Federaal eerste minister Yves Leterme (CD&V) bracht vorige week een werkbezoek aan Albanië, Montenegro en Servië. Hij bracht er een diplomatische, maar duidelijke boodschap. ‘De toetreding van de Balkan tot de Europese Unie is een historische kans, die we moeten grijpen. We mogen alleen niet meer dezelfde fout maken als met Roemenië en Bulgarije.’

De ontvangst was soms kleurrijk – op het potsierlijke af. Gesabelde soldaten in feestelijke kostuums, met op de achtergrond een muziekkapel die met overgave de Brabançonne speelde. Zowel Albanië als Montenegro wilde de premier van het land dat vanaf 1 juli het roterende voorzitterschap van de Europese Unie waarneemt, duidelijk nog eens met ouderwetse praal ontvangen. Voor Yves Leterme ging het nochtans om gewone werkbezoeken. Weliswaar met een dubbel doel: de relaties met de betrokken landen verder aanhalen en voorbereidende gesprekken voeren over wat in het najaar het belangrijkste Europese thema wordt: de uitbreiding van de EU. Albanië, Montenegro en Servië dienden alle drie in 2009 hun officiële toetredingsaanvraag in. Alle drie ook hopen ze eind dit jaar al het officiële statuut van kandidaat-lidstaat te verwerven – nog tijdens het Belgische voorzitterschap dus.

De boodschap van de Belgische missie over al die kandidaturen was van meet af aan duidelijk. Tijdens de ontmoeting met zijn Albanese collega Sali Berisha benadrukte Leterme al dat België weliswaar ‘alle nodige steun, expertise en goodwill ter beschikking stelt van alle Balkanlanden die dromen van een Europees lidmaatschap’. Máár ook: dat er bijzonder streng zal worden toegekeken op de criteria die daarvoor moeten worden vervuld.

En dan gaat het om een lange reeks. Tirana moet bijvoorbeeld tegen eind maart niet minder dan 2284 vragen van de Europese Commissie beantwoorden. Onder meer op basis van die antwoorden zal de Commissie in november een zogenaamd ‘advies’ formuleren aan de 27 staatshoofden en regeringsleiders, die dan op hun beurt, in december, over de kandi-datuur van Albanië beslissen.

Vervelend voor de Albanezen is dat hun land zich al vijf maanden in een politieke patsituatie bevindt. Sinds de parlementsverkiezingen van eind juni boycot de grootste oppositiepartij de parlementaire instellingen en eist ze de hertelling van de stemmen. De partij van premier Berisha, die het met een marge van 1,5 procent haalde, weigert een hertelling. Zolang de impasse voortduurt, blijven noodzakelijke hervormingen uit. De Raad van Europa en enkele lidstaten van de EU bemiddelen in de kwestie.

Een tweede cruciaal Europees dossier voor de Albanezen is de visumregeling met de EU-landen. Inwoners van buur- landen als Macedonië, Montenegro en Servië mogen sinds december zonder visum rondreizen in een groot deel van de Europese Unie (de zogenaamde Schengenzone). Albanië staat zover nog niet. Ook toen dit onderwerp werd aangesneden, speelde Leterme zijn rol van strenge schoolmeester. Als aan alle technische voorwaarden is voldaan, kan het meteen. Anders niet. Wat, zo suste de Belgische premier, uiteindelijk evenzeer in het belang van de Albanezen is.

Enkele honderden kilometers verderop, in de Montenegrijnse hoofdstad Podgorica, werd dezelfde mantra bovengehaald. Leterme herhaalde, niet voor de laatste keer, dat België tijdens zijn Europese voorzitterschap een honest broker wil zijn, een billijk bemiddelaar. En dat het niet ‘zoals sommige andere landen’ de eigen politieke strategieën aan de 26 andere lidstaten zou opdringen. Een veilige en voorzich-tige aanpak, die op weinig enthousiasme werd onthaald. Montenegro zal ‘in de nabije toekomst’ lid van de EU worden: daar moesten de aanwezige journalisten en politici het mee doen.

