Hoort Turkije wel of niet bij de Europese Unie? De Europese regeringsleiders beslissen op 17 december of de onderhandelingen over toetreding van start mogen gaan. Turkije wacht gespannen af: het water van de Bosporus is nog diep.

‘Het is absurd om maar te denken dat men op 17 december “nee” zou antwoorden op de vraag of we de onderhandelingen met Turkije mogen starten. Op 17 december zal het antwoord op die vraag “ja” zijn.’ Dat zegt Europees topambtenaar Leopold Maurer van het Europees Directoraat voor de Uitbreiding.

Voor alle duidelijkheid: officieel begint dan pas een lang onderhandelingsproces dat tien jaar kan duren. Ook officieel heet het dat Turkije wellicht in 2015 volwaardig lid van de Europese club zal zijn.

Maurer: ‘Elke overheid heeft nu de uiterst belangrijke taak om aan haar bevolking uit te leggen waarom Turkije de EU veel voordelen te bieden heeft. Het probleem is dat mede door gebeurtenissen zoals onlangs in Nederland (moord op Van Gogh, nvdr) en het verzuurde maatschappelijke klimaat als het gaat om moslims en migranten, de meeste overheden zelf een nogal populistische toon aanslaan.’ Helemaal zeker is Maurer dus ook niet: ‘De Turkse premier Tayyip Erdogan is ooit professioneel voetballer geweest. Binnen de Europese Commissie grappen we dat het op 17 december dus wellicht toch nog tot penalty’s zal komen.’

Ook de Turkse professor Haku Kabaalioglu – hoofd van de rechtenfaculteit van de Yeditepe-universiteit in Istanbul én Europa-specialist – is er niet gerust op: ‘De laatste tijd doen sommigen in de Europese Unie er alles aan opdat Turkije zou zeggen: “Europa kan de pot op! Ik vrees dat men op 17 december wel zal beslissen om de onderhandelingen te starten, maar met zoveel mitsen en maren dat het scepticisme bij de Turkse bevolking verder zal toenemen. Uit opiniepeilingen van de laatste tien jaar blijkt dat driekwart van de Turken voor toetreding tot de EU is. Maar als hen wordt gevraagd of Europa ons fair zal behandelen, antwoordt slechts 40 procent “ja”.’

Het debat over het Europese lidmaatschap van Turkije is in ieder geval een uitgelezen kans om de lauwe belangstelling van de Europese burgers voor de EU weer wat aan te wakkeren. Want het Turkse lidmaatschap is een thema waar iedereen wel een mening over lijkt te hebben. De angst voor de ‘islamitische horden’ – Turkije is met 70 miljoen inwoners een groot én snel groeiend moslimland – die Europa zullen overspoelen is daar niet vreemd aan. De vox populi zegt: ‘Turkije past niet in de Europese cultuur.’ Zo’n 35 procent van de Europese burgers is tégen verdere uitbreiding van de Unie, 53 procent is voor en 12 procent weet het niet. Dat bleek enkele dagen geleden uit een uitgebreide enquête van Eurobarometer (in de maanden oktober en november werden burgers in de 25 EU-lidstaten ondervraagd). Maar als alleen naar de cijfers in de 15 ‘oude lidstaten’ wordt gekeken, is al 43 procent tegen verdere uitbreiding. Met name in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk is er met 62, 57 en 51 procent een meerderheid tegen. Europees Commissaris Margot Wallström, die de cijfers bekendmaakte, zei dat Europa nog veel werk zal moeten verzetten om de culturele kloof met Turkije te overbruggen: ‘Dat is essentieel om de verdere uitbreiding tot een succes te maken, want er is nog erg veel onwetendheid en een gebrek aan informatie.’

