Hubert van Humbeeck

De Turkse president Erdogan wil een Duits satiricus laten vervolgen. In deze omstandigheden zijn gesprekken over een Turks lidmaatschap van de EU niet meer dan een farce.

De eis van Recep Tayyip Erdogan dat de Duitse presentator en komiek Jan Böhmermann wordt vervolgd voor een smaadgedicht dat hij over de Turkse president maakte, is politiek uit een andere tijd. Dat de Duitse regering op die eis inging, eigenlijk ook. Het doet denken aan de onzalige wet-Faider uit 1852, toen de Franse keizer Napoleon III de Belgische regering dwong om een wet te stemmen die kritische Franse bannelingen in Brussel het zwijgen moest opleggen.

Omdat Napoleon III soldaten wou inzetten om zijn zin te krijgen, had de Belgische regering toen weinig keuze. Angela Merkel zei vorige week dat ze de Turkse klacht door het gerecht wou laten onderzoeken, omdat het in een rechtsstaat aan rechters toekomt om de wet toe te passen. In werkelijkheid had ze politiek weinig manoeuvreerruimte. De Bondskanselier is afhankelijk van de Turkse goodwill om het aantal Syrische vluchtelingen dat naar Duitsland wil te beperken. Turkije moet ook helpen om een oplossing te vinden voor de oorlog in Syrië, die aan de basis ligt van het vluchtelingenprobleem. Merkel reist deze week overigens met een hoge Europese delegatie naar de Turks-Syrische grens om de situatie daar te bekijken.

De Duitse ambassadeur in Ankara werd minder dan een maand geleden al door de Turken op het matje geroepen naar aanleiding van een kritisch liedje dat op de Duitse televisie werd uitgezonden. Dat de relatie tussen Turkije en Duitsland zo grimmig is, komt ook omdat er in het Duitse parlement een voorstel op tafel ligt om de Turkse massamoord op Armeniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog te beschouwen als een genocide. Maar dat Erdogan het incidentje met Böhmermann nu zo op de spits drijft, ondermijnt opnieuw de deal over de vluchtelingen die de Europese Unie op aansturen van Merkel met de Turken sloot. Op 11 januari 2015, na de aanslag op het weekblad Charlie Hebdo, stapte de Turkse premier Ahmet Davutoglu in Parijs nog mee in de mars voor de vrije meningsuiting. Hij was ook Charlie. Sindsdien werden in Turkije oppositiekranten gesloten en zitten steeds meer journalisten in de cel.

Böhmermann kreeg politiebescherming en is ondergedoken. Hij riskeert drie jaar gevangenis. De tekst die hij over Erdogan brouwde, was misschien weinig smaakvol maar daar gaat het nu niet om. Verdere gesprekken over een Turks lidmaatschap van de Europese Unie zijn in deze omstandigheden niet meer dan een farce.

Hubert van Humbeeck

Na de aanslag op Charlie Hebdo was de Turkse premier ook Charlie. Sindsdien zitten in Turkije steeds meer journalisten in de cel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content