De Belgische regering blijft daarmee op de lijn die al door opeenvolgende ministers van Buitenlandse Zaken wordt aangehouden. ‘Wat we zeker niet mogen doen,’ zei Leterme tussendoor tegen de meegereisde Belgische persmensen, ‘is dezelfde fout maken als met Roemenië en Bulgarije. Een land dat toetreedt, moet daar helemaal klaar voor zijn. De uitbreiding van de Europese Unie mag niet tot een verzwakking leiden.’

Tijdens het blitzbezoek aan Montenegro, een land dat slechts 600.000 inwoners telt, werd gelukkig niet alleen over die Europese integratie gesproken. Een nieuw bilateraal investeringsakkoord moet de economische samenwerking versterken tussen België en het jonge staatje dat zich nog maar in 2006 onafhankelijk verklaarde. Het aantal Belgische bedrijfsleiders dat al probeerde om in Montenegro voet aan de grond te krijgen, is nu nog op één hand te tellen. Dat valt ook te verklaren door de moeilijke bereikbaarheid, de slechte wegeninfrastructuur en – zoals wel vaker – een corruptieprobleem dat niet tot de laagste echelons beperkt blijft. De kuststrook biedt nochtans toeristische mogelijkheden. Pioniers zijn er al: een Vlaams koppel kocht er naar verluidt onlangs een hotelletje. Een bescheiden begin.

In Servië, de laatste stopplaats op Letermes rondreis, zijn wél meerdere Belgische bedrijven actief. Toch kampt het land volgens Belgisch economisch attaché Ann-Véronique Mortier nog altijd, en onterecht, met het negatieve imago dat het in de jaren negentig kreeg opgekleefd. De oorlog met Kroatië, de burgeroorlog in Bosnië, de Kosovocrisis: geen enkele keer konden de Serviërs toen op veel mededogen rekenen in de westerse pers.

Belgrado werd in 1999 zelfs drie maanden lang door F16’s van de NAVO gebombardeerd, omdat president Slobodan Milosevic zijn militairen niet uit Kosovo wilde terugtrekken. Het maakt het des te verbazender dat de Servische politieke en economische elite zich nu alweer naar het Westen richt. ‘Een historische kans die Europa zeker moet grijpen’, bevestigde Leterme tijdens een persconferentie met zijn collega Mirko Cvetkovic. Al volgde meteen daarna weer het verhaal van de honest broker. Tussendoor gaf de CD&V’er trouwens te verstaan dat zijn partijgenoot Herman Van Rompuy als Europees ‘president’ een veel grotere rol zal spelen in de besluitvorming in de EU.

Hongkong

Het grootste struikelblok voor Servië op het pad naar de Europese Unie is, zeker op termijn, de kwestie Kosovo. Twee jaar geleden riep de Zuid-Servische provincie met de overwegend Albanees-sprekende bevolking de onafhankelijkheid uit, zeer tegen de zin van de regering in Belgrado. België, 21 andere EU-lidstaten en de Verenigde Staten erkenden die onafhankelijkheid vrijwel meteen. Maar Rusland, China en vijf EU-lidstaten, vooral landen met grote etnische minderheden, weigeren dat voorbeeld te volgen. Onder hen ook Spanje, dat op dit moment het roterende voorzitterschap van de EU waarneemt en daarvan al gebruik maakte om stevige steunbetuigingen aan het adres van de Serviërs af te leggen.

Cvetkovic herhaalde na zijn ontmoeting met Leterme nog maar eens dat zijn regering Kosovo en het EU-lidmaatschap nadrukkelijk als twee gescheiden dossiers beschouwt. Maar niet iedereen ziet dat zo. Enkele grote EU-landen, zoals Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, sluiten in de wandelgangen niet uit dat Kosovo wel degelijk een breekpunt kan worden voor het Servische lidmaatschap – zij het dan in een later stadium.