Opschieten

De Nederlandse liberaal en voormalig eurocommissaris Frits Bolkestein is fervent tegenstander van een Turks lidmaatschap van de Europese Unie. Bolkestein stond met zijn standpunt geïsoleerd in de Commissie-Prodi. ‘Men zit in een harnas en weet niet hoe eruit te komen. Hier en daar was er een zekere politieke correctheid, bijvoorbeeld in zaken die te maken hadden met de multiculturele samenwerking’, aldus Bolkestein onlangs in de Volkskrant. Bolkestein is ervan overtuigd dat de onderhandelingen met Ankara geen tien tot vijftien jaar zullen duren, maar dat de Turken veel eerder op de deur zullen bonzen. ‘Als er op 1 januari een besluit valt, dan komen de Turken op 2 januari met hun volgende eisen. Ze zullen niet aflaten te zeggen: van die 31 hoofdstukken van de onderhandelingen gaan we voor de helft al akkoord. Dus wanneer kunnen we die andere helft doen en een beetje opschieten graag.’

Omgekeerd verharden de laatste weken ook sommigen in de EU hun standpunt. ‘Als de Europese Unie niet anders wil dan een land ofwel te laten toetreden ofwel tegen de haren in te strijken, is zij gedoemd af te glijden tot het niveau van een regionale afdeling van de Verenigde Naties.’ Was getekend: Valéry Giscard d’Estaing, de voormalige Franse president en voorzitter van de Europese Conventie (die de Europese grondwet opstelde). Mét Turkije zou de EU zijn Europese identiteit verliezen. Giscard d’Estaing pleit voor een aparte, bevoorrechte partnerrelatie van Turkije met de EU. Niet dat hij de Turkse geschiedenis en cultuur minderwaardig vindt aan die van de EU-landen, maar het is een andere geschiedenis.

Mede op aangeven van Giscard d’Estaing zei president Jacques Chirac onlangs dat Turkije genoegen zou moeten nemen met minder dan volwaardig lidmaatschap, als de onderhandelingen mislukken. Ook wil hij dat de onderhandelingen pas eind volgend jaar beginnen. In het voorjaar is er immers een referendum over de Europese grondwet gepland. ‘Als er in het debat een link gemaakt wordt tussen Turkije en de grondwet, dan verliezen we het referendum’, aldus de Franse minister van Buitenlandse Zaken Michel Barnier.

De Oostenrijkse kanselier Wolfgang Schüssel vindt dat de EU ook de mogelijkheid moet behouden dat Turkije ondanks onderhandelingen geen volwaardig lid wordt. Ook de Duitse christen-democraten en de Franse regeringspartij UMP willen de optie van een geprivilegieerd partnerschap voor Turkije openhouden. CDU-voorzitster Angela Merkel en CSU-leider Edmund Stoiber stuurden een bezorgde brandbrief naar kanselier Gerhard Schröder, waarin ze hem vragen om onderhandelingen met Turkije te voorkomen. In België is de regering uitdrukkelijk voorstander van onderhandelingen, maar zijn vele liberalen en christen-democraten openlijk tegen een volledig lidmaatschap.

Op 30 november lekte de ontwerptekst uit die EU-voorzitter Nederland wilde gebruiken voor de top van deze week. Zo zouden eventuele besprekingen met Turkije over EU-lidmaatschap onmiddellijk kunnen worden stopgezet als negen lidstaten vinden dat Turkije de mensenrechten of de beginselen van de democratische rechtstaat onvoldoende naleeft. Alleszins een harder standpunt dan in oktober door de Europese Commissie werd geadviseerd. Een extra gevoelige voorwaarde zou ook zijn dat Turkije de nieuwe EU-lidstaat Cyprus – dat dreigt met een veto tegen onderhandelingen met Turkije – erkent.

