Opiniepeiler Frank Luntz geeft de Democratische presidentskandidaat Barack Obama een betere kans, maar hij schrijft de Republikein John McCain niet af.

Barack Obama is de onomstreden presidentskandidaat van de Democratische Partij, nadat Hillary Clinton vorige week haar nederlaag toegaf en haar aanhangers opriep Obama te steunen. Maandenlang voerden Clinton en Obama een intensieve campagne tegen elkaar. Waarnemers vragen zich af in welke mate de Democraten zich nu weten te verenigen in de strijd tegen de Republikeinse kandidaat John McCain. Clinton had enige dagen nodig om haar verlies te verwerken nadat Obama op 3 juni de laatste voorverkiezing had gewonnen. Vorig jaar werd Clinton nog afgeschilderd als de ‘onvermijdelijke kandidaat’ op weg naar het Witte Huis. Zelf rekende ze op een soort troonsbestijging. Maar het team van Obama was de politieke machinerie van Clinton te slim af. De 46-jarige Obama treedt nu aan tegen de 71-jarige McCain.

Hoe kon Obama zover komen en welke kans heeft hij tegen McCain? Frank Luntz (46) is directeur van het consultantsbureau Luntz, Maslansky Strategic Research en regelmatig commentator bij Fox News. Hij is ook bekend om zijn verkiezingsonderzoek, waarbij hij met focusgroepen kiesgedrag en stemmotivatie peilt. In 1994 was hij een drijvende kracht achter het Contract with America, dat de Republikeinen een meerderheid in het Congres bezorgde. Luntz was ook consultant en opiniepeiler voor Rudy Giuliani in diens campagnes van 1993 en 1997 voor het burgemeesterschap van New York.

Waarom heeft Clinton verloren van Obama?

FRANK LUNTZ: Het probleem van Clinton was dat ze haar geloofwaardigheid verloor. Ze voerde een campagne onder de slogan ‘Ervaring’ op een moment dat Amerikanen ‘Verandering’ willen. Clinton zei dat ze de wandelgangen van de macht in Washington DC kende. Maar kiezers willen een president die van buiten het ‘systeem’ komt. Obama is vernieuwend in toon, stijl en inhoud. En hij heeft de stuwende kracht van de jeugd. Tijdens zijn optredens staat zijn publiek altijd op enige afstand van het podium. Je ziet aanhangers niet in close-up, maar hun diversiteit: jong, oud, zwart, latino, blank. Het is een regenboog. Als je bij Clinton keek, stonden er op de achtergrond altijd oudere blanke mannen en vrouwen. En dat is niet de actieve basis van de Democratische partij.

De strijd gaat nu tussen Obama en John McCain. Wordt de leeftijd van McCain niet een probleem voor zijn politieke imago?

LUNTZ: Het is opvallend hoeveel enthousiasme Obama in Amerika oproept. Vorige week eiste hij de nominatie van de Democratische Partij op. Hij deed dat in een stadion in Sint Paul, Minnesota, waarin de Republikeinen begin september hun partijconventie houden. In de zaal waren 20.000 mensen en buiten stonden er nog eens 15.000 te wachten. Het is tegenwoordig makkelijker een ticket te krijgen voor een rockconcert van Bruce Springsteen dan voor een optreden van Obama. Je zag Obama omringd door enthousiaste aanhangers. Op dezelfde avond hield John McCain een toespraak in de buurt van New Orleans. Het was een kille zaal met een paar honderd mensen en achter hem een leegte. Zijn grappen kwamen niet aan en zijn lichaamstaal was houterig. Het was een enorm verschil in atmosfeer, stijl en presentatie. Dat zal nog duidelijker worden als Obama en McCain hun eerste tv-debatten hebben. Dan zie je een jonge, dynamische en actieve Obama tegenover een oudere, vermoeide McCain. De generatiekloof zal enorm groot zijn.

Heeft McCain dan nog wel een kans?

LUNTZ: Obama heeft een groter voordeel omdat hij de motor van verandering is. Dat is wat de Democraten willen en de politieke voorkeur van de Amerikanen helt duidelijk over naar de Democraten. Maar je kunt McCain niet afschrijven. Hij heeft als krijgsgevangene in Noord-Vietnam veel meegemaakt en dat krachtige ‘persoonlijk verhaal’ spreekt veel Amerikanen aan. Toch moet ik zeggen: Obama voelt de polsslag van de Amerikaanse samenleving. Het doet me denken aan Bill Clinton in 1992, die voelde ook als het ware de pijn van de man in de straat aan. Nu heeft Obama die rol overgenomen. Het is ook moeilijk hem aan te vallen. Als je dat verkeerd doet, staat er iemand op die zegt: ‘U bent een racist’. Dan slaat die aanval je terug in het gezicht. Dat is Bill Clinton overkomen. Tegenstanders kunnen vuil naar Obama smijten, maar het meeste ervan plakt niet.