Zowel tijdens het persoonlijke gesprek met Leterme als achteraf tegenover de pers, bleef Cvetkovic op de lijn dat zijn land ‘nooit ofte nimmer’ de schending van zijn territoriale integriteit zou aanvaarden. ‘Ons standpunt daarover zal altijd hetzelfde blijven’, klonk het vastbesloten. Servië rekent erop om via nieuwe onderhandelingen een speciaal statuut voor zijn voormalige provincie af te dwingen. Het denkt daarbij aan een regeling zoals die tussen Hongkong en China. Of zoals de Alandeilanden, een archipel die officieel tot Finland behoort maar in de praktijk volledig autonoom is. In Kosovo willen ze van dergelijke hocus pocus echter allang niet meer weten.

Toch lijken nieuwe onderhandelingen onvermijdelijk. Al was het maar omdat de jonge Kosovaarse staat een Servische minderheid van 100.000 mensen op zijn grondgebied heeft die zich nooit aan het centrale gezag in Pristina zal onderwerpen zonder steun of bemiddeling van Belgrado. Een oplossing ligt niet meteen in het verschiet. Pas over enkele maanden wordt een uitspraak verwacht in de rechtszaak die Servië intussen ook bij het Internationaal Hof van Justitie aanspande tegen de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van de Kosovaren. Na die juridische uitspraak, zegt de Servische premier, kan er opnieuw worden gepraat.

Intussen gaat Cvetkovic ervan uit dat het volgende rapport van de openbare aanklager van het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag, de Belg Serge Brammertz, opnieuw positief zal zijn over de medewerking van de Servische autoriteiten met dat tribunaal. En dat de Servische regering dan nog eens zal kunnen zeggen dat de politieke obstakels voor de arrestatie van oud-generaal Ratko Mladic uit de weg zijn geruimd. Mladic is, samen met oud-politicus Goran Hadzic, de laatste hooggeplaatste Serviër die nog gezocht worden voor misdaden gepleegd tijdens de Joegoslavische burgeroorlogen van de jaren negentig.

Als Cvetkovic’ dromen allemaal werkelijkheid worden, dan kan zijn land misschien alsnog een voortrekkersrol gaan spelen in de Europese integratie van de regio. Spanje heeft alvast de vurige intentie om de kandidatuur van Servië in juni op de agenda van de Europese top te plaatsen. Volgens een anonieme Duitse diplomaat zou het land dan in 2018 volwaardig EU-lid kunnen zijn. Op de vraag of Kosovo en Mladic zo’n scenario niet in de weg zullen blijven staan, had Cvetkovic overigens een optimistisch en laconiek antwoord klaar: ‘Nee.’

Stap voor stap

Werd Leterme wijzer van deze korte trip naar de Balkan? Op de terugvlucht naar Brussel klonk het alleszins nog dat de hele regio ‘zich echt wel in een complexe situatie bevindt’. Complexer dan België? ‘Toch wel, ja’, glimlachte de premier. ‘De toestand van de faciliteitengemeenten bijvoorbeeld is véél minder flou dan die van een aantal gebieden in de Balkan. Elk land in de regio heeft bovendien zijn eigen, specifieke problemen. De beste strategie voor de integratie van de hele Balkan is dan ook om van elk land de situatie apart te bekijken, en om stap voor stap te werk te gaan.’

Volgens Leterme moet Europa op twee benen blijven hinken. ‘Enerzijds moeten we het perspectief voor al die landen geloofwaardig houden. Af en toe moet er een land dus een stap vooruitzetten, als voorbeeld voor de andere. Anderzijds moeten we ook Europa zelf draaiende houden, en dus niet toegeven op de gestelde voorwaarden. Een moeilijke evenwichtsoefening, maar het is de enige juiste weg.’

DOOR GERRY MEEUWSSEN

‘De Balkan is nog complexer dan België.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content