Hoewel de buitenlandcommissie van het Europees parlement niet akkoord ging met deze vorm van ‘light-lidmaatschap’ voor Turkije, zorgden deze en andere uitlatingen voor tandengeknars in Ankara. De Turken worden niet graag gekrenkt in hun nationale trots, het cement waarmee Mustafa Kemal Pasja Atatürk op 29 oktober 1923 in Ankara aan zijn Republiek Turkije begon te bouwen. Premier Erdogan noemde extra voorwaarden dan ook onaanvaardbaar: ‘Turkije heeft al aan alle politieke criteria voldaan.’ Officieel heeft Turkije inderdaad voldaan aan de voorwaarden die de Europese Raad in december 1997 op de top in Luxemburg vastlegde, maar aan de bescherming van minderheden en mensenrechten bijvoorbeeld schort er in de praktijk nog wel wat. De Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Abdullah Gül, zei ervan uit te gaan dat de EU eerdere toezeggingen aan Turkije zal nakomen: ‘Er is voor Turkije geen alternatief voor volwaardig lidmaatschap.’

Romeins recht

Professor Haku Kabaalioglu hield onlangs op een debatavond in Gent een gloedvol betoog waarin hij de Europeanen met hun neus op een aantal historische feiten drukte: ‘De Britse priester William Penn, grondlegger van de Quakers, schreef in 1693 een blauwdruk voor de toekomst van Europa. Daarin voorzag hij uitdrukkelijk een belangrijke plaats voor Turkije. Wist u trouwens dat de bron van het Romeinse recht in Istanbul werd geschreven?’

Kabaalioglu wijst er fijntjes op dat Turkije vijf jaar voor Duitsland lid werd van de NAVO: ‘Maar veel belangrijker is dat de toenmalige Turkse premier in oktober 1957 vlak voor de ondertekening van het Verdrag van Rome (‘moederverdrag’ van de Europese Unie) verklaarde dat “dit ooit zal uitmonden in een Europese, politieke organisatie en dat ook Turkije daar lid van moet worden”. In 1963 werd dan het Associatieverdrag getekend waarin Turkije in aanmerking zou komen voor het lidmaatschap. Het betekende op termijn ook een vrij verkeer van goederen, kapitaal en personen. Al is men dat laatste nooit nagekomen.’

In 1987 doet Turkije officieel een verzoek om lid te mogen worden van de Europese club. In 1995 versterken Europa en Turkije hun economische band met de inwerkingtreding van de douane-unie, waardoor handel tussen de twee economische blokken eenvoudiger wordt. Inmiddels bedraagt de jaarlijkse export van Turkije naar de Europese Unie 65 miljard euro per jaar.

Pas in 1999 – de EEG is inmiddels al EU geworden – wordt Turkije erkend als kandidaat-lidstaat. Kabaalioglu: ‘Is Turkije in staat het acquis communautaire (de Europese wetgeving van 80.000 bladzijden, nvdr) in te voeren? De realiteit is dat Turkije de laatste jaren al veel van deze en andere moderne wetgeving hééft ingevoerd. Dat gebeurde deels al bij de voorbereidingen voor de invoering van de douane-unie. Turkije heeft 300 nieuwe wetten aangenomen in verband met de Europese regelgeving en de laatste vijf jaar substantiële grondwetswijzigingen doorgevoerd.’

Volgens Kabaalioglu stelt Europa steeds weer nieuwe voorwaarden aan Turkije. ‘Begin maart 1995 werd binnen de Associatieraad, een overlegorgaan tussen de EU en Turkije, afgesproken dat Turkije geholpen moest worden om de transitie richting EU sneller te maken. De hulp had zelfs dat jaar nog moeten beginnen, om ook sneller buitenlandse investeerders aan te trekken. De jaarlijkse EU-hulp bedroeg 235 miljoen euro. In vergelijking met wat men in de vorige tien kandidaat-lidstaten heeft geinvesteerd, zou dat eigenlijk 3,5 miljard euro moeten zijn. Wat voor signaal geeft de EU nu aan buitenlandse investeerders: eigenlijk geloven we er niet in. Het blijkt ook de laatste weken uit de verklaringen van Europese politici. De Franse president zegt dat de onderhandelingen heel lang zullen duren. Maar dat kan niet. Stelt u zich eens voor: de komende 10 tot 15 jaar mogen we niet mee beslissen over nieuwe Europese regelgeving, maar we moeten wel alles implementeren. Ik vrees dat het besluit op 17 december too little, too late zal zijn.’