Toch heeft Obama een moeilijk moment gehad met zijn dominee Jeremiah Wright met wie hij heeft moeten breken.

LUNTZ: Presidentsverkiezingen gaan in Amerika niet over beleid of kennis maar over karakter. We beoordelen kandidaten op wie ze zijn, met wie ze omgingen en wat ze in het verleden hebben gedaan. De vraag is natuurlijk waarom Obama twintig jaar lang een vriendschappelijke band had met dominee Wright. Op You Tube zijn er videobeelden van Wright met zijn preken, tirades en uitspraken. Die bewijzen dat het niet om een propagandaverhaal van ‘horen zeggen’ gaat.

Welke strategie kan McCain hanteren om te winnen?

LUNTZ: Als McCain zich opwerpt als de man van de status-quo, verliest hij. Hij moet proberen Obama’s woord change in te passen in het begrip The American Dream, dat de seculiere gospel van de Amerikaanse politiek is. Zelf is McCain daar een voorbeeld van. Hij doorstond alle martelingen in Noord-Vietnam omdat hij zich vastklampte aan het Amerikaanse droombeeld. McCain moet ook goed beseffen dat jongeren de drijvende kracht in deze campagne vormen. Zonder de jongeren had Obama nooit van Clinton gewonnen. Er is een enorm groot animo onder jongeren, zij staan uren in de rij om naar een toespraak van Obama te gaan. En ze zullen uren in de rij staan om te stemmen. De jeugd blijft Amerika’s vernieuwende kracht.

Heeft Obama nieuwe technieken in zijn verkiezingscampagne?

LUNTZ: Deze campagne is erg vernieuwend, zeker als je naar de advertenties van Obama kijkt. Obama wordt afgebeeld als een kandidaat met opgestroopte mouwen, zonder stropdas en volledig op zijn gemak. Hij spreekt zijn advertenties zelf in. Tekst, stijl, boodschap, applaus en snelheid vormen één lopende beweging. De trefwoorden change en hope staan groot afgebeeld, Obama’s naam kleiner maar nog net leesbaar. De toeschouwers luisteren op de achtergrond. Je ziet ze knikken. Dat is heel belangrijk. Doorslaggevend is niet zozeer de toespraak van Obama maar de ‘knikkende mensen’ op de achtergrond. Knikkende mensen zijn altijd 17 tot 18 seconden in beeld.

Sommige strategen zeggen dat McCain traditioneel Democratische staten kan winnen in het noorden en Obama Republikeinse staten in het zuiden. Gaat de electorale kaart van Amerika er anders uitzien?

LUNTZ: Misschien. Ohio is altijd belangrijk. McCain kan de verkiezingen niet winnen als hij Ohio verliest. Maar als je een staat zoekt die het Amerikaanse gemiddelde goed weergeeft, is dat Missouri. Die staat heeft sinds 1944 de kandidaat gekozen die president werd. Democraten hebben er nu een duidelijke voorsprong. Obama is natuurlijk niet zeker van Ohio, het is een echte swing state. Maar als hij Ohio verliest, moet hij dat compenseren met een overwinning in Iowa, Nevada en New Mexico. Florida was ook altijd een swing state, maar je ziet dat die staat steeds meer in Republikeinse richting schuift. Republikeinen zijn nu immens impopulair: hun merknaam is aangetast. De enige redding voor McCain is dat hij als maverick, als notoire dwarsligger, en niet zozeer als Republikein wordt gezien. Ongeveer 40 procent van de Amerikanen stemt Democratisch en 35 procent Republikeins. McCain blijft aantrekkelijk voor de tussengroep van ‘onafhankelijke kiezers’. Dat is 25 procent van het electoraat. Daar moeten Obama of McCain hun slag slaan.

LUNTZ: Ja, het ergste was in New Hamp-shire, daar zat iedereen ernaast. Ras is in Amerika een gevoelig thema. Als er een felle verkiezingsstrijd is tussen een zwarte en blanke kandidaat zitten de opiniepeilingen er altijd naast. Geen enkele ondervraagde zegt: ‘Ik ben racist, ik stem niet op een zwarte.’ Tijdens de peiling zegt hij ‘ja’, want hij kent de opiniepeiler niet. Maar tijdens de verkiezing stemt hij niet op een zwarte. Daarom wordt het percentage van de zwarte kandidaat steevast overschat. Toen ik in 1993 werkte voor Rudy Giuliani als kandidaat-burgemeester van New York, stond de zittende zwarte burgemeester David Dinkins voor in de peilingen, zelfs in de exit poll. Toch won Giuliani met een verschil van 3 procent. Ik dacht dat die gevoeligheden anno 2008 voorbij waren. Maar de presidentsverkiezingen laten nu zien dat ras onderhuids toch een factor in het stemgedrag is gebleven.

DOOR DERK JAN EPPINK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content