Tot elke prijs

In de wereld van de horlogerie begint het jaar met het SIHH (Salon International de la Haute Horlogerie) in Genève. En het jaar eindigt ook in Genève, waar de Grand Prix d’Horlogerie (GPHG) de beste horloges van het jaar bekroont.

De GPHG, de Grand Prix d’Horlogerie, werd voor het eerst georganiseerd in het jaar 2000. Het betrof een initiatief van twee journalisten van de Zwitserse krant Le Temps. Ondertussen is het evenement uitgegroeid tot een imposant internationaal promotienummer voor de horlogewereld in het algemeen en het kanton Genève in het bijzonder.

Na een preselectie in september worden de kandidaten voor de zestien titels (waaronder de Aiguille d’Or) opgenomen in een tentoonstelling die een maand lang de wereld rond reist. Dit jaar selecteerde de jury 72 van 195 ingestuurde horloges voor deze roadshow die achtereenvolgens Venetië, Hongkong en Singapore aandeed.

Voor deze eerste editie onder de hoede van de nieuwe voorzitter Raymond Laurétan introduceert de GPHG 2018 een paar wijzigingen die meteen een van de grootste bezwaren moeten wegnemen: de extravagante prijzen van de horloges. Behalve de traditionele categorieën (heren, dames, complicaties, et cetera) komt dit jaar dus een selectie “Challenge”, toegankelijk voor Zwitserse horloges van minder dan 4000 Zwitserse frank (*). ‘Voor ons is dat een gelegenheid om te onderstrepen dat het een hele uitdaging is om horloges van hoge kwaliteit voor een toegankelijke prijs (sic) te maken’, zegt Carine Maillard, directeur van de GPHG. Het initiatief kreeg uiteraard positieve reacties: met 35 ingeschreven horloges trok deze categorie het grootste aantal kandidaten aan. De zes geselecteerde horloges komen van bekende merken (Longines, Nomos, Seiko, Tudor), maar ook van twee jonge huizen, Gorilla en Réservoir.

Tot elke prijs

Voorts slaat de inflatie ook dit jaar overal toe, met uitzondering van de categorie “Petite Aiguille”, waar de inzendingen niet duurder mogen zijn dan (toch nog altijd) 8000 Zwitserse frank. In de categorie “dameshorloges” zitten alleen stukken die rijkelijk getooid zijn met stenen, zoals de adembenemend mooie Boy Friend Skeleton van Chanel of Lvcea Tubogas Skeleton van Bvlgari, die respectievelijk 53.900 en 40.800 Zwitserse frank kosten. En uw volgende herenhorloge? Misschien de Voutilainen QRS2 (118.000 CH) of een De Bethune DB28 Steel Wheels (89.000 CH).

Schitterend maar ook representatief?

Schitterende horloges, uiteraard. Alleen: in welke mate zijn ze nog representatief voor de herenhorloges anno 2018? Een vraag die des te pertinenter wordt als je weet dat er in de GPHG ook tal van categorieën zijn die toegankelijk zijn voor complicaties (dames en heren), chronografen, chronometrie, juwelen, kunstambacht enzovoort. In die categorieën is het immers niet ongewoon om fabelachtige prijskaartjes te zien, zoals dat van de Grande Sonnerie van Greubel Forsey (1.238.550 Zwitserse frank).

Er is inderdaad geen ontsnappen aan: de GPHG heeft helemaal niet de roeping om de actualiteit bij de merken te weerspiegelen. Gelukkig kost dromen voorlopig nog altijd geen geld.

(*) 1 Zwitserse frank = 0,87 euro

Tot elke prijs
Tot elke prijs
Tot elke prijs
Tot elke prijs
Tot elke prijs
Tot elke prijs
Tot elke prijs
Tot elke prijs
Tot elke prijs
Tot elke prijs
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content