Hoewel hij de invloed van de militairen niet minimaliseert, wijst Kabaalioglu er toch op dat Turkije al 80 jaar een moderne republiek is met democratische instellingen. Dat is ook alweer op papier zo, de praktijk is anders geweest. De Nederlandse wetenschappers Bovenkerk en Yesilgöz schrijven in hun boek De maffia van Turkije dat ‘de ideologische grondslag van Atatürks hervormingen, het kemalisme is ontleend aan het fascisme en met name aan de leer van Mussolini. Dit kemalisme vormt tot de dag van vandaag de ideologische basis van de staat en wordt als zodanig buiten de politieke discussie gehouden.’ De hervorming ‘was niet het resultaat van een sociale en economische revolutie van onderop, maar een van bovenaf opgelegde maatschappelijke en culturele hervorming, die gestalte kreeg binnen een autoritaire politieke structuur.’

Brugfunctie

De enorme invloed van het leger en het staatsapparaat heeft de al beperkte democratie drie keer buiten werking gesteld. In de strijd tegen interne (Koerden, Armeniërs, communisten) en externe vijanden kregen extreem-nationalistische groeperingen zoals de Grijze Wolven vrij spel, wat in de jaren zeventig bijna leidde tot een burgeroorlog met vele honderden doden per jaar. In De maffia van Turkije blijkt haarfijn hoezeer de Turkse staat – van toplui uit het leger, over hooggeplaatste politici, ambtenaren, politiefunctionarissen en de genoemde groeperingen – verweven was met de georganiseerde misdaad. De omzet van alleen al de drugshandel bedroeg volgens een officieel parlementair rapport uit 1997 liefst 50 miljard dollar, méér dan het Turkse overheidsbudget (48 miljard dollar).

Europees topambtenaar Maurer geeft toe dat de Turken nog veel geduld zullen moeten oefenen: ‘Maar dat gold net zo goed voor bijvoorbeeld lidstaten als Spanje, Oostenrijk of Zweden. In ons onderhandelingsverdrag gaan we uit van drie pijlers. Eén: het in gang houden van het hervormingsproces, al beseffen we dat Turkije inderdaad al heel veel heeft gedaan. Twee: we hebben doelstellingen voor alle dertig hoofdstukken van het acquis communautaire. Drie: de politieke en culturele dialoog met bijvoorbeeld de civil society moet verbeteren. Dat is nu nog een probleem.’

Voordelen voor Europa zijn legio menen experts. Wil de Europese Unie naast de VS echt een rol spelen op het wereldtoneel, dan kan zij niet zonder Turkije. Dat onderhoudt niet alleen goede banden met de VS, Rusland en Israël, maar ook met veel islamitische landen in het Midden-Oosten. En het vormt ook nog eens een brug richting Azië. Dat Turkije een zelfverzekerde politiek voert, bleek vorig jaar toen het parlement geen toestemming verleende aan de VS om zijn soldaten richting Noord-Irak te voeren. Maurer ziet in Turkije bovendien de kans om te komen tot een vorm van Europese islam: ‘Turkije kan een brugfunctie vervullen tussen de EU en de islamitische wereld.’

Kabaalioglu wijst op nog een gevoelig punt: ‘Jullie schijnen nogal wat problemen te krijgen met jullie sociale zekerheid en pensioenen. Wel, Turkije heeft een bevolking van 73 miljoen mensen van wie meer dan de helft jonger is dan 35 jaar. Zij zijn het die deze stelsels overeind kunnen helpen houden.’

Er is gelukkig soms ook wel liefdevoller Europees nieuws voor Turkije. Afgelopen zaterdag werd het Duits-Turkse liefdesdrama Gegen die Wand bekroond tot de beste Europese film van 2004. Sommige recensenten zagen in het verhaal van de film een metafoor voor het moeizame samenleven tussen Turkije en Europa. En de Turkse premier Erdogan werd onlangs door de lezers van de krant European Voice uitgeroepen tot ‘Europeaan van het jaar’.

Door Hans van Scharen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content