zwalpende VU met meer overtuiging dan een groot deel van de eigen VU-achterban. Tot de ondergang er op zou volgen.

“We wisten niet met wie we aan het praten waren”, zegt Jos Geysels, politiek secretaris van Agalev. “Het leek wel Agalev van tien jaar geleden, zo’n zootje was het bij VU-ID.” Sinds de verruiming met ID21, de regeringsdeelname en de strijd om het voorzitterschap tussen Patrik Vankrunkelsven en Geert Bourgeois zendt de VU volgens de politieke partners net iets te veel signalen tegelijk uit.

Zelfs een bedachtzaam strateeg als Jos Geysels wordt er lichtjes tureluurs van. Wat de ID-verkozenen gemeen hebben is de groene politicus overigens nooit helemaal duidelijk geweest. “Margriet Hermans is vooral bekend van de televisie. Vincent Van Quickenborne zoekt die bekendheid door zichzelf als republikein uit te nodigen op het prinselijk huwelijk en door aankondigingen om een ook voor Vlaanderen symbolische feestdag als 11 november af te schaffen. En André-Emiel Bogaert heeft behalve met Agalev en het Blok met zowat alle andere partijen geflirt”, sneert Geysels.

Bij de onduidelijkheid van ID voegt zich de verdeeldheid in de VU zelf. Alle belangrijke beslissingen werden met een krappe meerderheid genomen: het ministerschap van Anciaux, de regeling tussen VU en ID, en nu dit weer. De VU-kamerfractie reageert anders dan de fractie in het Vlaams parlement en een deel van de fractie van het Vlaams parlement is op haar beurt de ideeën van Bert Anciaux en ID21 niet erg genegen. Er is de rivaliteit tussen Bourgeois en Vankrunkelsven en minister Johan Sauwens laat zijn collega Bert Anciaux het vuile werk doen als het de Vlaamse regering te warm wordt rond het onderwijsdossier.

Kortom, bij gebrek aan eensgezindheid legde de VU naar goede Wetstraatgewoonte de communautaire lat voldoende hoog, om er zeker onderdoor te kunnen lopen.

BEDROGEN VOOR HET HUWELIJK

Het begon dus met de regeringsonderhandelingen, waar Guy Verhofstadt (toen VLD-voorzitter) de Franstaligen extra-geld toezegde voor het onderwijs. De Franstalige politici zetten daar onmiddellijk een bedrag op: 2,4 miljard frank. Meteen waren de Vlamingen het pressiemiddel kwijt om de Franstaligen tot meer fiscale autonomie voor gewesten en gemeenschappen te dwingen. De VU wist nergens van, ook niet toen ze in de Vlaamse regering stapte.

“We waren al bedrogen voor het huwelijk”, verklaarde europarlementslid Nelly Maes vorige week aan de krant De Morgen. “Sinds tien jaar mikt de VU op het momentum van 1999, wanneer de financieringswet van de staatshervorming van 1988 moest worden herzien”, beaamt haar collega Bart Staes. “Guy Verhofstadt heeft dat momentum verknald uit pure regeringsgeilheid.” Staes noemt het federaal akkoord “plat consumptiefederalisme”. De Belgische koe wordt gemolken als het (één van) de gewesten en gemeenschappen uitkomt.

De kamerfractie van de VU bestrijdt het akkoord – op federaal niveau zit de partij in de oppositie. In Vlaanderen poogde de VU haar mathematische onmisbaarheid in de meerderheid uit te spelen om het akkoord vooralsnog bij te sturen. Het werd een processie van Echternach.

Eerst moest het dossier naar de Costa, waarvan Vankrunkelsven ook voorzitter is. Daar kwam niets van. Dan mocht het overlegcomité tussen de verschillende regeringen er toch zijn zeg over doen – de VU liet noteren dat de toekenning van de middelen tijdelijk was en keurde het akkoord formeel niet goed of niet af.

Vervolgens wierp de VU de criteria voor de verdeling van de middelen en de door de Franstaligen in Vlaanderen geronselde kinderen in de strijd. Er werd amper rekening mee gehouden. Patrik Vankrunkelsven wilde in de wet laten inschrijven dat het onderwijsakkoord slechts geldig bleef tot eind 2000. Toen niemand volgde, dreigde de VU ermee zich bij de begrotingsstemming te onthouden. Vorige week werden de vier Vlaamse bestuurspartijen het uiteindelijk eens over een evaluatie eind 2001. Dan moet blijken of de herziening van de financieringswet in de Conferentie over de staatshervorming (Costa) voldoende is opgeschoten.

