Piet Piryns
Piet Piryns Piet Piryns is redacteur bij Knack.

In Nederland heerst opluchting nu die kwibussen van de Lijst Pim Fortuyn van het toneel verdwenen zijn. Maar de Groningse politicoloog Gerrit Voerman zou daar een beetje mee uitkijken: ‘Er is geen reden tot leedvermaak.’

Het afgelopen jaar is hij van de ene verbazing in de andere gerold. Neem nu de overstap van zijn collega Ayaan Hirsi Ali, een politicologe van Somalische origine die als wetenschappelijk medewerkster van de socialistische Wiardi Beckman Stichting felle kritiek had geuit op de islam en de Nederlandse moslimgemeenschap. Ze zal bij de verkiezingen op 22 januari op de lijst van de liberale VVD staan. ‘Elke keer weer denk je: het zal toch niet waar zijn! Een overstap van de PvdA naar de VVD was vroeger net zo ondenkbaar als een transfer van Ajax naar Feyenoord. Maar het begint te wennen.’ Gerrit Voerman is hoofd van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen van de Groningse universiteit. Hij volgde in 1990 in die functie Ruud Koole op, die later voorzitter is geworden van de sociaal-democratische Partij van de Arbeid. ‘Ik benijd hem niet. Want hoe krijg je een halfdood paard overeind?’

Hebben de Nederlandse politieke partijen hun langste tijd gehad?

GERRIT VOERMAN: Dat lijkt mij een wat voorbarige conclusie. Ze bestaan al een dikke eeuw en ze zullen blijven bestaan, ook al omdat er weinig alternatieven voor zijn. De binding tussen politieke partijen en kiezers is weliswaar veel losser geworden, het is allemaal weinig flitsend, maar binnen een partij heb je nog een aantal checks and balances die ervoor zorgen dat de boel niet uit elkaar valt, zoals bij de LPF is gebeurd.

Heeft de LPF niet aangetoond dat een partij niet kan overleven zonder ideologie?

VOERMAN: Dat heeft meegespeeld. Ze hebben natuurlijk de tijd niet gehad om een solide partijorganisatie op te bouwen. Het moest allemaal in de snelkookpan. Er is veel misgegaan omdat Pim Fortuyn letterlijk op een achternamiddag de kandidaten voor zijn lijst gerekruteerd heeft, en dat waren tot op zekere hoogte ook klonen van hemzelf: mensen met een sterk ontwikkeld ego, die ondernemingen hadden geleid en wel eens zouden laten zien hoe je politiek moet bedrijven. Toen die vervolgens na de dood van Fortuyn in de kamerfractie een pikorde moesten bepalen en portefeuilles verdelen, terwijl de media erbovenop zaten, móést het wel fout gaan.

Had Fortuyn dat kunnen voorkomen als hij was blijven leven?

VOERMAN: Misschien een tijdje, maar ook mét Fortuyn zou er op termijn gedonder in de tent zijn gekomen. De wet van Fortuyn luidde niet voor niets: ‘Waar Pim komt, komt ruzie.’ Het probleem van de LPF was inderdaad dat die partij geen ideologie had die voor de nodige cohesie kon zorgen. Het ‘gedachtegoed’ van Fortuyn zat vol contradicties. Aan de ene kant was hij voorstander van een hard, neoliberaal beleid: de bijstandswet moest vervangen worden door een sociaal ministelsel met een basisinkomen van driehonderd euro, en voor de rest moest iedereen zich maar zien te redden. De mentaliteit van: ieder voor zich. Maar tegelijk kwam Fortuyn met zijn verhaal over ‘normen en waarden’ en klaagde hij over het verdwijnen van de samenhang in de samenleving. Dat was allemaal behoorlijk tegenstrijdig.

Heeft het optreden van Fortuyn de crisis in de Nederlandse politieke partijen veroorzaakt of was het net andersom? Wat was er eerst: de kip of het ei?

VOERMAN: Fortuyn was de eenling die het bestel uitdaagde en zijn succes was natuurlijk het gevolg van het falen van de politieke partijen. Hij verweet de gevestigde politici dat ze een soort kaste vormden, die niet meer wist wat er in de samenleving omging en elkaar baantjes toespeelde. De Haagse kaasstolp als metafoor voor in zichzelf gekeerde politiek. En voorts trok hij ten strijde tegen wat hij ‘de linkse kerk’ noemde, met haar politieke correctheid, waardoor het maatschappelijk debat over gevoelige onderwerpen werd gesmoord. Het opmerkelijke is dat een partij als de PvdA het vandaag grotendeels met die analyse eens is.

