Veertig jaar Ons Erfdeel : Nederland en Vlaanderen moeten hun taaleenheid koes- teren. Dat geeft meer cultureel perspectief.

In Vlaanderen, aldus de publicist Geert van Istendael, is ?een hoogst bedenkelijke, hoogst ondankbare afkeer, ja, haat tegen Nederland ontstaan. Ik hoor Vlamingen, ook in het literaire bedrijf, soms opmerkingen maken over Nederlanders die ze over Marokkanen niet zouden durven verzinnen.? Toen Van Istendael dit schreef, in het najaar van 1996, kon hij niet weten hoezeer bijvoorbeeld CVP-voorzitter Marc Van Peel zijn vrees nog zou bevestigen.

Van Istendael wordt met deze uitspraak geciteerd in het pas verschenen nummer van het tijdschrift Ons Erfdeel, dat daarmee zijn veertigste jaargang begint, wat vorige zaterdag uitvoerig is gevierd in Gent. Dit feestnummer opent met een overzicht van hoe de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland, vooral op cultureel vlak, wordt gepercipieerd door Vlamingen en Nederlanders die daar concreet mee te maken hebben.

En daarin blijkt wel veel te mopperen te zijn die eeuwige, wederzijdse vooroordelen en clichés weer maar overheerst in deze enquête niet het pessimisme. Integendeel, veel respondenten schijnen te ervaren dat die samenwerking altijd maar intenser wordt, maar dan niet omdat men het zo wil, maar omdat het nu eenmaal zo is. De relaties worden dan ook niet zelden als zakelijker ervaren. Concreter : het gebeurt niet omdat een of ander Groot-Nederlands idealisme dat voorschrijft, maar omdat de feiten dat nu eenmaal in de hand werken dat Vlamingen en Nederlanders allerlei cultureels gezamenlijk gaan ondernemen.

Dat Groot-Nederlandse idealisme veronderstelde een samenhorigheid tussen Vlamingen en Nederlanders (plus de Frans-Vlamingen en eventueel de Afrikaanssprekenden in Zuid-Afrika), omdat zij deel zouden uitmaken van een gemeenschappelijke historische traditie, die wel vaker als stamverwantschap werd omschreven. Het heette bijgevolg dat het de historische lotsbestemming van Vlaanderen en Nederland was om hun beider volkeren en/of culturen te integreren. Alsof daarmee een ongeval uit het verleden de scheiding van de Zeventien Provinciën in de zestiende eeuw moest worden gerepareerd.

HET NUT VAN EEN CULTUURTAAL

Dit slag idealisme is nooit ondubbelzinnig geweest en kende meer bepaald een uitgesproken mythisch karakter. Want zeker in Vlaanderen nam de hunker naar een hereniging met het broedervolk in het noorden vaak wel heel dubbelzinnige en abstracte vormen aan : integratie met Nederland, ja, maar eigenlijk waren die Nederlanders daar toch te veel aan. Wie uit eigen ervaring kon spreken, zoals de schrijver Jeroen Brouwers, die jarenlang in Brussel werkte als redacteur van de uitgeverij Manteau, opperde niet zonder reden dat het onzin is om water en aarde te willen integreren, tenzij men modder wil.

Culturele integratie was zelfs in de officiële retoriek tot voor kort nochtans zo goed als een geloofspunt. Daar is nu nauwelijks nog sprake van, een evolutie van slechts enkele jaren. Toen de toenmalige Nederlandse minister van Cultuur Hedy d’Ancona in 1990 nog beweerde dat Vlaanderen en Nederland géén cultuurgemeenschap vormden maar wel een taalgemeenschap, wekte dat nog grote beroering en zelfs verontwaardiging. Althans bezuiden Wuustwezel. Maar vandaag beweert de Vlaamse minister-president Luc Van den Brande (CVP) krek hetzelfde. En geen haan die er naar kraait.

In de vragenlijst die Ons Erfdeel rondstuurde, kwam het woord ?integratie? niet eens voor. Dat is de Nederlandse historicus A.W. Willemsen auteur van een bijna dertig jaar oude, maar nog altijd veel geciteerde studie over de geschiedenis van het Vlaams-nationalisme niet ontgaan. Het is het volgens hem jammerlijke gevolg ?van een Vlaams zelfbewustzijn, gevoed door de grotere zelfstandigheid van Vlaanderen, waarbij men de pas verworven eigen zeggenschap liever niet meteen weer deels weggeïntegreerd ziet. En natuurlijk : ‘wat we zelf doen, doen we beter’.? Dat is ongetwijfeld correct ; toen voormalig cultuurminister Hugo Weckx (CVP) ooit werd aangepord om zijn literatuurbeleid (toch het summum van cultuur- én taalgemeenschappelijkheid) op Nederlands model te schoeien met het oog op een vervlechting ervan met dat model, verwierp hij dat kortweg in naam van de eigen Vlaamse politieke cultuur misschien zou hij dat vandaag iets minder vlotjes doen, maar dan om andere redenen.

Maar het is niet omdat er veel sleet kwam op de idee van de integratie, dat daarom een eind is gesteld aan de samenwerking zelf, integendeel. Alleen is de motivatie daarvan dus niet langer idealistisch, maar feitelijk. Deze verzakelijking is Ons Erfdeel zelf allerminst onwelgevallig. Dit blad noemt zich uitdrukkelijk een ?Algemeen-Nederlands tweemaandelijks cultureel tijdschrift?, maar heeft daar altijd een vrij pragmatische en concrete invulling aan gegeven, omdat de gemeenschappelijke taal nu eenmaal een overvloei in de hand werkt.

Jozef Deleu, hoofdredacteur en stuwende kracht achter het tijdschrift, met wie het blad zeer sterk wordt geïdentificeerd, viel vorige zomer tijdens een hoorzitting in de Vlaamse Raad nog scherp uit tegen die Vlamingen die hun eigenstandigheid menen te moeten bewijzen via de promotie van een Vlaamse taalnorm. Asociaal, vindt Deleu : ?Wanneer men het dialect systematisch propageert, onder meer via de media, dan berooft men de doorsnee-Vlamingen van een eigen cultuurtaal. Bovendien fnuikt men het culturele perspectief van diezelfde Vlaming.?

Misschien is het net de permanente confrontatie in de dagelijkse, concrete praktijk met het anders-zijn van Nederland, die ook de Vlaamse cultuur open en dynamisch kan houden. Niet zonder reden citeert Deleu in zijn inleiding bij het jubileumnummer van Ons Erfdeel een vers van de Ierse dichter Seamus Heaney : ?Twee emmers waren gemakkelijker te dragen dan één.? Wie slechts één emmer draagt, gaat al gauw naar één kant overhellen. Het is trouwens ook niet goed voor de ruggengraat.

Marc Reynebeau

Jozef Deleu : wie twee emmertjes water haalt, heeft meer te drinken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content