Het verschil tussen de koning en de monarchie: een gesprek met Ginette Kurgan-Van Hentenryck.

De inmiddels ook al overleden ULB-historicus Jean Stengers legde de eerste contacten voor de publicatie van de memoires van André de Staercke. Zijn collega Ginette Kurgan-Van Hentenryck verzorgde de redactie van het boek. ‘André de Staercke schreef veel en graag en maakte voortdurend notities’, zegt ze. ‘Hij schreef trouwens ook goed; zijn tekst laat zich lezen als een roman. Het was de Britse premier Winston Churchill, die hij tijdens de oorlog via diens dochter Mary had leren kennen, die hem aanraadde zijn memoires te schrijven. Hij onderhield altijd zeer goede en intense relaties met Britten en Amerikanen. Haast dagelijks had hij contact met hun ambassades in Brussel. Grappig is dat historici, bij gebrek aan andere bronnen over de onmiddellijke naoorlog, vaak rapporten citeren die diplomaten in Brussel naar Londen en Washington stuurden. Het blijkt nu dat De Staercke heel vaak de bron van die informatie was. De geallieerden wilden zich vooral niet mengen in de Belgische aangelegenheden.’

Lieden in de hoogste kringen van de macht zijn doorgaans zeer discreet. Waarom schreef De Staercke toch deze memoires?

GINETTE KURGAN-VAN HENTENRYCK: De tekst mocht pas na zijn dood verschijnen. Hij was zeer loyaal, zowel tegenover de regent als tegenover Hubert Pierlot, van wie hij vond dat hij ‘zeer onrechtvaardig’ was bejegend. Hij was er nooit op uit om rumoer te stichten, wel om de waarheid te vertellen, om getuigenis af te leggen, ook ter correctie van het historisch onderzoek. Hij schreef dan ook zeer levendig, zoals wanneer hij verhaalt hoe hij bij de stervende Robert Goffinet wordt ontboden, die hem vraagt hem op te volgen als secretaris van prins Karel en hem uitlegt hoe hij zich moet gedragen in de omgang met een prins. Of het verslag van zijn gesprek met kardinaal Van Roey in 1942, waarin hij te verstaan geeft dat hij het huwelijk van koning Leopold III met Lilian Baels een zware vergissing vindt.

Tussen prins Karel en Leopold III boterde het nooit, zeker niet tijdens Karels regentschap. Had die er zin in om de functie van zijn broer blijvend over te nemen?

KURGAN-VAN HENTENRYCK: Nee, hun slechte relatie had vooral een familiale achtergrond. Nooit, zo blijkt ook uit hun onderlinge briefwisseling in het boek, was een verzoening tussen hen nog mogelijk. Karel was bewogen door een scrupuleus respect voor het grondwettelijke systeem. Daarom ook genoot hij de volle steun van de ministers. Hij lette er nauwgezet op om zich altijd buiten de polemieken te houden en dat was ook wat De Staercke hem voortdurend met aandrang voorhield te doen.

De Staercke was katholiek, zodat hij theoretisch een goede kans maakte om leopoldist te worden. Wat niet het geval was.

KURGAN-VAN HENTENRYCK: De Staercke was inderdaad zeer gelovig, geheel doordesemd van de christelijke cultuur, sterk getekend door zijn vorming bij de jezuïeten aan het Gentse Sint-Barbaracollege. Hij kende de kerkvaders en alle klassieke teksten. Hij schreef trouwens ook mystieke gedichten. Daarnaast onderhield hij zeer goede contacten met de geestelijkheid, wat hem overigens niet belette om kritisch te staan tegenover de pauselijke nuntius Micara, ‘de religieuze ballerina’. Lang niet alle katholieken kozen in de Koningskwestie de kant van Leopold. Gaston Eyskens deed dat al evenmin. Gehechtheid aan de monarchie was niet noodzakelijk hetzelfde als gehecht zijn aan Leopold III.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content