Is het probleem van politieke partijen niet dat ze in de greep van het marketingdenken zijn geraakt?

VOERMAN: Alle partijen kampen met dalende ledentallen en krijgen het steeds moeilijker om kiezers te mobiliseren. Onder meer door de ontzuiling en de veranderde sociale samenstelling van de bevolking is de band tussen partij en achterban in het ongerede geraakt. Het is voor een protestant of een katholiek al lang niet meer vanzelfsprekend om op het CDA te stemmen. En wat is nog de arbeidersklasse vandaag? Door de individualisering en het ontstaan van een brede nieuwe middenklasse zijn de partijen losgeraakt van de samenleving, en dan is het niet onlogisch dat je gebruik maakt van marketingtechnieken om uit te zoeken waar je kiezers zitten.

Hoe verklaart u de wonderbaarlijke wederopstanding van het CDA? Zoiets was sinds Lazarus niet meer vertoond.

VOERMAN: Een verkiezingsuitslag als in 2002 hadden we nog niet eerder meegemaakt, maar in 1994 was het toch ook redelijk spectaculair: het CDA verloor in één klap twintig zetels, de PvdA dertien. Het CDA heeft daar toen lering uit getrokken, en dat heeft zeker een rol gespeeld. Maar de PvdA is in de regering gestapt, waardoor het hele vernieuwingsproces tijden lang naar de marges is weggeduwd.

Partijvernieuwing en regeringsdeelname gaan niet samen?

VOERMAN: Nee. Het CDA hing in 1994 uitgeteld in de touwen en dat had veel te maken met de arrogantie die in die partij was geslopen, omdat de christen-democraten eigenlijk al sinds 1918 in de regering zaten. ‘ We run this country’, zoals een vooraanstaand CDA’er ooit zei. Daardoor krijg je natuurlijk een fixatie op besturen en een neiging om alles wat enigszins naar dissidentie neigt, weg te moffelen.

Arrogantie komt voor de val?

VOERMAN: Zeker. Zolang een partij in de regering zit, zal de partijleiding uit zijn op machtsbehoud en geen brisante discussies starten, want je weet maar nooit waar die op uitdraaien. Alles is dan gericht op het zoveel mogelijk controleren van interne ontwikkelingen.

Kan politieke vernieuwing meer zijn dan een vorm van cosmetica?

VOERMAN: Het is heel lastig om grip te krijgen op een partijcultuur. Structuren en reglementen kun je makkelijk veranderen, maar de vraag is of dat ook tot een ander gedrag leidt. Neem het voorbeeld van de PvdA. Toen er in 1977 geen tweede kabinet-Den Uyl kwam, zijn de socialisten geheel verzuurd geraakt. De redenering in de jaren tachtig was ongeveer: ons ideologisch profiel moet worden afgezwakt, we moeten afstappen van de polarisatiestrategie, want anders komen we nooit meer in de regering. Langzamerhand werd alles vertaald in termen van haalbaarheid en cijfers achter de komma. Daardoor is de PvdA op den duur een stuk van zijn identiteit kwijtgeraakt en steeds meer naar het midden opgeschoven. Dat is helemaal doorgeschoten in de jaren van Paars, toen Wim Kok zei dat hij ‘zijn ideologische veren had afgeschud’. Voor je het in de gaten hebt, sta je daar als een kale kip en ben je compleet onherkenbaar. Terwijl het CDA in de oppositie op zoek is gegaan naar zijn christen-democratische identiteit, en zich bijvoorbeeld ging richten op het gezinsbeleid. Een prachtige vondst! Ze zijn daar aanvankelijk mee weggehoond, maar het is – om in marketingtermen te spreken – wel hun unique selling proposition geworden.

Als de PvdA alleen vanuit de oppositie zijn identiteit kan terugvinden, waarom geldt dat dan niet voor de VVD?

VOERMAN: Dat is toch een heel ander soort partij. Meer een gezelligheidsvereniging, bourgondischer zou ik haast zeggen. Ideologie speelt bij de VVD een veel kleinere rol, ze gaan meer uit van een feel good-politiek.

In Vlaanderen wordt al jaren gepleit voor een ‘herverkaveling van het politieke landschap’. Is dat ook in Nederland aan de orde?

