Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

‘Een Belgische minister van Justitie heeft niet het recht zich in te laten met de zaak-Habré.’ Knack sprak met advocaat Doudou Ndoye over Belgiës vraag om uitlevering van zijn cliënt, de ex-dictator Hissène Habré.

‘Hissène Habré is een voorkomend man die de wetten respecteert. Ik zeg niet dat hij dat altijd al gedaan heeft. Maar in Senegal zeker wel. Habré woont in Dakar sinds 1990 en is goed geïntegreerd en geliefd door de moslimbevolking.’

Uit de mond van Habrés advocaat Doudou Ndoyé hoeven zulke lovende woorden niet te verbazen. Toch kan de voormalige Tsjadische president Hissène Habré in Senegal daadwerkelijk op een zekere aanhang rekenen. ‘De méérderheid van de Senegalezen steunt hem’, beweert meester Ndoye zelfs. In werkelijkheid komt die steun vooral van sommige politici en Afrikaanse leiders die vrezen dat een uitlevering ook voor hen niet zonder gevolgen zou blijven. Maar Habré heeft ook vrienden bij de moslimbroederschappen. Sinds zijn komst heeft hij naar verluidt zowat de halve Tsjadische schatkist naar delen van de moslimwereld overgebracht. Vooral de invloedrijke Grand Serigne van Dakar (een maraboet) zou er alles aan doen om zijn uitlevering te dwarsbomen.

Die vraag om uitlevering door België kwam er – op basis van de Belgische genocidewet – op 19 september 2005, toen onderzoeksrechter Daniel Fransen een internationaal arrestatiebevel tegen Habré (63) uitvaardigde. Habré werd daarop gearresteerd in Senegal. De ex-dictator zou tijdens zijn presidentschap (1982-1990) zomaar eventjes 40.000 politieke moorden en 200.000 gevallen van foltering op zijn geweten hebben. Voor de slachtoffers was de arrestatie dan ook een psychologische overwinning.

Onder journalisten maar ook op de hogere echelons in Dakar was evenwel steeds meer kritiek te horen op ons land. ‘Als Senegal Hissène Habré aan België uitlevert, gaat zwart Afrika op de knie- en’, zei meester Ndoye tegen de Senegalese krant Le Quotidien. ‘Alle Afrikaanse staatshoofden kunnen zich maar beter voorbereiden om te knielen voor de geschiedenis’, aldus nog Ndoye.

Ndoye is in Dakar een invloedrijk advocaat. Maar bij mensenrechtenorganisaties staat hij in een slechte reuk. Vorige donderdag, de dag vóór de Senegalese Kamer van Inbeschuldigingstelling van het hof van beroep zich onbevoegd verklaarde over de uitwijzing, ontmoetten we hem in zijn kantoor in Dakar. Ndoye – en ook leden van de Belgische diplomatie – waren er toen nog van overtuigd dat de uitlevering volledig verworpen zou worden.

Waarom bent u daar zo zeker van?

DOUDOU NDOYE: De Senegalese wet zegt dat men niemand kan uitleveren die niet vervolgd kan worden in Senegal. En daarover heeft het Hof van Cassatie zich in 2001 al uitgesproken. De Belgen mogen vragen wat ze willen. Ik ben er honderd procent van overtuigd dat de Belgische rechter de uitlevering niet krijgt. Het dossier gaat in dat geval terug naar de rechter en de zaak is afgerond.

De Belgische minister van Justitie, Laurette Onkelinx, heeft al laten weten dat ze alles in het werk zal stellen om de ex-dictator in België te laten berechten.

NDOYE: Het is haar recht te zeggen wat ze wil. Dat doet niets terzake. Habré zal door niemand veroordeeld worden.

Volgens Onkelinx kan een van de partijen in het uiterste geval zelfs naar Den Haag trekken.

NDOYE: (lacht hardop) Als ze dat wil, kan ze dat altijd doen. Maar dat betekent dat haar juristen haar niet goed begeleiden. Ze kan er alleen maar geld verliezen. Bovendien is het niet aan haar om zich daarover uit te spreken. Het is een zaak van rechters onderling.

Voor veel Afrikanen is het meer dan een wettelijke zaak. Ze zien in de toepassing van de genocidewet een discriminatie van hun continent.

NDOYE: Dat is de mening van het volk en die is belangrijk. De genocidewet is inderdaad een eigenaardige wet. Maar als België op basis daarvan Habré wil vervolgen, moet het ook anderen aanklagen. Anders is het géén democratie. Dat betekent dat het ook de moordenaars op Lumumba moet vervolgen, en andere staatslui zoals president Bush. Maar ik ben er gerust op: de uitlevering aan België komt er niet.

Vrijdag verklaarde het hof van beroep zich onbevoegd om zich over de uitlevering uit te spreken. Wat er nu te gebeuren staat, is niet helemaal duidelijk. ‘Senegal heeft aangetoond dat geen enkel Afrikaans staatshoofd in België vervolgd zal worden’, zei Ndoye nog triomfantelijk net na de uitspraak. Maar intussen is Habré, een dag nadat hij was vrijgelaten, al weer opgepakt. Volgens de minister van Binnenlandse Zaken wordt hij ’ter beschikking gesteld van de president van de Afrikaanse Unie’, de Nigeriaan Olusegun Obasanjo. De Senegalese president Abdoulaye Wade achtte het noodzakelijk de zaak eerst op Afrikaans niveau verder te bekijken.

Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content