Parlementsleden en ministers van de Vlaamse regeringspartijen vormen volgens die afspraak een werkgroep die een nota uitwerkt voor de financiering van de gewesten en de gemeenschappen. In de Costa werken de vier regeringspartijen, uiteraard samen met de Franstaligen, tegen 15 december aan een agenda en een timing voor de gesprekken over de herziening van de financieringswet. Als eind 2001 onvoldoende vooruitgang is geboekt inzake fiscale autonomie, dienen de vier Vlaamse partijen een wetsvoorstel in dat een einde moet maken aan de verdeling van de onderwijsmiddelen. Als de partijen hun woord houden en de Costa niet is opgeschoten, leggen de vier partijen een tijdbom onder de regering.

“Het probleem rijst ook zonder dit akkoord”, nuanceert Jos Geysels. Of het waar is dat het Franstalige onderwijs alweer problemen krijgt als de verwachte indexsprong er komt? “De Franstaligen hebben hun computerprogramma’s al klaar voor als het geld op is. Het voordeel van het akkoord van vorige week is dat ook de Vlaamse meerderheid zich zal voorbereiden. Ik verkies een fiscale autonomie gesteund op cijfers boven een van holle kreten.”

Jos Geysels begreep de strategie van de VU niet. “Waarom agendeerde Vankrunkelsven de fiscale autonomie niet op de Costa? Na het onderwijsakkoord wilden de Franstaligen praten. Nu goed, als Patrik Vankrunkelsven daar straks met concrete voorstellen komt over timing en agenda, kan hij op ons rekenen. Dat is wat anders dan van ons steun vragen voor een ruziënde minivoetbalploeg.”

EEN PEULENSCHIL VOOR DE VLAMINGEN

SP-parlementslid Leo Peeters nam het de voorbije week openlijk op voor de VU. Dat blijft merkwaardig, ook al kostten zijn ‘Vlaamsgezinde’ rondzendbrieven over de faciliteitengemeenten in de vorige regeerperiode hem wellicht zijn ministerportefeuille.

Peeters bevestigt de VU-stelling dat Verhofstadt met zijn voorakkoord de hefboom wegnam voor een globale herziening van de financieringswet. “Als één van de twee partijen heeft wat ze wil, onderhandelt ze niet verder.” Peeters had de voorkeur gegeven aan een globaal akkoord tijdens de regeringsonderhandelingen of in de Costa.

Het Sint-Elooisakkoord – de grote zak waarin het onderwijsakkoord op 1 december werd ondergebracht – bracht volgens de burgemeester van Kapelle-op-den-Bos niets op. “De Vlamingen kregen een peulenschil. Dat we afcentiemen op de personenbelasting mogen geven, is geen buit. Dat betekent alleen dat we met ons eigen geld mogen doen wat we willen. Over de trekkingsrechten sloot ik al in 1995 een protocolakkoord met de federale regering. De Franstaligen hebben dat tegengehouden tot ze het als pasmunt konden gebruiken. Uiteindelijk is dat geen winst voor Vlaanderen. Elk gewest krijgt een gelijkmatig aandeel, dat veel te laag ligt. We hebben fiscale autonomie nodig om, bijvoorbeeld, het wonen in de stad of het openbaar vervoer echt aantrekkelijk te maken. Dat zijn concrete behoeften en dus veel belangrijker dan de vooral symbolische afcentiemen.”

Waarom Peeters zich als enige SP’er zo profileert? De Vlaams-Brabander is gevoelig voor de Franstalige olievlek rond Brussel. Er speelden nog andere argumenten. “We weten toch dat het voor sommige Vlaams-nationalisten maar een kleine stap is van de VU naar het Vlaams Blok. Waarom zouden we de VU dan verder isoleren op een dossier waarover die partij terecht aan de alarmbel ging hangen?”

De gewezen minister is tevreden met het bereikte akkoord. “De eensgezindheid in de Vlaamse regering is belangrijk en het feit dat VLD, SP en Agalev die eensgezindheid naar het federale niveau willen doortrekken, bemoedigend. Ik heb altijd voor een offensieve strategie gepleit. Alleen blijft de vraag of de Vlamingen in 2001 hun wetsvoorstel in een wet zullen kunnen omzetten.”

Peter Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content