VOERMAN: Het is hier niet echt een issue, al gaan er binnen de PvdA nu wel stemmen op om GroenLinks, de SP en de PvdA samen te smelten tot een grote progressieve volkspartij. Maar de PvdA heeft niet veel recht van spreken: zolang ze in de regering zat, heeft ze zich nooit iets gelegen laten liggen aan ‘klein links’. Nu de SP en GroenLinks in de peilingen samen groter zijn dan de PvdA – dat is nog nooit vertoond – ligt het blijkbaar anders. Maar de SP ligt dwars en ik geloof ook nooit dat het tot een fusie komt. De geschiedenis leert dat een van de voorwaarden om partijen in elkaar te kunnen schuiven is dat ze electoraal in hetzelfde schuitje zitten. Een partij waar het echt goed mee gaat, zoals nu met de SP, zal niet gauw aansluiting zoeken bij een zieltogende partij als de PvdA.

Bestaat de kans dat het vacuüm dat de LPF nalaat wordt opgevuld door een echte extreem-rechtse partij?

VOERMAN: Moeilijke vraag. Een van de verklaringen voor de opkomst van de LPF was natuurlijk dat de VVD onder Hans Dijkstal de rechterflank onbezet had gelaten, terwijl diens voorganger Frits Bolkestein op gezette tijden nog iets riep over de islam, over criminaliteit, over immigratie. Dat terrein lag braak en daar heeft Fortuyn van kunnen profiteren. Hij was geen fascist, maar zijn standpunten over asielzoekers en een vrijwel volledige immigratiestop werden in extreem-rechtse kringen wel met gejuich begroet. Het succes van Pim Fortuyn had veel te maken met 11 september. Joost mag weten wat er nou precies gebeurd is, maar 11 september heeft iets losgemaakt, iets heel onbenoembaars en diffuus, dat Fortuyn de wind in de zeilen heeft gegeven: grote gevoelens van onveiligheid, die op de een of andere manier werden geassocieerd met angst voor de islam.

De LPF heeft intussen harakiri gepleegd. Is dat een reden tot opluchting?

VOERMAN: Ik zou daar toch een beetje voorzichtig mee zijn. Fortuyn heeft de kwetsbaarheid van de gevestigde politieke partijen aangetoond. Als die partijen op de oude voet blijven verdergaan, kan morgen opnieuw een politieke entrepreneur opstaan die onder hun duiven schiet en in zijn eentje een exorbitant aantal zetels haalt. In Italië is met Berlusconi tenslotte hetzelfde gebeurd.

Vreest u niet dat wie vorige keer op de LPF heeft gestemd bij de verkiezingen op 22 januari zal zeggen: ‘Geef mijn portie maar aan Fikkie’?

VOERMAN: Dat is een van de tragische kanten van het hele gedoe, en alleen al om die reden past politici geen leedvermaak. Er zijn grote groepen mensen vanwege Pim Fortuyn voor het eerst sinds jaren naar de stembus gegaan (Nederland kent geen opkomstplicht – nvdr.) en ik vrees dat die nu voorgoed genezen zijn van de politiek. Die zie je nooit meer terug.

Hoe beschadigd is minister-president Balkenende?

VOERMAN: Dat valt nogal mee, als ik de peilingen mag geloven. Daarin staat het CDA op een flinke winst. Na de moord op Fortuyn kozen veel mensen al voor Balkenende als een soort baken te midden van het gekrakeel, en voor het CDA als vluchtheuvel. Vandaag doen ze dat kennelijk nog altijd. Dat is opmerkelijk, want je kunt toch niet zeggen dat Balkenende blijk heeft gegeven van veel leiderschap ten aanzien van de ruziemakende LPF-ministers in zijn kabinet. Hij heeft een aantal keren geblunderd met de regie, bijvoorbeeld door het kabinet te laten samenkomen op de avond van de bijzetting van prins Claus. Hij blijft natuurlijk een politiek onervaren figuur, die min of meer toevallig is komen bovendrijven.

Maar er komt na de verkiezingen een kabinet-Balkenende II, zonder de LPF.

VOERMAN: Als CDA en VVD samen een meerderheid halen – en daar ziet het naar uit -, krijgen we opnieuw een centrum-rechts kabinet. We zullen in de campagne nog wel wat verbale schermutselingen krijgen tussen CDA en VVD, maar dat is toch meer ketelmuziek. De echte schietschijf blijft de PvdA. Het nieuwe kabinet zal vervolgens een harde politiek voeren ten aanzien van asielzoekers en immigratie en er zal veel gepraat worden over herstel van ‘normen en waarden’. Maar geloof je nu echt dat die middelvinger niet meer omhoog zal gaan en dat jongeren in de tram spontaan hun plaats zullen afstaan aan ouderen? Dat had zelfs Pim niet voor elkaar gekregen.

Piet Piryns – Hubert van Humbeeck

Een partij waar het echt goed mee gaat, zoals nu met de SP, zal niet gauw aansluiting zoeken bij een zieltogende partij als de PvdA.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content