Marnix Verplancke

?Verantwoordelijkheid begint met dromen?, Delmore Schwartz’ begin van de ondergang.

Elf juli 1966, vier uur ’s ochtends : in het groezelige hotel Columbia aan West 46 Street in New York, belt een zekere Kleinman naar de receptie met de mededeling dat er iemand verdachte geluiden maakt aan zijn deur. Wanneer de politie een kwartier later arriveert, vindt ze een stervende man. Naast hem ligt een vuilniszak. Zijn hemd en broek heeft hij opengescheurd in een verwoede poging om lucht te krijgen. Er wordt een ziekenwagen geroepen, maar het mag niet baten. De man sterft aan de gevolgen van een hartaanval. Pas twee dagen later wordt het lichaam geïdentificeerd als dat van de 52-jarige Delmore Schwartz, een van de grootste literaire talenten van zijn generatie. Het laatste decennium van zijn leven was hij volledig aan lager wal geraakt. De reden : paranoïde schizofrenie.

Schwartz was de kleinzoon van Roemeens-joodse emigranten die hun geluk in Amerika wilden beproeven. Zijn vader had een aardig fortuin opgebouwd maar zag dit door de beurscrash als sneeuw voor de zon verdwijnen. Delmore’s jeugd werd getekend door een socio-economische achteruitgang, die er zijn moeder toe bracht het jongetje in te prenten dat egoïsme de enige overlevingsstrategie was in een wereld die maar één doel had : het einde van de Schwartz bewerkstelligen. Delmore had dan ook weinig goede herinneringen aan zijn kindertijd. Hij vergeleek het gezin met dit uit Eugene O’Neills?Strange Interlude? : moeder die niet van een echtscheiding wil weten en vader die haar constant probeert te betrappen op het overspel dat ze niet pleegt.

DE MARXISTISCHE JAREN DERTIG

Alleen de literatuur kon hem wegleiden uit de troosteloze toekomst die Brooklyn en de Bronx hem beloofden, zo besefte Delmore, en hij begon zich te verdiepen in de avant-garde. Niet alleen werd hij een fervent bewonderaar van T.S. Eliot, Ezra Pound en James Joyce, hij probeerde ook met hen in contact te komen. Zo stuurde hij Pound ooit een lijst fouten die hij uit diens ?Cantos? had gehaald met de opmerking dat die in een volgende druk moesten worden verbeterd. Pound was niet onder de indruk.

De Amerikaanse jaren dertig kunnen wellicht het best worden samengevat onder de noemer ?marxistisch?. Die ideologie kon de beurscrash verklaren en terzelfdertijd een hoopvolle toekomst voorspellen. Partisan Review, hét literaire tijdschrift uit die tijd, hield een trotzkistische lijn aan. Na de zoektocht naar een Amerikaanse literatuur die Hemingway, Fitzgerald en Dos Passos hadden volvoerd, was het tijd om de kosmopolitische, geëngageerde weg in te slaan, zo stelde de redactie.

Er werd naar Europa gekeken en schrijvers als Mann, Gide en Malraux kregen een voorbeeldfunctie. Delmore publiceerde in Partisan Review zijn eerste gedichten en kortverhalen en trad later toe tot de redactie. Het bracht hem in contact met de fine fleur van zijn generatie : Meyer Schapiro, William Carlos Williams, Wallace Stevens, Edmund Wilson, W.H. Auden en Norman Mailer. Schwartz toonde alleen maar misprijzen voor hen. Het enige ware talent was volgens hem te vinden bij een broekie dat onder de naam Saul Bellow door het leven ging. De latere Nobelprijswinnaar beloonde het in hem gestelde vertrouwen met ?Humboldt’s Gift?, de biografische roman waarin Schwartz de hoofdrol speelt.

CHRONISCHE SLAPELOOSHEID

?In Dreams Begin Responsibilities? was Delmore’s eerste boek, een verzameling gedichten gevolgd door een kortverhaal. Nabokov noemde het één van de beste prestaties van de moderne literatuur en ook de halfgoden Eliot en Pound waren vol lof. Voor Schwartz was het boek het begin van de ondergang. Hij was pas 25 en besefte dat het succes te vroeg kwam. Hoe zou hij zichzelf ooit nog kunnen overtreffen ? Hij wist het niet en zijn leven werd een hel.

Hij werd geplaagd door chronische slapeloosheid de geschiedenis is een nachtmerrie waarin ik een goede nachtrust probeer te vinden, schreef hij en stortte zich op pillen en alcohol. Nembutal, Seconal en gin hielden hem op de been. Dexedrine stelde hem in staat enkele uren per nacht te slapen. De gevolgen van deze pillenzwelgerij bleven niet uit. Beetje bij beetje werd hij knettergek. Het begon met depressies en aanvallen van paranoia. Het eindigde met waanvoorstellingen over Rockefeller die er met zijn vrouw vandoor was en hoe de relatie tussen Danny Kaye en Queen Elizabeth het wereldgebeuren kon verstoren.

Desondanks bleef hij schrijven en zette hij enkele oervoorbeelden van Amerikaanse kortverhalen en gedichten op papier. Grofweg beschouwd had hij slechts één onderwerp : zichzelf, de niet-orthodoxe jood in het New York van rond de Tweede Wereldoorlog. De dichter, zo schreef hij in het essay ?The Vocation of the Poet in the Modern World? (1951), is een enkeling. ?In de onvoorspelbare en ijzingwekkende toekomst van onze beschaving moet de dichter bereid zijn vervreemd en meedogenloos door het leven te gaan. Hij moet zich volledig aan de poëzie wijden, ook al leest niemand wat hij schrijft. Als dichter moet hij onverwoestbaar zijn, tot hij als mens vernietigd is.?

Deze op Rimbaud teruggaande notie van de onverzettelijke dichter die niet buigt maar breekt, lijkt een treffende beschrijving van het levenselan dat Delmore bij zijn tijdgenoten aantrof. John Berryman, Randall Jarrell, Anne Sexton en Sylvia Plath verkozen de zelfmoord in schoonheid boven de verschrikkingen van het leven. En juist daarom is het spijtig dat Delmore Schwartz op zo’n sullige manier om het leven is gekomen, terwijl hij midden in de nacht zijn vuilniszak ging buitenzetten.

Marnix Verplancke

Delmore Schwartz, ?Verantwoordelijkheid begint met dromen?, De Prom, Baarn, 196 p., 650 frank.

Delmore Schwartz : vervreemd en meedogenloos door het leven gaan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content